AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 462 - 11.9.08 HOF VAN CASSATIE 1913<br />
verschuldigd (...) volgens de berekeningswijze die (...) in dit arrest en in dat van 26 januari<br />
2006 (is) omschreven", en door de daginterest dus in 365sten te berekenen, zulks op<br />
grond dat het door de (eiseres) aangevoerde gebruik thans niet meer denkbaar was en niet<br />
tussen de partijen was overeengekomen, neemt het bestreden arrest van 23 juni 2006 de<br />
onwettigheden over die in het eerste onderdeel worden gehekeld en die geacht worden<br />
hier te zijn weergegeven (schending van de artikelen 1134, 1135, 1159 en 1160 van het<br />
Burgerlijk Wetboek), alsook het gebrek in de redengeving die in fine van dat eerste onderdeel<br />
wordt gehekeld (schending van artikel 149 van de Grondwet).<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Eerste middel<br />
Eerste onderdeel<br />
Krachtens de artikelen 1135 en 1160 van het Burgerlijk Wetboek, verbindt de<br />
overeenkomst niet alleen tot hetgeen daarin uitdrukkelijk bepaald is, maar ook<br />
tot alle gevolgen die door het gebruik aan de verbintenis, volgens de aard ervan,<br />
worden toegekend en moet men het contract aanvullen met de daarbij gebruikelijke<br />
bedingen, hoewel die er niet in zijn uitgedrukt.<br />
Wanneer een beding gebruikelijk is, d.w.z. dat het als algemeen geldend wordt<br />
beschouwd in een bepaalde regio of in een bepaalde beroepskring, vermoedt de<br />
wet dat de partijen dat gebruik kennen en dat zij, door het uit hun overeenkomst<br />
niet uit te sluiten, hun wil te kennen geven het erin op te nemen.<br />
Het bestreden arrest van 26 januari 2006 oordeelt dat "het algemeen reglement<br />
der kredieten en de contractuele documenten (...) geen gewag (maken) van het<br />
bestaan" van het aangevoerde gebruik "in de bankwereld" dat de "berekeningen<br />
(...) zijn opgemaakt op basis van 360 dagen", dat het "gaat (...) om een aanzienlijke<br />
verhoging van de daginterest ten voordele van de (eiseres)", dat "vijftien of<br />
twintig jaar geleden (...) men zich een dergelijk gebruik weliswaar nog (kon)<br />
voorstellen (...) maar (...) thans in het informaticatijdperk niet meer denkbaar<br />
(is)" en dat de optie om "een berekening in 365/360sten te maken" "niet tussen<br />
de partijen overeengekomen (is)".<br />
Uit geen enkele van die overwegingen heeft het bestreden arrest van 26 januari<br />
2006, om te beslissen dat de tussen de partijen uit te voeren berekening een<br />
daginterest berekend in 365sten moest hanteren, naar recht kunnen afleiden dat<br />
het door de eiseres aangevoerde gebruik niet constant was.<br />
Het onderdeel is gegrond.<br />
De vernietiging van de beslissing van het bestreden arrest van 26 januari 2006<br />
dat de daginterest in 365sten berekend zal moeten worden, leidt tot de vernietiging<br />
van het arrest van 23 juni 2006 dat, in zoverre het de opdracht omschrijft<br />
van de deskundige die wordt aangesteld op grond van die beslissing, het gevolg<br />
ervan is.<br />
De overige onderdelen van het eerste middel noch het tweede middel dienen<br />
onderzocht te worden. Ze kunnen immers niet tot ruimere cassatie leiden.<br />
Dictum<br />
Het Hof,