21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ses. Zo is uit neuroimaging onderzoek van Lane gebleken dat het meest voorste deel van<br />

het anterieure cingulate gebied (het deel dat onder de 'knik' ligt, zie figuur 9.12), een sterkere<br />

doorbloeding vertoont in taken waarbij proefpersonen aandacht besteden aan affectieve<br />

aspecten van visuele beelden. Hetzelfde anterieure cingulate gebied wordt ook geactiveerd<br />

door conflict veroorzakende trials in selectieve aandachtstaken, zoals in de<br />

Stroop taak (bijvoorbeeld rood zeggen als het woord groen een rode kleur heeft) en na<br />

responsen waarbij proefpersonen een fout hebben gemaakt.<br />

Mogelijk heeft deze activiteit te maken met evaluatie van negatieve reinforcers door het<br />

anterieure cingulate gebied. Deze dient wellicht mede om hogere controleprocessen in de<br />

prefrontale schors van feed-back te voorzien die gebruikt kan worden voor ‘herstelacties’.<br />

Andere, meer posterieure, delen van het anterieure cingulate gebied ter hoogte van de<br />

knik, blijken betrokken te zijn bij de regulatie van pijn. Deze gebieden hebben ook veel<br />

verbindingen met het periaquaductale grijs, een gebied diep in de hersenstam dat eveneens<br />

een rol speelt bij pijnregulatie.<br />

9.5.5 Vorming van affectieve representaties: een simpel netwerkmodel<br />

De eigenschappen van elementaire affectieve prikkels als pijn, smaak van voedsel en dergelijke<br />

zijn vermoedelijk in de vorm van elementaire representaties opgeslagen in het limbisch<br />

systeem. Het ‘herkennen’ van deze prikkels gebeurt via input die deels van de zintuigen, en<br />

deels van de primaire sensorische schorsgebieden afkomstig is. Deze prikkels veroorzaken<br />

meestal een directe reflexmatige actie: zo zal bijvoorbeeld een pijnprikkel leiden tot het automatische<br />

terugtrekken van een hand. Voor de meeste aangeleerde responsen, en dus ook<br />

voor de herkenning van de eigenschappen van de hiermee verbonden secundaire reinforcers,<br />

is echter een hoger verwerkingsniveau vereist. Hierbij moet namelijk de prikkel ook op<br />

het niveau van secundaire schorsgebieden zijn verwerkt. Volgens Rolls fungeren de meeste<br />

visuele stimuli met uitzondering wellicht van gelaatsexpressies als secundaire reinforcers. Dit<br />

komt omdat de emotionale valentie van stimuli afhangt van de betekenis van objecten, en in<br />

mindere mate van elementaire fysische kenmerken als modaliteit, kleur of vorm. Wij zijn<br />

bijvoorbeeld niet bang voor de kleur geel, maar wel voor een gele (=giftige) slang. Dit betekent<br />

dus dat herkenning van de emotionele valentie van stimuli pas relatief laat in het verwerkingsproces<br />

optreedt. Hetzelfde principe geldt voor stimuli in een andere modaliteit. Ook<br />

hier is de emotionele betekenis afhankelijk van hogere-orde eigenschappen van de stimuli.<br />

Zo zal de luide uitroep van het woord 'brand' dezelfde reactie (gevaar) oproepen, onafhankelijk<br />

of het door de stem van een man, vrouw of kind wordt uitgesproken. Essentieel voor het<br />

aanleren van veel emotionele reacties is dus dat er een generalisatie plaatsvindt naar objec-<br />

272

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!