Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Consumentenautoriteit is op grond van artikel 2.23 lid 1 Whc, bevoegd tot open‐<br />
baarmaking van:<br />
- Een beschikking omtrent het opleggen van een last onder dwangsom of bestuurlijke<br />
boete.<br />
- Een beschikking dat geen last onder dwangsom of bestuurlijke boete wordt opge‐<br />
legd.<br />
- De toezegging door de overtreder dat een overtreding zal worden gestaakt.<br />
Deze bevoegdheid vloeit voort uit de verordening 2006/2004 en betreft een discretionaire be‐<br />
voegdheid. De bevoegdheid tot openbaarmaking is beperkt tot de bestuursrechtelijk te handha‐<br />
ven regels. De Consumentenautoriteit zal zorgvuldig met deze bevoegdheid dienen om te gaan.<br />
Dat vloeit in zijn algemeenheid voort uit artikel 3:2 Awb en meer specifiek uit de presumptie van<br />
onschuld, zoals neergelegd in artikel 6 EVRM. Die zorgvuldigheid kan bijvoorbeeld tot uitdruk‐<br />
king komen in de toonzetting van de bekendmaking en de vermelding dat nog beroep bij de<br />
rechter openstaat. De openbaarmaking van de beschikking inhoudende dat voor de overtreding<br />
geen last onder dwangsom en/of bestuurlijke boete zal worden opgelegd, biedt de Consumen‐<br />
tenautoriteit enige speelruimte. Als het namelijk meer in het belang is van consumenten om<br />
geen last of boete op te leggen, maar een toezegging te verkrijgen van de overtreder de inbreuk<br />
te beëindigen, dan kan de Consumentenautoriteit het aanbod doen geen handhavingsmaatrege‐<br />
len te nemen als een toezegging door de overtreder wordt gedaan dat de overtreding zal wor‐<br />
den gestaakt. Deze toezegging wordt dan vervolgens wel openbaar gemaakt en is daarmee<br />
transparant voor gedupeerde consumenten. 85 De beschikkingen worden eerst na twee weken<br />
openbaar gemaakt, zodat de overtreder de mogelijkheid heeft om in een voorlopige voorziening<br />
opschorting van de werking van de beschikking te verzoeken. Deze extra bescherming is niet<br />
noodzakelijk indien de overtreder zelf de publiciteit opzoekt of openbaarmaking is overeenge‐<br />
komen. 86<br />
Strafrechtelijke handhaving<br />
Tot de datum van inwerkingtreding van de Whc bestond voor overtredingen van een aantal<br />
bepalingen in de Colportage‐ en Prijzenwet een systeem van strafrechtelijke opsporing en hand‐<br />
having door respectievelijk de FIOD‐ECD en het OM (WED). De Whc heeft hierin verandering<br />
gebracht en voorziet in een bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium. 87 Toch erkent de<br />
wetgever in de Memorie van Toelichting bij de Whc dat er een verband bestaat tussen de be‐<br />
stuursrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en commune delicten uit het strafrecht<br />
zoals valsheid in geschrifte en bedrog door de verkoper. De oorspronkelijke wet kende daarom<br />
een bepaling die vergelijkbaar was met artikel 5:44 Awb die met de invoering van de Vierde<br />
Tranche van de Awb is vervallen. Het systeem van de Whc gaat er dus van uit dat er een wissel‐<br />
werking plaatsvindt tussen de Consumentenautoriteit en de officier van justitie in gevallen van<br />
samenloop. De wetgever is van mening dat naar (toen) geldende opvattingen over rechtshand‐<br />
having het strafrecht slechts in aanmerking komt als andere handhavingsvormen – zoals hier<br />
bestuursrechtelijke handhaving – tekortschieten. Het consumentenrecht blijft in ieder geval een<br />
gemengd stelsel: niet alleen blijft naast bestuursrechtelijk optreden ook civielrechtelijk optreden<br />
door consumenten zelf altijd mogelijk, ook blijft het commune strafrecht naast de bestuursrech‐<br />
telijke handhaving bestaan. Wel kiest de Whc – in de lijn van de Vierde Tranche – voor een sys‐<br />
teem van ‘una via’. De keuze voor hetzij bestuursrechtelijke sanctionering hetzij strafrechtelijke<br />
85 Kamerstukken II 2005/06, 30 411, nr. 3, p. 37.<br />
86 Kamerstukken II 2005/06, 30 411, nr. 3, p. 65.<br />
87 Kamerstukken II 2005/06, 30 411, nr. 3, p. 38.<br />
35