AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 09 2008 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1862 HOF VAN CASSATIE 5.9.08 - Nr. 451<br />
Die aangifte omschrijft de aard van de schuldvordering alsmede de verantwoording ervan,<br />
het bedrag ervan in hoofdsom, intresten, en kosten, de eventuele redenen van voorrang,<br />
alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven.<br />
De eisen gesteld aan die aangifte zijn niet op straffe van nietigheid ingesteld, noch als<br />
substantiële of plechtige vormvoorschriften te aanzien.<br />
Het is voldoende dat de schuldbemiddelaar in staat is aan de hand van de aangifte het<br />
ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling op te stellen, waarin overigens krachtens<br />
artikel 1675/10, §3, van het Gerechtelijk Wetboek, alleen de niet betwiste schuldvorderingen<br />
of die welke bij een titel zijn vastgesteld ten belope van de aldus verantwoorde bedragen<br />
mogen worden opgenomen.<br />
In casu blijkt uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan dat de eerste verweerder<br />
een niet-betwiste schuld had aan de eisers ten bedrage van 28.538,44 euro te vermeerderen<br />
met de vervallen intresten ingevolge zijn veroordeling tot deze bedragen door de<br />
strafrechter, terwijl aan de tweede verweerster binnen de maand na de toezending van de<br />
gerechtsbrief op 17 februari 2003 per 22 februari 2003 de titel van de eisers werd overgemaakt<br />
als verantwoording voor de op te nemen bedragen in het ontwerp van minnelijke<br />
aanzuiveringsregeling.<br />
Hieruit volgt dat het bestreden arrest de beslissing, dat de toezending door de eisers bij<br />
brief van 22 februari 2003 van het veroordelend vonnis van 17 april 2001, - op grond<br />
waarvan de eerste verweerder ingevolge eisers' destijds overgemaakte afrekening erkent<br />
een niet betwiste schuld te hebben van 28.538,44 euro te vermeerderen met de vervallen<br />
intresten -, niet kan aangenomen worden als een aangifte van hun schuldvordering in de<br />
zin van artikel 1675/9, §2, lid 2, van het Gerechtelijk Wetboek waarmee de schuldbemiddelaar<br />
rekening diende te houden, niet naar recht verantwoordt vermits deze bepaling<br />
geen gevolgen verbindt aan het feit dat de aangifte bij gewone post verricht wordt (schending<br />
van artikel 1675/9, §2, lid 1, van het Gerechtelijk Wetboek), noch verlangt dat een<br />
becijferde opgave van de actuele aanspraken wordt ingediend, eens het een niet-betwiste<br />
schuldvordering betreft (schending van artikel 1675/9, §2, lid 2, en 1675/10, §3, van het<br />
Gerechtelijk Wetboek) die in een titel, zoals een veroordelend vonnis, is vastgelegd<br />
(schending van artikel 1675/9, §2, lid 2, en 1675/10, §3, van het Gerechtelijk Wetboek),<br />
terwijl een niet voorhanden zijnde reden van voorrang niet kan worden omschreven en<br />
een definitieve veroordeling ook geen aanleiding meer kan geven tot procedures die dan<br />
ook niet behoeven te worden gepreciseerd (schending van artikel 1675/9, §2, lid 2, van<br />
het Gerechtelijk Wetboek).<br />
III. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
(...)<br />
Tweede onderdeel<br />
4. Krachtens artikel 1675/9, §2, van het Gerechtelijk Wetboek, dient de aangifte<br />
van schuldvordering de aard en de verantwoording van de schuldvordering te<br />
omschrijven, evenals het bedrag ervan in hoofdsom, interest en kosten, de eventuele<br />
redenen van voorrang, alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven.<br />
5. Het geschrift dat strekt tot het indienen van een schuldvordering geldt<br />
slechts als een aangifte in de zin van artikel 1675/9, §2, van het Gerechtelijk<br />
Wetboek, wanneer het de elementen bevat die de schuldbemiddelaar toelaten met<br />
deze schuldvordering rekening te houden in de schuldenregeling.