AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1870 HOF VAN CASSATIE 5.9.08 - Nr. 452<br />
ingeval van cassatie met verwijzing, de zaak te verwijzen naar het gerecht in hoogste feitelijke<br />
aanleg van dezelfde rang als datgene dat de beslissing gewezen heeft (optie 1). Ze<br />
verbiedt, strikt genomen, het Hof evenwel niet om een cassatie uit te spreken “zonder verwijzing<br />
naar een ander gerecht van dezelfde rang” 34 en dus “terug te verwijzen” naar hetzelfde<br />
gerecht, voor zover dit geen schending inhoudt van artikel 147 van de Grondwet,<br />
noch van het bij wet ingestelde colloquium tussen het Hof van Cassatie en de feitenrechter,<br />
noch van diens beoordelingsvrijheid (optie 2). De cassatie “beperkt zonder verwijzing,<br />
doch met “terugverwijzing naar hetzelfde gerecht”, dat dus gedeeltelijk gebonden is (optie<br />
3) lijkt niet verenigbaar met de artikelen 1119 en 1120 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />
8. Het Hof kan de tweede keuze maken in het voorliggende geval, waarin de appelrechters,<br />
wier beslissing dat de eerste rechter terug moet oordelen wordt vernietigd, dus zelf<br />
hadden moeten oordelen en hun rechtsmacht niet verder hebben uitgeoefend.<br />
Deze keuze lijkt ook niet strijdig met de ratio van artikel 1110 van het Gerechtelijk<br />
Wetboek, dat gestoeld zou zijn op een zekere argwaan tegenover de feitenrechter. Het<br />
wantrouwen van de Franse wetgever ten aanzien van hetzelfde rechtscollege (zelfs in een<br />
andere samenstelling), omdat het bevooroordeeld zou zijn of meer weerstand zou bieden<br />
aan de leer van het cassatiearrest 35 , lijkt niet gefundeerd wanneer dit rechtscollege een geschilpunt<br />
ten gronde dient te beoordelen waarover zijn rechtsmacht onaangetast is, zoals<br />
wanneer de appelrechters zich slechts ten dele ten gronde uitspreken en het geschil voor<br />
het overige ten onrechte verwijzen naar de eerste rechter. De vernietiging van deze verwijzingsbeslissing<br />
hoeft derhalve niet noodzakelijk te verhinderen dat dezelfde appelrechters<br />
hun rechtsmacht behouden om uitspraak te doen over de nog te beslechten geschilpunten.<br />
In dezen is de kritiek, in het eerste cassatiemiddel, op de beslissing van de appelrechters<br />
over de wijze van berekening van de vervangende opzeggingsvergoeding, te verwerpen,<br />
daar ze feitelijke grondslag mist. Hun arrest wordt daarin voor het overige niet<br />
aangevochten en wordt dus definitief, behoudens in zoverre ze verwijzen naar de eerste<br />
rechter, wat in het tweede middel terecht wordt bestreden. Of ze hun<br />
beoordelingsbevoegdheid t.a.v. dit laatste behouden of niet, rest hen dus nog enkel het<br />
verslag te beoordelen van de deskundige, die ze met de bijkomende opdracht hebben<br />
belast hen te adviseren over de hoegrootheid van die vergoeding en dit bedrag dan zelf te<br />
bepalen.<br />
9. Conclusie: vernietiging van het bestreden arrest in zoverre het de zaak verwijst naar<br />
de eerste rechter, verwerping van het cassatieberoep voor het overige en<br />
“terugverwijzing” naar het hof van beroep te Gent.<br />
ARREST<br />
(A.R. C.07.0327.N)<br />
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 4 april 2005 gewezen door<br />
het Hof van Beroep te Gent.<br />
Bij beschikking van de eerste voorzitter van 14 maart <strong>2008</strong> werd deze zaak<br />
vastgesteld voor de voltallige terechtzitting.<br />
Raadsheer Alain Smetryns heeft verslag uitgebracht.<br />
Advocaat-generaal Guy Dubrulle heeft geconcludeerd.<br />
34 Mits het in de randnummers 6 en 7.1, in fine, gemaakte voorbehoud.<br />
35 J. BORÉ en L. BORÉ, La cassation en matière civile, Dalloz, 2003, 131.61.