Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ninghouder een aantal verplichtingen niet nakomt. De handelsvergunning wordt geschorst in‐<br />
dien het ernstige vermoeden bestaat dat een van de in artikel 51 genoemde omstandigheden<br />
zich voordoet. De intrekkings‐ en schorsingsbevoegdheid worden overigens niet door de IGZ<br />
uitgeoefend, maar door het College ter beoordeling van geneesmiddelen. De voornaamste taak<br />
van dit College is het registreren en toetsen van nieuwe geneesmiddelen voordat deze op de<br />
Nederlandse markt afgezet mogen worden. 15<br />
Daarnaast zijn ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid op grond van<br />
artikel 114 Geneesmiddelenwet bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang,<br />
maar enkel ter handhaving van de bij artikel 5:20 lid 1 Awb gestelde verplichting. Voorts kunnen<br />
zij, voor zover dit redelijkerwijs voor hun taakuitoefening noodzakelijk is, geneesmiddelen in<br />
beslag nemen, de handel, aflevering, bereiding, invoer of terhandstelling van een geneesmiddel<br />
doen opschorten of beëindigen of een apotheek sluiten indien daar niet de nodige waarborgen<br />
aanwezig zijn voor een veilige opslag, bereiding of terhandstelling van geneesmiddelen en daar‐<br />
door de volksgezondheid gevaar kan lopen (art. 115 Geneesmiddelenwet).<br />
Strafrecht<br />
Naast deze bestuursrechtelijke bevoegdheden, bestaat de mogelijkheid een overtreder straf‐<br />
rechtelijk te vervolgen. De Memorie van Toelichting benadrukt dat de strafrechtelijke vervolging<br />
vooral geëigend is voor die overtredingen die een gevaarzettend karakter hebben of die anders‐<br />
zins de volksgezondheid kunnen bedreigen. Gedacht kan worden aan het in de handel brengen<br />
van ongeregistreerde geneesmiddelen, het verhandelen of het bereiden van geneesmiddelen<br />
zonder de daarvoor vereiste vergunningen. 16<br />
Strafrechtelijke vervolging wegens overtredingen van de Geneesmiddelenwet is voor‐<br />
namelijk gebaseerd op de WED. Artikel 1 onder 1 e WED kwalificeert overtreding van voorschrif‐<br />
ten gesteld bij of krachtens de artikelen 18 lid 1, 28 lid 1, 39 lid 2, 40 lid 1 en 2, 61 lid 1 en 62 van<br />
de Geneesmiddelenwet als economische delicten. Indien de overtredingen opzettelijk zijn be‐<br />
gaan, zijn het misdrijven. De bestuurlijk beboetbare feiten die niet als economisch delict zijn<br />
aangemerkt, zijn bovendien strafbare feiten indien in de voorafgaande 24 maanden tweemaal<br />
voor dezelfde overtreding een bestuurlijke boete is opgelegd. De maximale straf voor deze over‐<br />
treding is hechtenis van zes maanden of een geldboete van de derde categorie (€ 7.600).<br />
Met betrekking tot overtreding van de reclamevoorschriften volgt uit de Beleidsregels<br />
bestuurlijke boeten Geneesmiddelenwet dat deze niet aan het OM worden voorgelegd. Dit<br />
heeft te maken met het gegeven dat er grote commerciële voordelen zijn gemoeid met overtre‐<br />
ding van de reclameregels, waardoor het gewenst is deze overtredingen met hoge boetes te<br />
bestraffen. De geldboete van de derde categorie (€ 7.600) wordt voor dat doel niet toereikend<br />
geacht.<br />
Voor de gedragingen die een economisch delict zijn, geldt dat deze als strafbaar feit<br />
worden aangemerkt en rechtstreeks aan het OM worden voorgelegd. De bijzondere bepaling<br />
hieromtrent in artikel 103 Geneesmiddelenwet is vervallen met de inwerkingtreding van de<br />
Vierde Tranche van de Awb en sindsdien wordt de samenloop met strafrechtelijke vervolging<br />
afgehandeld via het algemene artikel 5:44 Awb.<br />
Omdat zowel de IGZ als het OM partij is bij de handhaving van de Geneesmiddelenwet<br />
(overigens, voor het gehele terrein van de volksgezondheid) is het noodzakelijk dat het OM en<br />
de IGZ met elkaar samenwerken. Daarom is er een ‘Samenwerkingsprotocol Volksgezondheid<br />
tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Openbaar Ministerie (OM)’ opgesteld.<br />
15 Kamerstukken II 2003/04, 23 959, nr. 3, p. 3.<br />
16 Kamerstukken II 2003/04, 23 959, nr. 3, p. 20.<br />
10