AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 463 - 11.9.08 HOF VAN CASSATIE 1915<br />
- de artikelen 5, 13, 15, 17, 18, 774, 812, inzonderheid tweede lid, 1042, 1050, 1054 en<br />
1138, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek;<br />
- algemeen rechtsbeginsel krachtens hetwelk de rechter gehouden is om, mits hij het<br />
recht van verdediging eerbiedigt, het geschil te beslechten overeenkomstig de rechtsregels<br />
die erop van toepassing zijn en deze toe te passen, welk rechtsbeginsel met name toepassing<br />
vindt in artikel 774 van het Gerechtelijk Wetboek;<br />
- algemeen rechtsbeginsel krachtens hetwelk afstand van recht niet wordt vermoed;<br />
- de artikelen 1319 en 1320 van het Burgerlijk Wetboek;<br />
- artikel 149 van de Grondwet.<br />
Aangevochten beslissingen<br />
Het arrest stelt eerst vast dat "(de tweede en derde verweerders), in een conclusie na<br />
deskundigenonderzoek die op 7 augustus 2003 werd ontvangen ter griffie van de rechtbank,<br />
vorderen dat (de eerste en de vierde verweerster), hoofdelijk of in solidum, of de<br />
ene bij ontstentenis van de andere, worden veroordeeld om de eerstgenoemden<br />
242.304,43 euro te betalen, te vermeerderen met 50 euro per dag vanaf 21 maart 2003 tot<br />
de oplevering van de uit te voeren werkzaamheden", dat "(de vierde verweerster), in een<br />
conclusie die op 5 april 2004 ter griffie van de rechtbank is ontvangen, vordert dat de<br />
(eerste verweerster) wordt veroordeeld om haar 37.389,58 euro in hoofdsom te betalen,<br />
alsook om de openbare weg 'Campagne de la Banse' vrij te maken, de rijweg in zijn vorige<br />
staat te herstellen en de door deskundige Petitjean aanbevolen werken uit te voeren",<br />
dat, "(de eerste verweerster), bij dagvaarding van 22 april 2004, (de eiseres) dagvaardt in<br />
gedwongen tussenkomst en vrijwaring" en dat "het beroepen vonnis: - de rechtsvordering<br />
tot gedwongen tussenkomst en vrijwaring van (de eerste verweerster) tegen (de eiseres)<br />
naar de rol verwijst", dat voorts "de (tweede en derde verweerder), in hoger beroep, - betreffende<br />
het beroepen vonnis, vorderen dat de Rechtbank van Eerste Aanleg te Luik (...) •<br />
de (eerste verweerster), (de vierde verweerster) en (de eiseres) in solidum veroordeelt om<br />
hun het totale bedrag van 262.833,70 euro in hoofdsom, naast de interest te betalen • die<br />
drie partijen veroordeelt om de beveiligingswerken die door deskundige Petitjean waren<br />
aanbevolen, binnen vier maanden na de betekening (van het arrest) uit te voeren", dat "(de<br />
vierde verweerster), betreffende (het hoger beroep tegen het vonnis van 24 juni 2004), in<br />
hoger beroep in hoofdorde (...) en, subsidiair, in de onderstelling dat (de eiseres) aansprakelijk<br />
moet worden geacht voor de gedeeltelijke afbrokkeling van de terril, • vordert dat<br />
(de eiseres) en (de eerste verweerster), hoofdelijk, in solidum of de ene bij ontstentenis<br />
van de andere, worden veroordeeld tot vergoeding van de door (de vierde verweerster) geleden<br />
schade zoals die is vastgesteld door het beroepen vonnis, in zoverre het de (eerste<br />
verweerster) veroordeelt, enerzijds, tot betaling aan (de vierde verweerster) van 37.389,58<br />
euro in hoofdsom, te vermeerderen met de interest, anderzijds, tot uitvoering van de door<br />
de deskundige aanbevolen beveiligingswerken, binnen vier maanden na de betekening<br />
(van het arrest), op straffe van een dwangsom van 150 euro per dag vertraging aan (de<br />
vierde verweerster) en, tot slot, tot betaling aan (laatstgenoemde) van haar kosten, zijnde<br />
38.598,96 euro, • vordert dat de veroordeling wordt uitgebreid naar de verplichting de<br />
openbare weg in de rue Campagne de la Banse vrij te maken en te herstellen"; vervolgens<br />
verklaart het arrest de tegen de eiseres ingestelde incidentele beroepen en de tegen haar<br />
ingestelde nieuwe vorderingen ontvankelijk, wijzigt het beroepen vonnis van 24 juni<br />
2004, "ontvangt de oorspronkelijke vorderingen van de verweerders" en veroordeelt bijgevolg<br />
de eiseres, enerzijds, in solidum met de eerste en de vierde verweerster, tot betaling<br />
aan de tweede en derde verweerder van het bedrag van "41.508,70 euro, vermeerderd met<br />
de interest tegen de wettelijke rentevoet op 5.891,20 euro vanaf 30 mei 1999 tot algehele<br />
betaling, met de interest op 35.617,50 euro tegen een rentevoet van 5 pct. vanaf 18 maart<br />
2003 tot op de datum (van het) arrest en met de interest tegen de wettelijke rentevoet op