AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 452 - 5.9.08 HOF VAN CASSATIE 1865<br />
Het Hof (Eerste kamer, Nederlandse afdeling) heeft zijn rechtspraak van 26 januari<br />
2007 evenwel bevestigd, bij arrest van 12 juni <strong>2008</strong> 9 , met een dictum dat geen twijfel<br />
meer laat: “Verwijst de zaak terug 10 naar het(zelfde) Hof van Beroep”.<br />
Ervan uitgaande dat deze drie arresten dus tot een “verwijzing” na cassatie beslissen,<br />
bestaat de enige onverenigbaarheid (tussen de arresten van de Nederlandse afdeling, resp.<br />
de Franse afdeling) in de aanwijzing van de verwijzingsrechter. Dit is de reden waarom de<br />
zaak thans in voltallige zitting wordt behandeld: het Hof zal dienen te beslissen of, na<br />
cassatie, deze zaak dient te worden verwezen naar een ander of hetzelfde hof van beroep<br />
(dan wel of er geen aanleiding is tot verwijzing).<br />
3. Artikel 1110, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt:<br />
“Ingeval cassatie wordt uitgesproken met verwijzing, heeft deze plaats naar het gerecht<br />
in hoogste feitelijke aanleg van dezelfde rang als datgene dat de bestreden beslissing<br />
gewezen heeft”.<br />
Krachtens het artikel 2 van dit Wetboek is deze bepaling in de regel toepasselijk op alle<br />
rechtsplegingen.<br />
In burgerlijke (en handels-)zaken, beheerst door het algemeen rechtsbeginsel van de<br />
autonomie van de procespartijen en het beschikkingsbeginsel (art. 1138, 2° en 3°, Ger.<br />
W.), is de verwijzing na cassatie alleszins de regel.<br />
Artikel 1110 van het Gerechtelijk Wetboek kan immers niet los gelezen worden van artikel<br />
147, tweede lid van de Grondwet, krachtens hetwelk het Hof, als cassatierechter, niet<br />
in de beoordeling van de zaken zelf treedt, welke regel geen uitzondering lijdt 11 . Deze<br />
grondwettelijke taak van het Hof is ertoe beperkt om, bij vaststelling van een onwettigheid,<br />
het geschil terug te plaatsen in de toestand waarin het zich bevond voordat de aangevochten<br />
beslissing was genomen 12 . Als “rechter van het recht” vervangt de cassatierechter<br />
de beslissing die hij heeft vernietigd niet. Hij beoordeelt de partijen niet. Zijn wettigheidtoezicht<br />
beperkt zich tot de bestreden beslissing. Hij mag het geschil dus nooit<br />
“evoceren” 13 . Bovendien openen de artikelen 1119 en 1120 van het Gerechtelijk Wetboek<br />
a.h.w. een “colloquium” tussen het Hof van Cassatie en de feitenrechter in die zin dat een<br />
dossier na cassatie in principe nog ter beoordeling aan een feitenrechter moet worden<br />
voorgelegd 14 .<br />
Hoewel deze verwijzingsregel niet absoluut is, werd daarvan dus slechts hoogst<br />
uitzonderlijk afgeweken 15 .<br />
9 A.R. C.07.0121.N, www.cass.be.<br />
10 Eigen cursivering.<br />
11 P.G. R. HAYOIT DE TERMICOURT, “Propos sur l’article 95 de la Constitution”, rede uitgesproken bij<br />
de plechtige openingszitting van het Hof van 15 september 1954, Brussel, Établissement Émile Bruylant<br />
1954, 5 en 29.<br />
12 C. STORCK, “Le renvoi au juge du fond dans la procédure en cassation en matière civile”, in: Liber<br />
amicorum Pierre Marchal, Brussel, Larcier, 2003, (2<strong>09</strong>), 217, nr. 12 en 220, nr. 15.<br />
13 J.F. VAN DROOGHENBROECK, Cassation et juridiction. Iura dicit Curia, Brussel, Bruylant, 2004,. 137,<br />
nr. 117 en de voetnoot (365).<br />
14 F. DUMON, “Art. 1110 Ger.W.”, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van<br />
rechtspraak en rechtsleer, Kluwer Rechtswetenschappen België, 6, 6b.<br />
15 Zie de voorbeelden in de oude rechtspraak van het Hof, aangehaald door C. STORCK, “Le renvoi au<br />
juge du fond dans la procédure en cassation en matière civile”, in: Liber amicorum PIERRE MARCHAL,<br />
Brussel, Larcier, 2003, (2<strong>09</strong>), 213, nr. 18; A. FETTWEIS, Manuel de procédure civile, Faculté de droit,<br />
Luik, 1987, 559, nr. 872; J.F. VAN DROOGHENBROECK, Cassation et juridiction. Iura dicit Curia,<br />
Brussel, Bruylant, 2004, 138, nr. 118, die F. RIGAUX (La nature du contrôle de la Cour de cassation,<br />
Brussel, Bruylant, 1966, 25, nr. 19).citeert: “si les deux règles sont proches l’une de l’autre et que,<br />
en principe, la seconde constitue une mise en oeuvre de la première, on ne saurait les confondre: en<br />
effet, alors que le devoir de s’abstenir de connaître du fond s’impose au juge de cassation, sans<br />
souffrir d’exception, la loi permet, dans certains cas, la cassation sans renvoi”.