21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

7.2. Activatie: neurofysiologische aspecten<br />

7.2.1 Inleiding<br />

Activatie wordt beschouwd als de neurofysiologische component van aandacht en het bewustzijn.<br />

In plaats van activatie wordt in de literatuur ook wel het begrip arousal gebruikt. Dit<br />

laatste begrip heeft echter een meer specifieke theoretische lading, omdat het vaak wordt<br />

gebruikt als aanduiding van de excitatietoestand van de schors. Het begrip activatie heeft<br />

echter een ruimere betekenis, omdat het ook betrekking heeft op autonoom fysiologische<br />

veranderingen, zoals veranderingen in hartslagfrequentie, bloeddruk en dergelijke, en veranderingen<br />

in het gedrag. In dit hoofdstuk wordt daarom het meer overkoepelende begrip activatie<br />

gebruikt.<br />

Activatietheorieën hebben gedurende de laatste 30 jaar een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt.<br />

Dit hangt vooral samen met de informatieverwerkingsrevolutie in de psychologie,<br />

dat wil zeggen een sterkere oriëntatie op specifieke verwerkingsprocessen in het brein. In de<br />

literatuur van de jaren vijftig en zestig worden begrippen als activatie en arousal nog vaak<br />

omschreven als een diffuse, niet-specifieke, excitatietoestand van het organisme, die nauw<br />

verbonden is met de intensiteit van het menselijk bewustzijn en gedrag. Volgens deze visie is<br />

activatie een toestand, waarbij energie wordt gemobiliseerd ten behoeve van kwantitatieve<br />

veranderingen in het niveau van bewustzijn, emoties en prestatie (de bovenste lagen in het<br />

schema van figuur 7.1). In de jaren hierna rijpte echter het besef dat activatie ook een uiting<br />

kan zijn van meer specifieke cognitieve- en informatieverwerkingsprocessen in het brein.<br />

Deze nieuwe inzichten zijn onder meer een gevolg van ontwikkelingen in de neurobiologie,<br />

die hebben geleid tot een beter begrip van de complexe structuren in de hersenstam en<br />

limbisch systeem, en wijze waarop zij corticale activatie kunnen moduleren.<br />

Het begrip activatie heeft ook een belangrijke rol gespeeld in psychologisch onderzoek en<br />

theorievorming van de jaren zestig en zeventig. Voorbeelden hiervan zijn theorieën van<br />

onderzoekers als Broadbent, Kahneman en Sanders. Centraal element in hun theorieën was<br />

het idee dat de activatietoestand van hersenen als een soort energiebron fungeert die de<br />

prestatie in cognitieve taken kan beinvloeden. Hierop wordt bij de bespreking van het begrip<br />

aandacht verderop in dit hoofdstuk nader aandacht besteed. Ook zeer bekend uit deze periode<br />

is de omgekeerde U hypothese die stelt dat het niveau van activatie een kromlijning<br />

verband heeft met de efficiëntie van de prestatie: niet alleen te weinig maar ook teveel activatie<br />

kan nadelig zijn voor de prestatie. Een te hoog activatieniveau kan namelijk tot gevolg<br />

hebben dat relevante details uit de omgeving door het informatieverwerkende systeem in de<br />

hersenen worden gemist. Ook kan het leiden tot een te grote motorische druk waardoor op<br />

stimuli uit omgeving wordt gereageerd, voordat deze volledig zijn verwerkt.<br />

158

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!