AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 441 - 2.9.08 HOF VAN CASSATIE 1835<br />
Raadsheer Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht.<br />
Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.<br />
II. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep<br />
1. Het bestreden arrest van 31 juli <strong>2008</strong> is gewezen bij toepassing van artikel<br />
235ter Wetboek van Strafvordering.<br />
Na inzage van het strafdossier en van het vertrouwelijk dossier zoals bedoeld<br />
in artikel 47septies, §1, tweede lid, en artikel 235ter, §3, Wetboek van Strafvordering,<br />
oordeelt de kamer van inbeschuldigingstelling dat geen onregelmatigheden<br />
werden begaan bij de toepassing van de bijzondere opsporingsmethode van<br />
observatie.<br />
2. Artikel 235ter, §6, Wetboek van Strafvordering bepaalde dat tegen de controle<br />
van het vertrouwelijk dossier door de kamer van inbeschuldigingstelling<br />
geen rechtsmiddel openstond. Dit bracht met zich mee dat daartegen noch onmiddellijk,<br />
noch na het eindarrest of eindvonnis cassatieberoep kon worden ingesteld.<br />
Het Grondwettelijk Hof heeft evenwel bij arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007<br />
artikel 235ter, §6, Wetboek van Strafvordering vernietigd.<br />
Aldus is het gemeen recht terug toepasselijk.<br />
3. Artikel 416, eerste lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt dat tegen voorbereidende<br />
arresten en arresten van onderzoek of tegen in laatste aanleg gewezen<br />
vonnissen van dezelfde soort cassatieberoep eerst openstaat na het eindarrest of<br />
het eindvonnis; de vrijwillige tenuitvoerlegging van die voorbereidende arresten<br />
of vonnissen kan in geen geval als middel van niet-ontvankelijkheid worden ingeroepen.<br />
Artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt dat het vorige lid<br />
niet van toepassing is op arresten of vonnissen inzake bevoegdheid of met toepassing<br />
van de artikelen 135 en 235bis, noch op arresten of vonnissen inzake de<br />
burgerlijke rechtsvordering die uitspraak doen over het beginsel van aansprakelijkheid,<br />
noch op arresten waarbij overeenkomstig artikel 524bis, §1, uitspraak<br />
wordt gedaan over de strafvordering en een bijzonder onderzoek naar de vermogensvoordelen<br />
wordt bevolen, noch op verwijzingsarresten overeenkomstig artikel<br />
57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten<br />
laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd<br />
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.<br />
4. Een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat overeenkomstig artikel<br />
235ter Wetboek van Strafvordering controle uitoefent over de toepassing<br />
van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, is enerzijds een<br />
voorbereidend arrest en is anderzijds niet begrepen onder de uitzonderingen vermeld<br />
in artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering.<br />
Hieruit volgt dat tegen dit arrest maar eerst cassatieberoep openstaat na het<br />
eindarrest of eindvonnis.