AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 448 - 4.9.08 HOF VAN CASSATIE 1855<br />
door beslag.<br />
Luidens de artikelen 4, §3, en 5 van de voornoemde wet van 24 december 1996 moet<br />
het aanslagbiljet de volgende vermeldingen bevatten: - de naam van de gemeente die de<br />
belasting heeft gevestigd; - de naam, voornamen of maatschappelijke benaming en het<br />
adres van de belastingplichtige; - de datum van het reglement krachtens hetwelk de belasting<br />
is verschuldigd; - de benaming, de grondslag, het tarief, de berekening en het bedrag<br />
van de belasting, evenals het dienstjaar waarop zij betrekking heeft; - het nummer van het<br />
artikel; - de datum van uitvoerbaarverklaring; - de verzendingsdatum; - de uiterste betalingsdatum;<br />
- de termijn waarbinnen de belastingplichtige bezwaar kan indienen, de benaming<br />
en het adres van de instantie die bevoegd is om deze te ontvangen.<br />
Die vermeldingen zijn echter, als dusdanig, niet voorgeschreven op straffe van nietigheid.<br />
Ze moeten de belastingplichtige in staat stellen, met kennis van zaken, tegen de te<br />
zijnen name vastgestelde aanslag verweer te voeren en zijn bezwaarrecht uit te oefenen.<br />
Aldus zal het gerecht, op de voorziening van de belastingplichtige, nagaan of het ontbreken<br />
of de onjuistheid van deze of een van die vermeldingen de belastingplichtige gehinderd<br />
heeft in de normale uitoefening van zijn recht van verdediging.<br />
Zo ook is het, in de fase van de maatregelen van tenuitvoerlegging, van belang dat de<br />
uitvoerbare titel, dit wil zeggen het kohier, duidelijk genoeg is opdat er geen twijfel ontstaat<br />
over de personen op wie het van toepassing is. Dat gebrek aan twijfel is de voorwaarde<br />
opdat de gedwongen tenuitvoerlegging uitwerking kan krijgen overeenkomstig de<br />
artikelen 1494 en 1495 van het Gerechtelijk Wetboek. Dat gebrek aan twijfel is ook een<br />
voorwaarde voor de geldigheid van de rechtstreekse vervolgingen die door de ontvanger<br />
worden ingesteld overeenkomstig de artikelen 148 en 149 van het koninklijk besluit tot<br />
uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die, krachtens artikel 12<br />
van de voornoemde wet van 24 december 1996, eveneens gelden inzake gemeentebelastingen.<br />
In deze zaak echter zijn het aanslagbiljet, net als het dwangbevel, opgesteld op naam<br />
van "Trenco". In haar appelconclusie voerde de eiseres in dat verband aan dat " het aanslagbiljet,<br />
het dwangbevel, alsook de betekeningen van het dwangbevel tot betalen en het<br />
uitvoerend beslag onder derden ertoe strekken de gemeentebelasting op drijfkracht betreffende<br />
het aanslagjaar 2002 inzake [de eerste verweerder] die handel drijft onder de benaming<br />
Trenco te recupereren". Met andere woorden, Trenco is de handelsnaam waaronder<br />
[de eerste verweerder] zijn beroepsactiviteit uitoefent. Zowel het aanslagbiljet als het<br />
dwangbevel vermelden als adres "Chaussée de Mons 121, 7070 Le Roeulx", hetgeen<br />
overeenstemt met het adres [van de eerste verweerder], zoals overigens blijkt uit de hoedanigheid<br />
van de partijen zelf, vermeld in het bestreden arrest. Voor het overige werd de<br />
betekening van het dwangbevel aan [de eerste verweerder] gedaan.<br />
Het bestreden arrest stelt, bovendien, vast dat de aanslag, die aan de oorsprong ligt van<br />
de hier betwiste tenuitvoerleggingsprocedure, het voorwerp heeft uitgemaakt van een<br />
ambtshalve aanslag waarvan op 11 februari 2003 is kennis gegeven aan "Trenco J. Van<br />
den Brouck", chaussée de Mons 121 te 7070 Le Roeulx. Het bestreden arrest wijst ook<br />
erop dat, gelet op de dubbelzinnigheid die voortkomt uit het feit dat [de eerste verweerder]<br />
een vraag om inlichtingen die was geadresseerd aan Trenco - J. Van den Brouck aan<br />
de eiseres heeft teruggezonden en daaraan enkel de vermelding "nihil" heeft toegevoegd,<br />
de eerste rechter terecht heeft geoordeeld dat het litigieuze beslag en het bevel dat eraan<br />
voorafging, niet tergend en roekeloos waren.<br />
Hieruit volgt dat, in zoverre niet kan worden betwist dat Trenco de handelsnaam was<br />
waaronder de [eerste] verweerder zijn beroepsactiviteit uitoefende, het bestreden arrest,<br />
om het beroepen vonnis te bevestigen, niet naar recht heeft kunnen beslissen dat de uitvoerbare<br />
titel geen uitwerking kon hebben omdat het dwangbevel en het aanslagbiljet