24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 470 - 12.9.08 HOF VAN CASSATIE 1937<br />

De beoordeling van deze drie voorwaarden geschiedt per kadastraal perceel.<br />

Wanneer bij deze beoordeling blijkt dat een gedeelte van een kadastraal perceel niet beantwoordt<br />

aan deze drie voorwaarden, is de vrijstelling niet van toepassing.<br />

Geen vrijstelling van belasting kan worden ingevoerd dan door een wet.<br />

De belastingplichtige draagt de bewijslast dat het kadastraal perceel beantwoordt aan<br />

deze drie voorwaarden. Het is enkel wanneer de belastingplichtige in deze bewijslast<br />

slaagt dat dit kadastraal perceel van de onroerende voorheffing wordt vrijgesteld.<br />

In het arrest wordt niet vastgesteld dat aan deze bewijslast is voldaan.<br />

Hieruit volgt dat het arrest zijn beslissing, dat de sporthal, ondanks het ontvangen van<br />

een vergoeding voor de cafetaria, als improductief wordt beschouwd en derhalve voor de<br />

volledige sporthal de drie voorwaarden voor het toestaan van de besproken vrijstelling<br />

zijn vervuld, niet wettelijk verantwoordt (schending van artikel 253, 3°, van het Wetboek<br />

van de Inkomstenbelastingen (1992), in de versie zoals gewijzigd bij artikel 38 van de wet<br />

van 6 juli 1994); tevens wordt door deze uitspraak een vrijstelling van belasting toegestaan,<br />

die niet in de wet is voorzien (schending van artikel 172 van de Grondwet), en<br />

wordt de op de verweerster rustende bewijslast dat zij aan de wettelijke voorwaarden voldoet<br />

voor het bekomen van de besproken vrijstelling miskend (schending van artikel 1315<br />

van het Burgerlijk Wetboek).<br />

III. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

Tweede onderdeel<br />

1. Artikel 253, 3°, van het Wetboek van de Inkomstenbelasting (1992) bepaalt<br />

dat wordt vrijgesteld van de onroerende voorheffing, het kadastraal inkomen van<br />

onroerende goederen die de aard van nationale domeingoederen hebben, op zichzelf<br />

niets opbrengen en voor een openbare dienst of voor een dienst van algemeen<br />

nut worden gebruikt.<br />

De vrijstelling is van de drie voorwaarden samen afhankelijk.<br />

2. Deze bepaling voorziet niet in de vrijstelling van het kadastraal inkomen<br />

van een onroerend goed dat slechts gedeeltelijk aan de voormelde voorwaarden<br />

voldoet.<br />

De vrijstelling geldt alleen indien het onroerend goed, dat een kadastraal perceel<br />

uitmaakt, in zijn geheel beantwoordt aan de wettelijke vrijstellingsvoorwaarden.<br />

Voor wat de belastbaarheid in de onroerende voorheffing betreft, is elk<br />

onderscheid tussen de verschillende gedeelten van het vrijgestelde goed uitgesloten.<br />

3. De appelrechter, die vaststelde dat cafetaria en sporthal zijn opgenomen in<br />

de kadastrale legger onder hetzelfde perceelnummer, heeft niet zonder schending<br />

van voormeld artikel 253, 3°, kunnen beslissen dat het vervuld zijn van de voorwaarden<br />

voor een gedeelte van de sporthal, zijnde de sporthal afgezien van de<br />

cafetaria, de vrijstelling van onroerende voorheffing met zich brengt voor de volledige<br />

sporthal met inbegrip van de cafetaria, ook al zou de cafetaria niet aan die<br />

voorwaarden voldoen.<br />

Het onderdeel is gegrond.<br />

Overige grieven<br />

4. De overige grieven kunnen niet tot een ruimere cassatie leiden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!