24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 472 - 12.9.08 HOF VAN CASSATIE 1943<br />

van 6 juli 1994 dat de Vlaamse regering uitvoerig op deze kwestie ingaat. Volgens de<br />

Vlaamse regering was het de bedoeling van het voornoemde artikel 35septiesdecies, §1,<br />

conform hetgeen in de memorie van toelichting gespecifieerd was in verband met de behandeling<br />

van bezwaarschriften, onder meer dat titel VII (Vestiging en invordering van de<br />

belasting) van het W.I.B. 1992 van toepassing zou zijn op de heffing op de waterverontreiniging,<br />

behoudens inzoverre het decreet zelf in een afwijkende regeling voorzag (Gedr.<br />

St. Vlaamse Raad 1993-94, nr. 549/1, 5; Zie echter P. VAN ORSHOVEN, “Vlaamse milieuheffingen<br />

op de waterverontreiniging – Procedure – Bezwaar – Beroep”, De Fiscale Koerier<br />

1993, 319-321 die wijst op het bevoegdheidsoverschrijdend karakter van een dergelijke<br />

uitlegging).<br />

Het voorgaande toont aan dat de decreetgever met een dergelijke onhandige verwijzing<br />

wel degelijk de bedoeling had om geheel titel VII van het WIB (en dus ook de regels met<br />

betrekking tot de behandeling van fiscale geschillen inzake inkomstenbelastingen) van<br />

overeenkomstige toepassing te verklaren. Deze interpretatie moet logischerwijze worden<br />

uitgebreid tot de leegstandsheffing voor bedrijfsruimten.<br />

De door de decreetgever gehanteerde techniek van verwijzing naar (sommige) regels<br />

van de federale inkomstenbelastingen brengt m.i. ook mee dat latere wijzigingen van de<br />

federale regelgeving eveneens hun invloed hebben voor de geschillenbeslechting inzake<br />

de leegstandsheffing op de bedrijfsruimten. De hervorming van de fiscale procedure in<br />

1999 heeft dus ook een weerslag op de geschillen m.b.t. deze gewestelijke heffingen.<br />

Indien men deze uitgangspunten aanvaardt, diende voor de hervorming van 1999 het<br />

beroep tegen de administratieve beslissing over het bezwaar tegen de leegstandheffing<br />

voor bedrijfsruimten net zoals inzake inkomstenbelastingen ingeleid te worden bij het hof<br />

van beroep (artikel 377 WIB 1992; zie W. ROBBEN, l.c., p. 490, nr. 27; anders, maar m.i.<br />

ten onrechte A. CLAES, “Belastingen op leegstand in het Vlaamse Gewest”, T.F.R. 1996, p.<br />

135, nr. 47 in fine die van oordeel is dat de enige mogelijkheid die de heffingsplichtige<br />

heeft om de heffing alsnog te betwisten, het verzet is tegen het dwangbevel en S. HUYGHE,<br />

“Vlaamse en lokale heffingen op onroerend goed”, in Jaarboek lokale en regionale<br />

belastingen 2001-2003, M. DE JONCKHEERE en K. DE KETELAERE, (eds.), Brugge, die Keure,<br />

2003, p. 158, nr. 49)<br />

Na de hervorming van 1999 is de rechtbank van eerste aanleg bevoegd (artikel 569,<br />

eerste lid, 32° Ger.W.; artikel 632; artikel 1385decies Ger.W.; S. HUYGHE, “Vlaamse en<br />

lokale heffingen op onroerend goed”, in Jaarboek lokale en regionale belastingen 2001-<br />

2003, M. DE JONCKHEERE en K. DE KETELAERE, (eds.), Brugge, die Keure, 2003, p. 158, nr.<br />

49).<br />

Wat de cassatieprocedure betreft is ingevolge de verwijzing van artikel 33 Decreet 19<br />

april 1995 bijgevolg het (nieuwe) artikel 378 WIB 1992 van toepassing.<br />

Dit artikel, zoals laatst vervangen bij artikel 38O van de Programmawet van 27<br />

december 2004, bepaalt, in afwijking van artikel 1080 van het Gerechtelijk Wetboek, dat<br />

het verzoekschrift in cassatie voor de belastingplichtige door een advocaat mag worden<br />

ondertekend en neergelegd.<br />

Hieruit volgt dat wat het cassatieberoep betreft inzake de heffing op onroerende<br />

goederen die zijn opgenomen in de inventaris voor verlaten of verwaarloosde<br />

bedrijfsruimten, het verzoekschrift in cassatie vanwege de belastingplichtige niet moet<br />

verklaarde kohier dat de heffing vestigt en de titel van de heffingschuld is. Deze paragraaf is analoog<br />

met wat in de wet van 23.12.86 betreffende de invordering van gemeentelijke en provinciale belastingen<br />

werd ingeschreven, evenals met artikel 32septiesdecies van het programmadecreet van 20 december<br />

1989. Gelet op het advies van de Raad van State zal de Commissie Bocken verzocht worden<br />

een specifieke regeling terzake uit te werken met het oog op de opstelling van de hiervoor vermelde<br />

autonome decretale regeling” (Vlaamse Raad, buitengewone zitting, 6 mei 1992, nr. 186/1).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!