24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 462 - 11.9.08 HOF VAN CASSATIE 19<strong>09</strong><br />

Het is nog des te minder denkbaar daar, in dit geval, uit de door de (eiseres) overgelegde<br />

afrekeningen blijkt dat zij via de informatica een berekening in 365/360sten of in<br />

365/365sten kan maken. Voor (de verweerster) heeft de operator de eerste optie gekozen<br />

ook al was deze niet tussen de partijen overeengekomen.<br />

Het is dus geen constant gebruik en de berekeningsmethode hangt af van de willekeur<br />

van de persoon die de berekening maakt, wat niet kan worden geduld.<br />

De afrekening zal dus op basis van een daginterest in 365sten moeten gebeuren".<br />

Het bestreden arrest van 23 juni 2006 " wijst, alvorens recht te doen, (...) aan in de hoedanigheid<br />

van boekhouddeskundige, met als opdracht te berekenen welke bedragen (de<br />

verweerster) aan de (eiseres) is verschuldigd ter uitvoering van de verschillende kredietovereenkomsten<br />

die tussen de partijen gesloten zijn, volgens de berekeningswijze die het<br />

hof (van beroep) in dit arrest en in dat van 26 januari 2006 heeft omschreven" en, dus,<br />

door de daginterest in 365sten te berekenen.<br />

Het baseert die beslissing op de onderstaande gronden:<br />

"Betreffende de wijze om de interest in 360sten of in 365sten te berekenen, heeft het<br />

hof (van beroep) in punt 20 van zijn arrest gepreciseerd dat de daginterest in 365sten<br />

moest worden berekend en dat het door de (eiseres) aangevoerde gebruik om de andere<br />

methode - uitsluitend in haar voordeel - te gebruiken, thans niet meer denkbaar was. Het<br />

heeft niet gezegd dat die werkwijze, die tussen de partijen niet was overeengekomen, niettemin,<br />

betreffende de periode vóór de opzegging van de kredieten, gedekt was door een<br />

stilzwijgende aanvaarding van (de verweerster) die de rekeningafschriften niet had betwist.<br />

Het hof (van beroep) weet trouwens niet hoe de interest berekend werd vóór 1 december<br />

1995 en heeft, in punt 9 van zijn arrest, niet nagelaten te preciseren dat die afschriften<br />

geen detail over de berekeningswijze vermeldden.<br />

De (eiseres) voert dus ten onrechte aan dat de wijzigingen in de afrekening die door het<br />

hof (van beroep) waren opgelegd, slechts vanaf 1 december 1995 uitwerking konden hebben<br />

en dat (de verweerster) niet langer het recht zou hebben om de bedragen te betwisten<br />

die vóór die datum ten onrechte door (de eiseres) waren gevorderd.<br />

In zijn dictum heeft het hof (van beroep) trouwens gepreciseerd dat de nieuwe berekening<br />

betrekking had op de bedragen die (de verweerster) ter uitvoering van de verschillende<br />

kredietovereenkomsten verschuldigd was zonder daaraan een beperking te koppelen<br />

betreffende een eventueel in aanmerking te nemen tijdstip.<br />

De berekening moet dus worden gewijzigd vanaf de toekenning van de kredieten m.b.t.<br />

het bedrag van het driemaandelijks commissieloon en de berekeningswijze van de interest".<br />

Grieven<br />

Eerste onderdeel<br />

In haar derde samenvattende conclusie vóór het bestreden arrest van 26 januari 2006<br />

had de eiseres zich beroepen op het bancair gebruik waarvan dit arrest weigert toepassing<br />

te maken en zij voerde daartoe het volgende aan:<br />

"De (eiseres) heeft geen fouten gemaakt in haar berekeningen;<br />

Aldus vermeldt de berekening van 23 april 2001 (die door de (verweerders) als voorbeeld<br />

wordt genomen): 1.177 dagen tegen 10,6 pct. op 8.250.000 = 2.940.048 frank;<br />

De (verweerders) beweren dat zij een andere uitkomst krijgen, namelijk een bedrag van<br />

2.899.773 frank; in werkelijkheid komt het verschil hieruit voort dat, overeenkomstig een<br />

bancair gebruik, een aantal van 360 dagen in aanmerking wordt genomen i.p.v. 365 of 366<br />

dagen terwijl de (verweerders) 365 dagen in aanmerking nemen (in verband met dat gebruik,<br />

zie o.a. A. WILLEMS en J.P. BUYLE, 'Les usages en droit bancaire', DAOR, 1990, nr.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!