24.09.2013 Views

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1994 HOF VAN CASSATIE 19.9.08 - Nr. 488<br />

zoals vermeld in het beschikkend gedeelte van het bestreden arrest.<br />

Besluit<br />

Uit het voorgaande volgt dat door de debatten op 30 oktober 2006 te sluiten en de zaak<br />

in beraad te nemen en door te beslissen dat het eindarrest met toepassing van artikel 747,<br />

§2, van het Gerechtelijk Wetboek op tegenspraak is gewezen ten aanzien van de eiseres<br />

het hof van beroep uitspraak heeft gedaan in miskenning van de artikelen 747, §2, 748,<br />

§2, 750, 775 en 1042 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing voor de wijziging<br />

bij wet van 26 april 2007, evenals van het algemeen rechtsbeginsel dat de eerbiediging<br />

van het recht van verdediging voorschrijft (schending van voornoemde wetsbepalingen<br />

en het algemeen rechtsbeginsel).<br />

III. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

1. Krachtens artikel 804, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, kan, indien<br />

een van de partijen niet verschijnt op de zitting waarop de zaak is bepaald of<br />

waartoe zij is verdaagd, tegen haar vonnis bij verstek worden gevorderd.<br />

Krachtens het tweede lid van dit artikel is de rechtspleging evenwel op tegenspraak<br />

ten aanzien van de partij die is verschenen overeenkomstig artikel 728 of<br />

729 en ter griffie of ter zitting conclusies heeft neergelegd.<br />

2. Hieruit volgt dat de partij die aan de vereisten van het voormelde artikel<br />

804, tweede lid, voldoet, voor de rechtspleging wordt aangezien als een verschijnende<br />

partij, en dienvolgens op overeenkomstige wijze dient te worden verwittigd<br />

van eventuele uitstellen van behandeling.<br />

Hieruit volgt tevens dat de rechtspleging ten aanzien van de partij die aan de<br />

voorwaarden van het tweede lid van voormeld artikel voldoet, verder op tegenspraak<br />

verloopt ook wanneer deze partij op de rechtsdag na tussenarrest of op<br />

meerdere navolgende rechtsdagen niet meer verschijnt, voor zover deze partij regelmatig<br />

verwittigd werd van deze rechtsdagen.<br />

3. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan blijkt dat in de appelprocedure:<br />

- de eiseres een schriftelijke verschijning ter griffie van het hof van beroep<br />

heeft neergelegd op 18 oktober 2004 alsook een conclusie op 14 december 2004;<br />

- nadat het hof van beroep op 26 september 2005 een tussenarrest had gewezen<br />

op tegenspraak ten aanzien van de eiseres, en de zaak in voortzetting had gesteld<br />

op de zitting van 13 februari 2006, de eiseres, bij toepassing van artikel 754 van<br />

het Gerechtelijk Wetboek, door de griffier verwittigd werd dat de zaak op de zitting<br />

van 13 februari 2006 verdaagd werd naar de zitting van 30 oktober 2006.<br />

4. Het middel voert niet aan dat de eiseres niet werd verwittigd dat de zaak<br />

was verdaagd naar de zitting van 30 oktober 2006 maar betwist in wezen dat het<br />

bestreden arrest op tegenspraak werd uitgesproken ten aanzien van de eiseres,<br />

terwijl de zaak op de zitting van 13 februari 2006 in haar afwezigheid werd uitgesteld<br />

naar de zitting van 30 oktober 2006, zonder dat zij hierom had verzocht<br />

of zich met dit uitstel akkoord had verklaard en zonder dat ter bepaling van deze<br />

nieuwe rechtsdag de procedure, voorzien in de artikelen 747, §2, 748, §2, en 750,<br />

§2, van het Gerechtelijk Wetboek, in acht werd genomen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!