AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>2008</strong> HOF VAN CASSATIE 22.9.08 - Nr. 491<br />
tewerk ging (syntheseconclusie p. 42-43);<br />
- zulks geen aanleiding had gegeven tot het opstellen van een proces-verbaal, noch tot<br />
het maken van een opmerking inzake het ondertekenen van de verzamelingsgetuigschriften<br />
in opdracht van mevrouw Martin (syntheseconclusie pp. 43-44);<br />
- het RIZIV op de hoogte was van de werking van de eiseres (syntheseconclusie p. 44);<br />
-“het uitoefenen door het RIZIV, meer bepaald door de dienst voor geneeskundige controle,<br />
van haar rechten vervat in het koninklijk besluit van 3 juli 1996, door aan (de verweerders)<br />
opdracht te geven zogenaamd onterecht betaalde prestaties terug te vorderen,<br />
terwijl gedurende verschillende jaren de werking van (de eiseres) gekend was en zij (de<br />
eiseres) op deze wijze gedurende minstens 2 jaren heeft laten verder werken, dan ook manifest<br />
rechtsmisbruik uitmaakt” (syntheseconclusie p. 46, derde alinea).<br />
De eiseres besloot dan ook dat gehandeld werd op een wijze die manifest de grenzen te<br />
buiten gaat van de normale rechtsuitoefening door een redelijk en bedachtzaam persoon,<br />
in dezelfde omstandigheden geplaatst, nu gedurende jaren geen opmerking werd gemaakt<br />
over de werking van de eiseres, om dan plots jaren later over te gaan tot de integrale terugvordering<br />
van de omzet van de eiseres gedurende twee jaar (syntheseconclusie p. 46,<br />
in het midden). De eiseres wees er meer bepaald op dat bij een eventuele uitoefening van<br />
dit recht de aan haar berokkende schade buiten iedere verhouding zou zijn met het door de<br />
houder van het recht beoogde voordeel, wat strijdig is met het proportionaliteits-criterium.<br />
De eiseres wees er tevens op dat niet alleen de vordering van het Rijksinstituut geen<br />
uitwerking kon krijgen (en dus de vorderingen van de verweerders zonder voorwerp waren),<br />
doch ook de vorderingen van de verweerders zelf, rechtsmisbruik uitmaakten (syntheseconclusie<br />
p. 47, in het midden).<br />
In haar repliekconclusie na het advies van het auditoraat-generaal wees de eiseres er<br />
meer in het bijzonder op (pp. 19 e.v.), aldus het advies van het openbaar ministerie tegensprekend,<br />
dat er sprake kan zijn van rechtsmisbruik zelfs wanneer het recht zijn oorsprong<br />
vindt in de wet, en zelfs wanneer dit de openbare orde raakt.<br />
Naar aanleiding van de, later door het arbeidshof uitdrukkelijk overgenomen overweging<br />
van het auditoraat-generaal luidens welke “het vaststaande rechtspraak (is) dat ook<br />
de regels van behoorlijk bestuur, laat staan van rechtsmisbruik, niet kunnen leiden tot een<br />
beleid dat strijdig is met de wet”, stelde de eiseres (repliekconclusie vanaf p. 20):<br />
“Concluante merkt op dat deze bewering in ieder geval voor wat betreft rechtsmisbruik<br />
onjuist is.<br />
Zo werd in het verleden reeds verschillende malen door het Hof van Cassatie geoordeeld<br />
dat iemand die een recht uitoefent dit recht kan misbruiken, ook al ontleent hij dit<br />
aan een overeenkomst, of zelfs aan de wet (Cass. 10 juni 1988, R.W. 1988-89, 771).<br />
Zelfs de fundamentele rechten en vrijheden van de mens kunnen worden misbruikt (…)<br />
Dat er tevens sprake kan zijn van rechtsmisbruik zelfs wanneer het desbetreffende recht<br />
de openbare orde raakt: (…) (Cass. 10 juni 2004, CO20039N, www.cass.be)<br />
Dat dienaangaande in de conclusie van de advocaat-generaal met opdracht Dirk Thijs,<br />
gesteld wordt:<br />
“(…)<br />
Uit dat arrest kan tevens worden afgeleid dat er sprake kan zijn van rechtsmisbruik<br />
wanneer dat recht is gesteund op wettelijke bepalingen die van openbare orde zijn en dus<br />
in het algemeen belang uitgevaardigde voorschriften uitmaken”.<br />
Dat rechtsmisbruik wel van toepassing is in deze gevallen, komt juist omdat het een<br />
veel sterkere rechtsfiguur is dan de gewone onrechtmatige daad. (…)”.<br />
Ook in deze repliekconclusie paste de eiseres, middels een omstandige uiteenzetting die