Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat alles haaks op de vaststelling dat de overheid voor de handhaving van ordeningswetgeving<br />
primair op zichzelf is aangewezen en in die zin dus een zorgplicht heeft met het oog op het al‐<br />
gemeen belang. Met deze ‘pakkansconstructie’ wordt de verantwoordelijkheid voor de handha‐<br />
ving van de desbetreffende wetgeving op de keper beschouwd deels doorgeschoven naar de<br />
overtreder zelf. Dat staat op gespannen voet met het uitgangspunt dat een burger niet aan zijn<br />
eigen veroordeling hoeft mee te werken.<br />
Dat alles geldt tot op zekere hoogte ook voor de ‘high trust level’ benadering, die er in<br />
het kort op neer komt dat de overheid er (groot) vertrouwen in heeft, althans dat uitstraalt, dat<br />
burgers hun plichten (bijvoorbeeld bepaalde meldingsplichten) zullen vervullen. Als echter blijkt<br />
dat burgers dat vertrouwen beschamen, worden ze extra zwaar bestraft. In wezen komt dat<br />
overeen met de hierboven besproken pakkansconstructie en het is dan ook de vraag of deze<br />
benadering niet eveneens rechtens ontoelaatbaar is.<br />
2.6.3 Selectie van relevante straftoemetingsfactoren ten behoeve van<br />
een boetestelsel voor ordeningswetgeving, op basis van de straf‐<br />
rechtelijke straftoemetingspraktijk<br />
Op basis van de analyse van de strafrechtelijke straftoemetingspraktijk, en met name op basis<br />
van de analyse van de OM‐richtlijnen die specifiek betrekking hebben op de handhaving van<br />
ordeningswetgeving, kan nu een selectie worden gemaakt van ‘primaire’ factoren die relevant<br />
kunnen worden geacht voor een boetestelsel voor ordeningswetgeving. Allereerst is aanstonds<br />
duidelijk dat meerdere factoren van het in § 2.6.1 gegeven uitgebreide overzicht van relevante<br />
factoren voor het ‘commune’ strafrecht voor de ordeningswetgeving van ondergeschikt belang<br />
zijn. Dit betreft onder meer bepaalde subjectieve factoren en factoren als de wijze van uitvoe‐<br />
ring van het delict en bijvoorbeeld onvoltooide delicten. Van andere factoren kan worden ge‐<br />
zegd dat ze in de context van de ordeningswetgeving weliswaar van belang kunnen zijn, maar<br />
alleen op een of enkele deelgebieden of onder bijzondere omstandigheden. Dit geldt bijvoor‐<br />
beeld de factor de persoon van het slachtoffer. Hoewel beide factoren op de achtergrond eigen‐<br />
lijk altijd een rol spelen, kan voorts nog worden gedacht aan de factoren generale en speciale<br />
preventie. Daarnaast wordt wel verdedigd dat de pakkans beschouwd kan worden als relevante<br />
factor voor een boetestelsel in het kader van de ordeningswetgeving.<br />
Gelet op onder meer de in § 3.4 vermelde beleidsregels met betrekking tot de handha‐<br />
ving van ordeningswetgeving, zijn in het kader van deze wetgeving in elk geval de volgende fac‐<br />
toren van meer structureel belang: 122<br />
- De aard en ernst van het delict.<br />
- De persoon van de dader (type normadressaat; het al dan niet zijn van professional;<br />
individuele onderneming of deel uitmakend van een concern; werkgever van een<br />
klein, middelgroot of groot bedrijf; draagkracht).<br />
- Het profijt (behaald voordeel).<br />
- Recidive.<br />
- Herstel van de gevolgen.<br />
122<br />
Dit overzicht van factoren komt sterk overeen met die van de Kabinetsnota over de uitgangspunten bij de keuze van een sanctie‐<br />
stelsel (Kamerstukken I, 2008/09, 31 700 VI, D, p. 12):<br />
‐ De ernst van de overtreding, uit te drukken in de mate waarin deze gevaar oplevert voor te beschermen maat‐<br />
schappelijke waarden, dan wel feitelijk schade veroorzaakt (vermogensschade, lichamelijk letsel, geestelijk leed);<br />
‐ Het teniet doen van het voordeel dat met de normschending wordt behaald;<br />
‐ De doorbreking van een patroon van overtredingen (waar in hoge mate «recidive» dreigt);<br />
‐ Het rekening houden met de draagkracht: de impact van straf op de (jongere, volwassen) persoon of onderneming<br />
(kleinbedrijf tot multinational).<br />
61