Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3 Verkenning bestuursrechtelijke boetestelsels<br />
3.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wordt nagegaan hoe in het bestuursrecht de hoogte van de boetes wordt be‐<br />
paald. De ontwikkeling van het recht omtrent de bestuurlijke boete en daarmee de uitgangspun‐<br />
ten die ten grondslag liggen aan de hoogte van de boete is versnipperd over verschillende bij‐<br />
zondere wetten. Er is geen uniforme dogmatiek, noch in de literatuur, noch in de parlementaire<br />
geschiedenis, waarmee de hoogte van de boete kan worden verklaard.<br />
Het doel van dit hoofdstuk is het achterhalen van de rationaliteit van de bestuurlijke<br />
boetestelsels. Dit moet leiden tot een aantal factoren die door de bank genomen een rol spelen<br />
bij het bepalen van de hoogte van de bestuurlijke boete. Dit zou men de rationaliteit van een<br />
boetestelsel kunnen noemen. De reconstructie van de rationaliteit van bestuurlijke boetestelsels<br />
wordt in dit hoofdstuk gebaseerd op de bestudering van een steekproef van twaalf boetestel‐<br />
sels. Deze steekproef is selectief tot stand gekomen, met als doel een zo groot mogelijke sprei‐<br />
ding over beleidsterreinen, departementen en typen rechtsgoederen die door het boetestelsel<br />
worden beschermd. De reconstructie van de rationaliteit is gebaseerd op een gedetailleerde<br />
beschrijving van de wetsgeschiedenis en aanvullende beleidsstukken en toelichtingen, waarin de<br />
motieven van het boetestelsel worden beschreven.<br />
Van drie boetestelsels is deze beschrijving uitgebreid met een verdiepende casestudy,<br />
waarmee de reconstructie van het boetestelsel wordt verbreed naar de boetepraktijk. Met boe‐<br />
tepraktijk wordt gedoeld op de dagelijkse beslissingen binnen het uitvoerende bestuursorgaan<br />
aangaande de op te leggen boetes. De beschrijving van de boetepraktijk heeft tot doel te con‐<br />
troleren in hoeverre wet en beleid doorwerken in de concrete, individuele beslissingen omtrent<br />
de boetehoogte. Bovendien bieden de casestudies mogelijk aanknopingspunten voor nadere<br />
motieven die de vormgeving van een boetestelsel kunnen verklaren.<br />
In § 2 worden de twaalf boetestelsels, en de motieven die daaraan ten grondslag liggen,<br />
beschreven aan de hand van de parlementaire geschiedenis en beleidsdocumenten. § 3 bevat<br />
een beschrijving van de boetepraktijk. In § 4 wordt een samenvattend overzicht geschetst van<br />
de motieven die in het bestuursrecht een rol spelen bij de bepaling van de boetehoogte. Dit<br />
overzicht zou men kunnen zien als het referentiekader voor de hoogte van boetes, zoals die uit<br />
het bestuursrecht opdoemt.<br />
3.1.1 Algemene Ouderdomswet (AOW)<br />
3.1.1.1 Inleiding<br />
De AOW regelt het ouderdomspensioen. Overtreding van artikel 49 AOW wordt, in artikel 17c<br />
lid 1 AOW, met een bestuurlijke boete bedreigd. De overtreding heeft betrekking op het schen‐<br />
den van een informatieverplichting. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het niet door‐<br />
geven van het duurzaam voeren van een gezamenlijke huishouding. Het verantwoordelijke de‐<br />
partement is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de AOW wordt uitge‐<br />
voerd door de Sociale verzekeringsbank (Svb), dat ook bevoegd is tot het opleggen van bestuur‐<br />
lijke boetes. In 2009 zijn 1.579 bestuurlijke boetes opgelegd. 1<br />
1 Svb (SUWI) Jaarverslag 2009, p. 40<br />
1