AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nr. 505 - 25.9.08 HOF VAN CASSATIE 2063<br />
Aangevochten beslissingen<br />
Het bestreden vonnis veroordeelt de eiseres om aan de verweerder het bedrag van<br />
19.472,68 euro te betalen (dit bedrag moet worden gecorrigeerd wegens een schrijffout,<br />
aangezien de eiseres was veroordeeld tot betaling van 1.972.68 euro of de som van<br />
1.944,72 euro en 27.96 euro), vermeerderd met de compensatoire interest tegen de wettelijke<br />
rentevoet met ingang van 25 maart 2000 tot de dag van de uitspraak en met de gerechtelijke<br />
interest na die datum. Het beslist aldus, na binnen het kader van de controle op<br />
de berekening van de BTW en van het bedrag ervan dat deel moet uitmaken van de vergoeding<br />
waarop de verweerder recht heeft na de total loss van zijn "tweedehands aangekocht<br />
voertuig" en waaromtrent het niet wordt betwist dat hij "enkel BTW heeft betaald<br />
op een gedeelte van de voor (dat voertuig) betaalde prijs", met name op het volgende te<br />
hebben gewezen:<br />
"Voor een niet BTW-plichtige getroffene die een dergelijke belasting dus niet kan aftrekken<br />
en geen teruggave ervan kan krijgen van de Staat overeenkomstig het BTW-wetboek,<br />
is die belasting begrepen in het bedrag dat nodig is voor genoemde aankoop. De integrale<br />
vergoeding van de schade impliceert dat de getroffene wordt hersteld in de toestand<br />
waarin hij zich zou hebben bevonden indien het ongeval zich niet zou hebben voorgedaan.<br />
Het gebruik dat de getroffene van de vergoeding heeft gemaakt, heeft geen invloed<br />
op de vaststelling ervan.<br />
Het doet niet terzake dat het beschadigde voertuig een gebruikt voertuig is dat de eigenaar<br />
tweedehands heeft gekocht of door schenking heeft verkregen.<br />
De waarde van een voertuig voor het ongeval is de restwaarde die wordt bepaald op<br />
grond van de prijs in nieuwe staat, BTW inbegrepen, waarvan de jaren gebruik worden afgetrokken.<br />
Het feit dat het door ongeval beschadigde voertuig nieuw of tweedehands is gekocht en<br />
één of meer eigenaars heeft gehad is zonder belang. In dit geval is geen sprake van enige<br />
verrijking.<br />
(De verweerder), die geen BTW-plichtige is, heeft dus recht op het bedrag dat overeenkomt<br />
met de waarde voor het ongeval, vermeerderd met 21 pct. BTW, ook al was het beschadigde<br />
voertuig tweedehands aangekocht. Dit is de enige wijze waarop de integrale<br />
vergoeding van de schade kan verzekerd worden.<br />
De vordering tot betaling van een vergoeding van 1.944,72 euro, zoals (de verweerder)<br />
heeft gevorderd, is dus gegrond".<br />
Grieven<br />
1. De eiseres had in haar conclusie onder meer het volgende aangevoerd:<br />
"De getroffene heeft niet alleen recht op een ander voertuig maar ook het recht om de<br />
BTW die hij bij de aankoop van het vernielde voertuig betaald had, terug te vorderen tot<br />
beloop van het passende bedrag, en zulks ongeacht of hij werkelijk al dan niet een ander<br />
voertuig tegen een verminderde BTW of zonder BTW koopt.<br />
Aangezien (de verweerder) echter op het door ongeval beschadigde voertuig geen BTW<br />
maar alleen 21 pct. BTW op 15 pct. van de prijs van dat voertuig betaald heeft, zou hij<br />
zich onrechtmatig verrijken, indien hem de gevraagde BTW werd toegekend.<br />
Het beginsel dat vergoeding verschuldigd is op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk<br />
Wetboek houdt in dat het getroffen vermogen in zijn geheel wordt hersteld, in natura<br />
indien mogelijk en zoniet bij equivalent.<br />
Het basisbeginsel dat het Hof van Cassatie terzake nooit opnieuw ter discussie heeft gesteld,<br />
houdt in dat de getroffene recht heeft op integrale vergoeding van zijn schade, maar<br />
zonder meer, en vooral zonder dat hij het recht heeft om zich naar aanleiding van het on-