24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 492 - 22.9.08 HOF VAN CASSATIE 2017<br />

Beoordeling<br />

Eerste middel<br />

1. Krachtens artikel 2, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het<br />

recht op maatschappelijke integratie, heeft elke persoon recht op maatschappelijke<br />

integratie.<br />

Krachtens artikel 3, 4°, van die wet, moet de persoon om het recht op maatschappelijke<br />

integratie te kunnen genieten, tegelijkertijd en onverminderd de bijzondere<br />

voorwaarden die bij deze wet worden gesteld, niet over toereikende bestaansmiddelen<br />

beschikken, noch er aanspraak kunnen op maken, noch in staat<br />

zijn deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven.<br />

Krachtens artikel 3, 5°, van zelfde wet, moet de persoon om het recht op maatschappelijke<br />

integratie te kunnen genieten ook werkbereid zijn, tenzij dit om gezondheids-<br />

of billijkheidsredenen niet mogelijk is.<br />

2. De regel van artikel 3, 4°, van voormelde wet krachtens dewelke, om het<br />

recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten, de betrokken persoon<br />

niet in staat mag zijn door eigen inspanningen toereikende bestaansmiddelen te<br />

verwerven, geldt niet wanneer, om billijkheidsredenen, moet aanvaard worden<br />

dat de betrokkene geen blijk dient te geven van werkbereidheid.<br />

De enkele omstandigheid dat een persoon van meer dan 25 jaar, die blijk heeft<br />

gegeven in de mogelijkheid te verkeren om, op duurzame wijze en in het kader<br />

van een passende functie, toereikende bestaansmiddelen te verwerven en derhalve<br />

blijk heeft gegeven van maatschappelijke integratie, opnieuw studies wenst<br />

aan te vatten, verder te zetten of te hervatten, kan niet worden aangezien als een<br />

billijkheidsreden van aard de betrokkene van werkbereidheid te ontslaan, ook al<br />

zouden deze studies van aard zijn zijn beroepsmogelijkheden te vergroten of hem<br />

toe te laten een hoger loon te verdienen.<br />

3. De appelrechters stellen vast dat de eiser, die geboren is op 29 september<br />

1978 en met ingang van 16 september 2004 leefloon aanvroeg om aangevatte<br />

studies verder te zetten, in staat was door zijn inspanningen bestaansmiddelen te<br />

verwerven, nu hij gedurende meer dan vier jaar in loondienst heeft gewerkt.<br />

Zij oordelen dat:<br />

- artikel 3, 5°, van de wet van 26 mei 2002 bepaalt dat de aanvrager werkbereid<br />

moet zijn, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet mogelijk is;<br />

- uit de beschrijving van de door de eiser uitgeoefende functie niet blijkt dat<br />

deze functie voor hem niet passend was;<br />

- de eiser, na vier jaar werken, kon opteren om opnieuw te studeren teneinde<br />

zijn ambities waar te maken, zijn beroepsmogelijkheden te vergroten en een hoger<br />

loon te verdienen, maar dat deze ambitie niet moet betaald worden door de<br />

gemeenschap en dat het voortzetten van die studies geen billijkheidsreden is in<br />

de zin van artikel 3, 5°, van voormelde wet, die de eiser ontslaat van zijn plicht<br />

tot werkbereidheid.<br />

4. Op deze gronden vermochten de appelrechters, zonder schending van het artikel<br />

3, 5°, van de wet 26 mei 2002, te oordelen dat de eiser niet voldeed aan de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!