24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2026 HOF VAN CASSATIE 22.9.08 - Nr. 493<br />

op dat ogenblik ingaat.<br />

3. De appelrechters oordelen dat, waar de verjaring pas geldig werd gestuit<br />

door de eerste dagvaarding van 19 april 2002, die zich situeert in het tweede<br />

kwartaal van 2002, de vordering van de eiser slechts kan terugreiken tot en met<br />

het tweede kwartaal van 1997 en niet tot het eerste kwartaal van hetzelfde jaar.<br />

4. Door op die gronden te oordelen dat de vordering van de eiser, in zoverre<br />

die betrekking heeft op het eerste kwartaal van 1997, verjaard is, terwijl de vijfjarige<br />

verjaring met betrekking tot de voor dit kwartaal door de verweerster verschuldigde<br />

bijdragen slechts inging op 1 mei 1997, schenden de appelrechters artikel<br />

42, eerste lid, van de RSZ-wet en artikel 34, eerste lid en voorlaatste lid,<br />

van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van die wet.<br />

Het middel is gegrond.<br />

Tweede middel<br />

Eerste onderdeel<br />

5. Krachtens artikel 127bis, eerste lid, van de Programmawet van 30 december<br />

1988, zoals te dezen van toepassing, moet de werkgever, om te genieten van een<br />

tijdelijke vermindering van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid ter<br />

bevordering van de tewerkstelling, zoals dit voordeel voorzien is in het hoofdstuk<br />

VII van deze wet, voor de werkgevers bedoeld in de artikelen 118, §1, 1°,<br />

2°, 3° en 6° en 119, a en c, van dezelfde wet, bij het bevoegd gewestelijk bureau<br />

van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, een getuigschrift verkrijgen waaruit<br />

blijkt dat deze werknemer voldoet aan de voorwaarden vereist voor de toepassing<br />

van de bepalingen van dit hoofdstuk.<br />

Krachtens artikel 127bis, tweede lid, van dezelfde wet, bepaalt de Koning de<br />

voorwaarden, de nadere regelen en de termijnen binnen welke de werkgevers dit<br />

getuigschrift moeten aanvragen.<br />

Krachtens artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 5 augustus 1991<br />

tot uitvoering van artikel 127 bis van de Programmawet van 30 december 1988,<br />

zoals te dezen van toepassing, moet het getuigschrift dat aan de werknemers toelaat<br />

te genieten van de toepassing van de artikelen 114 tot 131 van voormelde<br />

Programmawet, voor de werknemers bedoeld in de artikelen 118, §1, 1°, 2°, 3°<br />

en 6° en 119, a en c, van dezelfde wet, bij het bevoegde gewestelijk bureau van<br />

de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening worden aangevraagd ten laatste de dertigste<br />

dag die volgt op de dag van het begin van de tewerkstelling.<br />

6. Uit het geheel van deze bepalingen volgt dat de werkgever, die nalaat, binnen<br />

de termijn bepaald in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 5 augustus<br />

1991 voor de werknemers bedoeld in de artikelen 118, §1, 1°, 2°, 3° en 6°<br />

en 119, a en c, van de Programmawet van 30 december 1988, bij het bevoegde<br />

gewestelijk bureau het in dit artikel bedoeld getuigschrift aan te vragen, het recht<br />

verliest om het voordeel van hoofdstuk VII van zelfde wet te genieten.<br />

7. De appelrechters oordelen dat het bedoeld getuigschrift slechts een bewijsinstrument<br />

is, dat door de wetgever werd aangereikt met de bedoeling zekerheid<br />

en eenvoud te bewerkstelligen omtrent het bewijs dat de in dienst genomen<br />

werknemer de noodzakelijke in de Programmawet gestelde voorwaarden vervult

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!