AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2010 HOF VAN CASSATIE 22.9.08 - Nr. 491<br />
matige daad, zodat hun verweer inzake rechtsmisbruik in hoofde van de verweerders niet<br />
kon worden aangenomen, is de voorliggende beslissing tevens onwettig.<br />
De verweerder in een rechtsgeding is gerechtigd verweer te voeren ten aanzien van het<br />
door de eiser gevorderde, zoals onder meer blijkt uit artikel 758 van het Gerechtelijk wetboek.<br />
Zo vermag de verweerder op een vordering, strekkende tot terugbetaling van vermeend<br />
onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen in de verzekering geneeskundige verzorging,<br />
tegen te werpen dat de terugvordering in de door de verweerder gepreciseerde<br />
omstandigheden, een rechtsmisbruik uitmaakt waardoor terugvordering niet kan worden<br />
aangenomen.<br />
Noch de toelaatbaarheid noch de gegrondheid van dergelijk verweer inzake rechtsmisbruik<br />
in hoofde van de eisende partij, is afhankelijk van een vordering, meer bepaald een<br />
tegenvordering in de zin van artikel 14 van het Gerechtelijk Wetboek, “op grond van onrechtmatige<br />
daad”. De omstandigheid dat door (de eiseres en mevrouw Martin), die zich<br />
ter staving van de afwijzing van de hoofdvordering van de verweerders beriepen op<br />
rechtsmisbruik, geen (tegen)vordering werd gesteld op grond van onrechtmatige daad,<br />
ontneemt aan het verweer inzake het rechtsmisbruik evenmin zijn relevantie.<br />
Het arbeidshof schendt in deze lezing dienvolgens de artikelen 14 en 741, 747, 758 en<br />
1042 van het Gerechtelijk wetboek en kon derhalve niet wettig de terugvordering lastens<br />
de eiseres gegrond verklaren (schending van artikel 164, inzonderheid eerste en tweede<br />
lid, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering<br />
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (coördinatie bij koninklijk besluit van 14<br />
juli 1994 houdende coördinatie van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie<br />
van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen),<br />
zoals vervangen bij wet van 20 december 1995).<br />
(...)<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
(...)<br />
Derde middel<br />
Eerste onderdeel<br />
Ontvankelijkheid<br />
5. De verweerders werpen een grond van niet-ontvankelijkheid op van het onderdeel,<br />
behalve in zoverre het een motiveringsgebrek aanvoert: het onderdeel<br />
heeft geen belang.<br />
Ten onrechte voeren de verweerders aan dat de argumentatie met betrekking<br />
tot het rechtsmisbruik door het arrest afgewezen wordt met andere niet-bekritiseerde<br />
redenen dan dat misbruik van recht niet kan slagen in zoverre het leidt tot<br />
een beleid dat strijdig is met de wet.<br />
De grond van niet-ontvankelijkheid moet worden verworpen.<br />
Het onderdeel zelf<br />
6. In haar appelconclusies voerde de eiseres aan dat, ongeacht of aan de verweerders<br />
een fout kon worden tegengeworpen bij het onderzoek van de getuigschriften,<br />
het instellen van de vordering tot terugbetaling in de gegeven omstandigheden<br />
misbruik van recht uitmaakte, omdat het berokkende nadeel bij de uitoefening<br />
van het recht tot terugbetaling buiten verhouding is tot het door de ver-