24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1894 HOF VAN CASSATIE 9.9.08 - Nr. 458<br />

Zo schrijft DUMORTIER: “Een juister uitgangspunt is dat elke privé-communicatie, dus ook<br />

deze waaraan men zelf heeft deelgenomen, beschermd is door het recht op privacy (…)<br />

Uiteraard is er geen sprake van een inbreuk op het recht op bescherming van de private<br />

levenssfeer indien men enkel kennisneemt van de inhoud van het gesprek waaraan men<br />

zelf deelneemt. Maar zodra men de inhoud van het gesprek gaat registreren en gebruiken,<br />

moet worden onderzocht of dit geen schending van de privacy oplevert. Algemeen wordt<br />

aangenomen dat de registratie van een telefoongesprek waaraan men zelf deelneemt, altijd<br />

geoorloofd is wanneer het louter voor eigen gebruik, als geheugensteun, is bedoeld.” Verder<br />

wijst deze auteur er weliswaar ook op dat bij de parlementaire voorbereiding van de<br />

wet van 30 juni 1994 werd gezegd dat iemand die bedreigingen ontvangt via de telefoon,<br />

deze gesprekken kan opnemen en voorleggen, zodat in het geval dat tot het cassatiearrest<br />

van 9 januari 2001 heeft geleid, kan besloten worden dat de opname verenigbaar was met<br />

art. 8 EVRM; toch hoopt hij niettemin dat deze rechtspraak, die hij radicaal en ongenuanceerd<br />

noemt, wordt bijgestuurd 14 .<br />

8. Uit de rechtspraak van het EHRM volgt niet alleen dat telefoongesprekken onder artikel<br />

8 EVRM vallen 15 , maar ook dat de mededeling dat men weet dat de telefoongesprekken<br />

worden opgenomen cruciaal is 16 : “The applicant in the present case had been given no<br />

warning that her calls would be liable to monitoring, therefore she had a reasonable expectation<br />

as to the privacy of calls made from her work telephone” 17 . Het gegeven dat een<br />

persoon niet weet dat zijn gesprekken zouden kunnen worden afgeluisterd heeft tot gevolg<br />

dat die persoon ten aanzien van die gesprekken een ‘redelijke privacyverwachting’ (reasonable<br />

expectation of privacy) kan hebben.<br />

Om uit te maken of er, ter zake van het monitoren van telefoon-, e-mail of internetverkeer,<br />

sprake is van een schending van artikel 8 EVRM, heeft het EHRM in een arrest van<br />

3 april 2007 inzake COPLAND tegen het VERENIGD KONINKRIJK, de zogenaamde test van de legitieme<br />

verwachtingen toegepast: kon diegene die in casu werd gemonitord een redelijke<br />

verwachting koesteren dat de privacy van telefoon-, e-mail en internetverkeer in de gegeven<br />

concrete omstandigheden werd gerespecteerd? 18<br />

Het komt er dus op aan na te gaan of men er redelijkerwijze kon op vertrouwen dat de<br />

gevoerde communicaties privaat bleven of niet: "Appliquant le désormais traditionnel<br />

‘test’ des attentes légitimes du requérant, la Cour confirme que la requérante pouvait, eu<br />

égard à l’absence de tout avertissement au sujet d’ une possible surveillance de la part de<br />

son employeur, nourrir des attentes légitimes quant au caractère privé de ses<br />

communications électroniques." 19<br />

Volledigheidshalve moet hier worden aan toegevoegd dat in de gevallen die aanleiding<br />

gaven tot bovenvermelde arresten, ofwel enkel het telefoonverkeer, ofwel zowel het<br />

telefoon-, e-mail als internetverkeer van de betrokkene werd geregistreerd door een nietdeelnemer<br />

aan die communicaties, namelijk telkens door de werkgever van de persoon die<br />

werd gemonitord.<br />

Uit het vorige kan besloten worden dat het criterium van legitieme privacyverwachting<br />

a fortiori zal gelden voor het geval waarin de conversatie, zoals in casu, plaatsvindt buiten<br />

iedere arbeidsverhouding om.<br />

9. De Hoge Raad der Nederlanden oordeelde in een arrest van 16 oktober 1987 20 op<br />

conclusie van advocaat-generaal Asser dat het enkele - zonder toestemming van de ge-<br />

14 J. DUMORTIER, l.c., 202.<br />

15 Zie: P. DE HERT, Artikel 8 EVRM en het Belgische recht, C.D.P.K. – LIBRI – NR. 4, 347, nr. 421.<br />

16 ALLISON HALFORD t. VERENIGD KONINKRIJK, 25 juni 1997.<br />

17 LYNETTE COPLAND t. VERENIGD KONINKRIJK, 3 april 2007.<br />

18 Cfr. X., noot onder EHRM 3 april 2007, R.D.T.I. 2007, (371) 371.<br />

19 X., l.c., 371.<br />

20 NJ 1988, nr. 850.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!