21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Zo wordt bijvoorbeeld visuele informatie in de primaire en secundaire gebieden van de visuele<br />

schors verwerkt. Deze gebieden spelen echter ook een rol bij de opslag van visuele kennis.<br />

Hetzelfde geldt voor actiekennis, dat wil zeggen kennis die het resultaat is van aanleren<br />

van specifieke motorische vaardigheden. Deze kennis is in en nabij de schorsgebieden die<br />

motorisch gedrag aansturen opgeslagen, zoals de motorische, premotore en supplementaire<br />

motorische gebieden. Over het motorisch geheugen is echter veel minder bekend dan het<br />

perceptuele geheugen. Ook verbale en niet verbale vormen van kennis zijn vermoedelijk<br />

geassocieerd zijn met dezelfde gebieden die ook verantwoordelijk zijn voor verbale en nietverbale<br />

verwerking van informatie.<br />

Door Fuster wordt bovendien benadrukt dat zowel de posterieure en anterieure schors een<br />

hiërarchische organisatie van primaire (projectie) naar secundaire (associatie) gebieden<br />

kennen, die een ontogenetische en fylogenetische gradiënt volgt. Dit wil zeggen dat de primaire<br />

gebieden zich het eerst ontwikkelen, en daarna de secundaire gebieden. Het lijkt<br />

verder aannemelijk dat niet alleen de ontwikkeling, maar ook de structuur van geheugenfuncties<br />

dezelfde organisatiegradiënt vertoont. Zo is kennis van elementaire stimuluskenmerken<br />

vooral in de primaire schorsgebieden opgeslagen, en vindt integratie van deze kenmerken,<br />

bijvoorbeeld bij waarneming van integrale objecten, op andere locaties plaats. Dit zijn deels<br />

hogere-orde of secundaire schorsgebieden, maar ook gebieden buiten de hersenschors<br />

zoals de hippocampus, waarin zich vermoedelijk de relatiecodes van de netwerken bevinden<br />

(zie figuur 4.11 uit hoofdstuk 4 voor een voorbeeld van een dergelijk hiërachisch netwerk).<br />

Figuur 8.1. toont nog een derde dimensie, corticaal-subcorticaal, die vooral betrekking heeft<br />

op het onderscheid tussen fylogenetisch nieuwe en oude structuren. Nieuwe structuren<br />

omvatten de gehele neocortex. Fylogenetisch oude structuren omvatten de hersenstam,<br />

limbisch systeem (hippocampus en amygdala), cerebellum en basale ganglia. Ook deze<br />

indeling is voor de neurobiologie van het geheugen van belang, omdat de subcorticale gebieden<br />

betrokken zijn bij vorming van nieuwe kennis, ook consolidatie genoemd. Structuren<br />

in de hersenstam zoals gebieden die verantwoordelijk zijn voor productie van neurotransmitters,<br />

en het limbisch systeem zoals de hippocampus dragen mede bij tot consolidatie van<br />

kennis van feiten en gebeurtenissen. Deze kennis heeft een overwegend perceptueel karakter.<br />

Cerebellum en basale ganglia spelen daarentegen vooral een rol bij ‘consolidatie’ van<br />

motorische leerprocessen: de zogenaamde perceptueel-motorische vaardigheden.<br />

8.2.2 Toestand van de hersenen<br />

Een belangrijk in alle geheugentheorieën is dat tussen het korte- en langetermijngeheugen.<br />

Volgens de gangbare opvatting heeft het kortetermijngeheugen een geringe capaciteit, en is<br />

het meer gevoelig voor decay (verval als functie van tijd) en interferentie dan het langeter-<br />

206

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!