AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 489 - 19.9.08 HOF VAN CASSATIE 1999<br />
Krachtens artikel 17, §2, van hetzelfde ministerieel besluit, is artikel 16, §3,<br />
van toepassing op de feiten en omstandigheden die ingeroepen worden bij de<br />
aanvragen tot teruggave van de bij §1, 1°, bedoelde boeten wegens laattijdige<br />
uitvoering.<br />
Dit artikel 16, §3, bepaalt dat de aannemer verplicht is, op straffe van verval,<br />
de aanbestedende overheid ten spoedigste en schriftelijk in te lichten over de feiten<br />
of omstandigheden die de goede gang van de opdracht verstoren en hierbij<br />
bondig de invloed te doen kennen die deze feiten hebben of zouden kunnen hebben<br />
op het verloop en de kostprijs van de opdracht. De bedoelde klachten en verzoeken<br />
zijn in elk geval niet ontvankelijk wanneer de ingeroepen feiten en omstandigheden<br />
niet schriftelijk zijn bekendgemaakt binnen de dertig kalenderdagen<br />
nadat ze zich hebben voorgedaan of na de datum waarop de aannemer ze<br />
normaal had moeten kennen.<br />
2. Uit deze bepalingen volgt dat een aanvraag tot teruggave van boeten wegens<br />
laattijdige uitvoering op straffe van verval moet worden ingediend binnen de termijn<br />
voorzien door artikel 17, §3, dat de feiten en omstandigheden die deze aanvraag<br />
wettigen ter kennis moeten worden gebracht van het bestuur op de wijze<br />
en binnen de termijn bepaald door artikel 16, §3, en dat de aannemer moet bewijzen<br />
dat de vertraging geheel of gedeeltelijk te wijten is aan deze feiten en omstandigheden.<br />
De vermelding van de feiten en omstandigheden in de aanvraag tot kwijtschelding<br />
is niet op straffe van nietigheid of verval opgelegd.<br />
3. De appelrechters, die de vordering van de eiseres tot terugbetaling van de<br />
boeten wegens laattijdige uitvoering afwijzen op grond dat de eiseres de feiten<br />
en omstandigheden waarop deze aanvraag was gesteund niet vermeldde in de<br />
aanvraag tot kwijtschelding, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.<br />
4. Ingevolge artikel 16, §3, van het ministerieel besluit van 10 augustus 1977,<br />
dienen de feiten en omstandigheden, op straffe van niet-ontvankelijkheid van de<br />
desbetreffende klachten en verzoeken, ter kennis te worden gebracht van het bestuur<br />
uiterlijk binnen de 30 dagen nadat ze zich hebben voorgedaan of na de datum<br />
waarop de aannemer ze normaal had moeten kennen.<br />
5. De appelrechters, die de vordering van de eiseres afwijzen op grond dat de<br />
feiten en omstandigheden die de aanvraag wettigen, niet werden ter kennis gebracht<br />
van het bestuur binnen de 30 dagen nadat ze zich hebben voorgedaan,<br />
zonder na te gaan of de kennisgeving niet geschiedde binnen de dertig dagen na<br />
de datum waarop de aannemer ze normaal had moeten kennen, verantwoorden<br />
hun beslissing niet naar recht.<br />
Het middel is gegrond.<br />
Dictum<br />
Het Hof,<br />
Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het, bij bevestiging van het beroepen<br />
vonnis, de vordering tot terugbetaling van ingehouden vertragingsboeten afwijst<br />
en uitspraak doet over de kosten van het hoger beroep.<br />
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ge-