21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dere zintuigmodaliteiten, doorgronden van betekenis), maar ook op het niveau van opslag<br />

van informatie in een hogere-orde code. De term associatieschors komt voort uit de veronderstelling<br />

dat de belangrijkste functie van deze gebieden is om een verbinding te leggen<br />

tussen sensorische en motorische gebieden. Zij is daarbij verantwoordelijk voor ‘diepere’<br />

verwerking van informatie uit de sensorische schorsgebieden, waarna deze kan worden<br />

doorgezonden naar de motorische gebieden in de hersenen.<br />

De zenuwbanen die informatie vervoeren binnen het centrale zenuwstelsel, kunnen worden<br />

onderscheiden in afferente en efferente banen. Afferente banen voeren informatie aan van<br />

Vier belangrijke gebieden in de hersenen:<br />

• pariëtale gebied: tastwaarneming, integratie van sensorische informatie,<br />

oriëntatie op omgeving, vaststellen van locatie van objecten in omgeving,<br />

• temporale gebied: auditieve waarneming, vaststellen van identiteit van<br />

objecten in omgeving, vorming van geheugenrepresentaties, taal (begrijpen;<br />

vooral linkerhersenhelft)<br />

• occipitale gebied: visuele waarneming,<br />

• frontale gebied: planning van beweging, taal (spraak: linkerhersenhelft),<br />

inhibitie van irrelevant of ongepast gedrag, interne controle van aandachtsprocessen,<br />

controle van procedures die een beroep doen op het<br />

werkgeheugen.<br />

bijvoorbeeld zintuigen naar hersenen, terwijl efferente banen informatie wegvoeren van hersenen<br />

naar bijvoorbeeld<br />

ruggemerg of spieren.<br />

Een zenuwbaan die geheel<br />

binnen het centrale<br />

zenuwstelsel ligt, heet<br />

tractus. Is er evenwel<br />

sprake van vervoer van<br />

informatie van of naar de<br />

periferie, dan wordt gesproken<br />

van nervus. Bijvoorbeeld,<br />

bij de visuele zenuwbaan heet het deel dat loopt van oog naar thalamus nervus<br />

opticus, en het deel van thalamus naar hersenen tractus opticus.<br />

Een veel gebruikte indeling van hersengebieden is die van Karbinian Brodmann, die dateert<br />

uit 1909 (zie figuur 2.9). In deze kaart worden 52 gebieden in de hersenen onderscheiden,<br />

waarbinnen de cellen een zekere overeenkomst vertonen in hun structuur. Later onderzoek<br />

heeft duidelijk gemaakt dat in bepaalde gebieden van de hersenen een fijnere differentiatie<br />

mogelijk is (zie bijvoorbeeld van Essen, 2013). Zo zijn gebieden als V3 en V4 fijnere onderverdelingen<br />

van gebied 18 uit de kaart van Brodmann, dat het secundaire of extrastriate visuele<br />

gebied vormt. Een andere nuttige kaart van hersengebieden, die eveneens gebaseerd<br />

is op de celarchitectuur, is die van Bonin en Bailey uit 1947. In deze kaart wordt een andere<br />

terminologie gebruikt dan die in de kaart van Brodmann. Zo komen gebieden 7 en 22 in de<br />

kaart van Brodmann overeen met respectievelijk de gebieden PG en TE in de kaart van Bonin<br />

en Bailey. De schorsgebieden vormen een complex netwerk van verbindingen. Behalve<br />

zenuwvezels die lopen tussen beide hemisferen, zijn er binnen de posterieure en anterieure<br />

hersenen ook vele zenuwvezels die primaire en secundaire gebieden met elkaar verbinden.<br />

Ook bestaan er langere rechtstreekse verbindingen tussen de frontale en pariëtale gebieden.<br />

Deze zijn praktisch altijd reciprook: een gebied projecteert niet alleen naar een ander gebied,<br />

maar ontvangt ook informatie terug uit dat gebied.<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!