24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2102 HOF VAN CASSATIE 29.9.08 - Nr. 513<br />

Het hoger beroep moet derhalve, zonder dat er grond bestaat om de vordering (van de<br />

eiser) tot heropening van het debat toe te wijzen, gegrond verklaard worden en de beslissing<br />

tot terugvordering die op 11 januari 2002 is genomen en ten vroegste op 10 december<br />

2004, of zelfs pas op 23 december 2004, (aan de verweerder) ter kennis is gebracht, moet<br />

verjaard verklaard worden, zodat (de verweerder) niet gehouden is het bedrag van<br />

2.105,33 euro, dat op 10 december 2004 is gevorderd ter uitvoering van de beslissing van<br />

11 januari 2002, terug te betalen".<br />

Grieven<br />

Eerste onderdeel<br />

Elke onrechtmatig ontvangen som dient te worden terugbetaald (artikel 169, eerste lid,<br />

van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering).<br />

Luidens artikel 7, §13, eerste lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende<br />

de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, verjaren de rechtsvorderingen tot uitbetaling<br />

van werkloosheidsuitkeringen na drie jaar. Deze termijn gaat in de eerste dag van het kalenderkwartaal<br />

dat volgt op dat waarop de uitkeringen betrekking hebben.<br />

Uit de stukken waarop het Hof acht vermag te slaan, blijkt dat de verweerder hoger beroep<br />

heeft ingesteld tegen een beslissing van de eiser om onrechtmatig betaalde uitkeringen<br />

terug te vorderen.<br />

Het arrest beslist op grond van artikel 7, §13, eerste lid, van de besluitwet van 28 december<br />

1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, dat "alleen de verjaring<br />

van drie jaar, bepaald in artikel 7, §13, eerste lid, van de besluitwet van 28 december<br />

1944, van toepassing is" en dat "de uitkeringen zijn verjaard overeenkomstig artikel 7,<br />

§13, eerste lid, van de besluitwet van 28 december 1944".<br />

Het arrest, dat toepassing maakt van artikel 7, §13, eerste lid, van de besluitwet van 28<br />

december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, met betrekking<br />

tot de verjaring van de rechtsvorderingen tot uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen,<br />

terwijl het geschil betrekking had op de verjaring van het recht om de onrechtmatig ontvangen<br />

werkloosheidsuitkeringen terug te vorderen, zoals bedoeld in artikel 7, §13, tweede<br />

lid, van dezelfde besluitwet, schendt alle in dit onderdeel bedoelde bepalingen.<br />

(...)<br />

III. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

Eerste onderdeel<br />

Luidens artikel 7, §13, eerste lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende<br />

de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, verjaren de rechtsvorderingen<br />

tot uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen na drie jaar. Deze termijn<br />

gaat in de eerste dag van het kalenderkwartaal dat volgt op dat waarop de uitkeringen<br />

betrekking hebben.<br />

Die bepaling regelt de verjaring van de rechtsvorderingen tot uitbetaling van<br />

de werkloosheidsuitkeringen, maar niet de verjaring van het recht van de Rijksdienst<br />

voor Arbeidsvoorziening om de terugvordering van de onrechtmatig uitbetaalde<br />

werkloosheidsuitkeringen te bevelen, en evenmin de verjaring van de<br />

rechtsvorderingen van de uitbetalingsinstellingen die tot deze terugvordering<br />

strekken.<br />

Het arrest beslist dat "alleen de verjaring van drie jaar, bepaald in artikel 7,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!