18.01.2014 Views

IRE-RA 2003-00 - IBR

IRE-RA 2003-00 - IBR

IRE-RA 2003-00 - IBR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De aansprakelijkheid van de bedrijfsrevisor. Burgerrechtelijke, strafrechtelijke<br />

en tuchtrechtelijke aspecten, Studies <strong>IBR</strong>, nr. 211, p.174).<br />

Vanzelfsprekend kan aan de bedrijfsrevisor slechts een inbreuk op deze deontologische<br />

verplichting verweten worden, als hij daadwerkelijk een verzoek om<br />

informatie ontvangen heeft. Wanneer de bedrijfsrevisor dit betwist, rust op het<br />

Instituut de bewijslast om aan te tonen dat dit verzoek wel degelijk aan de<br />

betrokken revisor werd overgemaakt (vergelijk : Cass. 8 november 1991, Arr.<br />

Cass. 1991 – 92, 226).<br />

Het is op zijn minst merkwaardig te noemen dat twee brieven, die door het<br />

Instituut aan het kantooradres van de heer [X] werden gezonden, niet op dit<br />

adres zouden zijn toegekomen, doch gelet op de betwisting ter zake van de heer<br />

[X] en op het feit dat het Instituut geen bewijs van verzending kan voorleggen,<br />

kan geen tuchtsanctie opgelegd worden aan de heer [X] wegens het niet geven<br />

van de informatie die in deze brieven werd gevraagd.<br />

Dat hij de brief d.d. 17 juli 2<strong>00</strong>2 van het Instituut wel ontvangen heeft,<br />

betwist de heer [X] niet. Van dit schrijven legt het Instituut trouwens het<br />

bewijs van aangetekende zending voor.<br />

De heer [X] houdt voor dat hij deze brief beantwoord heeft op 24 juli 2<strong>00</strong>2,<br />

doch het Instituut ontkent op haar beurt een antwoord op haar schrijven van<br />

17 juli 2<strong>00</strong>2 ontvangen te hebben. Wanneer de heer [X] voorhoudt de brief,<br />

waarvan hij een kopie voorlegt, op 24 juli 2<strong>00</strong>2 of op enig ander ogenblik, eerder<br />

dan met zijn schrijven van 31 augustus <strong>2<strong>00</strong>3</strong>, aan het Instituut gezonden<br />

te hebben, dan rust op hem de bewijslast ter zake. De Tuchtcommissie stelt vast<br />

dat hij dit bewijs niet levert.<br />

In de mate dat de heer [X] aldus niet aantoont een gevolg te hebben verleend<br />

aan het verzoek d.d. 17 juli 2<strong>00</strong>2 van het Instituut, waarin bij hem werd<br />

aangedrongen om binnen de 15 dagen de informatie mede te delen waarvan<br />

sprake in de eerdere brieven, die als kopie waren bijgevoegd, is het hem ten laste<br />

gelegde feit bewezen en heeft hij de wettelijke, reglementaire en deontologische<br />

verplichtingen aangehaald in het verslag van de Raad geschonden.<br />

De Tuchtcommissie stelt vast dat de tuchtvervolging geen betrekking heeft op de<br />

aantijgingen aan het adres van de heer [X] die het voorwerp uitmaakten van<br />

de klachten van de heer [W], maar enkel op het niet verschaffen van de<br />

gevraagde informatie.<br />

XV<br />

<strong>IRE</strong> – <strong>RA</strong>PPORT ANNUEL <strong>2<strong>00</strong>3</strong> 317

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!