24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1976 HOF VAN CASSATIE 18.9.08 - Nr. 484<br />

ber 1982 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling<br />

van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel<br />

van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, van het koninklijk besluit van 15 april 1958<br />

houdende toekenning van een toelage voor overwerk aan sommige leden van hetzelfde<br />

personeel en van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de<br />

bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel<br />

van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie<br />

of met beperkt leerplan;<br />

- artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling<br />

van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie<br />

van Openbaar Onderwijs, zoals aangevuld door het koninklijk besluit van 6 februari<br />

1980 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958, maar vóór de wijziging<br />

ervan door artikel 473 van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels<br />

die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen<br />

(organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van<br />

studenten);<br />

- de artikelen 25, 27, 29 en 36, §1, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige<br />

bepalingen van de onderwijswetgeving, respectievelijk gewijzigd als volgt: het eerste<br />

artikel door het koninklijk besluit nr. 413 van 29 april 1986, het tweede door de wetten<br />

van 20 februari 1970 en 6 juli 1970, 11 juli 1973 en 1 augustus 1985, door het koninklijk<br />

besluit nr. 62 van 20 juli 1982 en door het decreet van 16 april 1991, het derde door de<br />

wet van 11 juli 1973 en het vierde door de koninklijk besluiten nr. 413 van 29 april 1986<br />

en 477 van 20 augustus 1986 en door het decreet van 1 februari 1993.<br />

Aangevochten beslissing<br />

Het arrest, dat verwijst naar het door de eerste rechter gegeven relaas van de feiten en<br />

van het voorwerp van de oorspronkelijke vordering, beslist dat de anti-cumulatieregel van<br />

de artikelen 2 en 10, §2, 2°, van het koninklijk besluit nr. 63 niet van toepassing is op het<br />

ambt van begeleider in het conservatorium, maar wel op dat van leraar in de muziekacademie,<br />

en verwerpt de vordering van de eiseres tot vergoeding van de schade die haar is<br />

berokkend door de fout van de verweerster en die bestond in de onrechtmatige toepassing<br />

van een anti-cumulatieregeling, op de volgende gronden:<br />

"zoals reeds uiteengezet in het voorgaand arrest, is (de eiseres) bij het koninklijk besluit<br />

van 11 januari 1998 vast benoemd tot begeleidster in het koninklijk conservatorium te<br />

Bergen;<br />

in diezelfde periode werd zij tevens benoemd tot leraar in de muziekacademie te Tubeke;<br />

artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982, gewijzigd bij het<br />

koninklijk besluit van 30 december 1982, bepaalt dat dit besluit, behalve artikel 7 - dat<br />

vreemd is aan het geschil - niet van toepassing is op het niet-uitsluitend ambt in de zin van<br />

artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van<br />

het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie<br />

van Openbaar Onderwijs;<br />

volgens artikel 5, vierde lid, van dat koninklijk besluit van 15 april 1958, aangevuld<br />

door het koninklijk besluit van 6 februari 1980, duidt de uitdrukking 'niet-uitsluitend<br />

ambt' het ambt aan dat in één of verschillende scholen of inrichtingen voor kunstonderwijs<br />

van de Staat uitgeoefend wordt door de leraar, belast met de artistieke vakken, en<br />

door de begeleider;<br />

bijgevolg is de anticumulatieregel van de artikelen 2 en 10, §2, 2°, van het voormelde<br />

koninklijk besluit nr. 63 niet van toepassing op het ambt van begeleider, maar wel op dat<br />

van leraar in de muziekacademie;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!