AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1848 HOF VAN CASSATIE 3.9.08 - Nr. 446<br />
niet toepasselijk is op de onderzoeksgerechten die uitspraak doen over de handhaving<br />
van de tegen de vreemdeling genomen administratieve maatregel van<br />
vrijheidsberoving, faalt het naar recht.<br />
Krachtens artikel 71, eerste lid, van de wet van 15 december 1980, kan de<br />
vreemdeling die het voorwerp is van een maatregel van vrijheidsberoving die<br />
met name met toepassing van de artikelen 7 en 74/6 is genomen, tegen die maatregel<br />
beroep instellen bij de raadkamer. Met toepassing van artikel 72, tweede<br />
lid, heeft het jurisdictioneel toezicht op een dergelijke maatregel alleen betrekking<br />
op de wettigheid van de titel waarop de vrijheidsberoving steunt.<br />
Het middel dat dienaangaande aanvoert dat het aan de appelrechters stond om<br />
de wettigheid te onderzoeken van de hechtenis van de eiser ongeacht de administratieve<br />
beslissing waaruit zij voortvloeit, faalt eveneens naar recht.<br />
De beslissing die op grond van artikel 74-6, §1bis, 12°, is genomen, verlengt<br />
de aanvankelijke maatregel niet die met toepassing van artikel 7, derde lid, is genomen,<br />
maar is een autonome titel van vrijheidsberoving, onderscheiden van die<br />
welke in het beroep waarover de kamer van inbeschuldigingstelling uitspraak<br />
heeft gedaan, is bedoeld.<br />
De appelrechters oordelen dus naar recht dat wegens de beslissing van 18 juli<br />
<strong>2008</strong>, het beroep van de eiser tegen de beslissing van 10 juli <strong>2008</strong> geen bestaansreden<br />
meer had.<br />
Voor het overige dienden zij niet te antwoorden op het verweer volgens hetwelk<br />
de eiser, krachtens de beschikking van de voorzitter van de rechtbank van<br />
eerste aanleg, momenteel niet kan uitgezet worden, aangezien dat middel door<br />
hun beslissing irrelevant is geworden.<br />
Het middel kan in zoverre niet worden aangenomen.<br />
Tweede middel<br />
Het middel voert aan dat het arrest artikel 13 van het Verdrag tot Bescherming<br />
van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden schendt, in zoverre<br />
het door de vrijheidsberoving van de eiser te handhaven, hem een daadwerkelijk<br />
rechtsmiddel voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ontzegt, waaraan<br />
een verzoekschrift tot nietigverklaring is voorgelegd tegen de beslissing van nietontvankelijkheid<br />
van zijn aanvraag tot verblijfsvergunning.<br />
In zoverre het middel aanvoert dat de appelrechters oordelen dat de instelling<br />
van het voormelde rechtsmiddel de uitzetting van de eiser niet belette, ofschoon<br />
het arrest zulks niet vermeldt, mist het feitelijke grondslag.<br />
Het recht dat bij artikel 13 van het voormelde verdrag is gewaarborgd, belet de<br />
rechter niet om vast te stellen dat beroep tegen een maatregel van vrijheidsberoving<br />
geen bestaansreden meer heeft.<br />
Het middel faalt in zoverre naar recht.<br />
Ambtshalve onderzoek van de beslissing over de strafvordering<br />
De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn<br />
in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.<br />
Dictum