Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
geen ‐ 17 %<br />
totaal 100 % 100 %<br />
n 7 6<br />
De tabel illustreert dat een duidelijke delictsomschrijving samenvalt met een striktere fixatie,<br />
namelijk in de vorm van een feitcodering. Dit ligt voor de hand: bij een feitcodering is bijna per<br />
definitie sprake van een duidelijke delictsomschrijving. Bij het vaststellen van het boetebedrag<br />
wordt immers gebruik gemaakt van die duidelijke delictsomschrijving. Uit de tabel blijkt ook dat<br />
bij een vagere delictsomschrijving vooral een rekensom past. Ook dit ligt voor de hand: naarma‐<br />
te de delictsomschrijving vager is, zijn er meerdere factoren die meegewogen moeten worden<br />
in de vaststelling van de boetehoogte.<br />
Voor wat betreft de (her)kenbaarheid van de overtreder gaat het om de vraag of aanstonds<br />
duidelijk is wie de overtreder is. Voor overtredingen van de Wahv, de Arbeidstijdenwet en de<br />
Tabakswet is onmiddellijk duidelijk wie de overtreder is. De delictsomschrijving laat daarover<br />
weinig onduidelijkheid bestaan. Bij de constatering van een verboden prijsafspraak is de over‐<br />
treder echter niet onmiddellijk duidelijk. Dat geldt ook voor het aanbieden van obscure sms‐<br />
diensten of het verzenden van spam (beboetbare feiten op grond van de Telecommunicatie‐<br />
wet). Hetzelfde geldt voor het (via internet) aanbieden van geneesmiddelen. Voor deze laatste<br />
categorie boetestelsels is nader onderzoek nodig naar de overtreder en kan (dus) worden ver‐<br />
ondersteld dat het boetestelsel minder fixatie bevat ten aanzien van de persoon van de over‐<br />
treder.<br />
De volgende tabel bevat een vergelijking van de mate van fixatie naar de kenbaarheid<br />
van de overtreder.<br />
Tabel 23: Kenbaarheid overtreder en fixatietechniek<br />
kenbare overtreder?<br />
fixatietechniek ja nee<br />
feitcodering 56 % 25 %<br />
bandbreedte/boetecategorie 22 % ‐<br />
rekensom 22 % 50 %<br />
geen ‐ 25 %<br />
totaal 100 % 100 %<br />
n 9 4<br />
Naarmate de overtreder meer kenbaar is, is sprake van een striktere fixatietechniek, met vaker<br />
feitcodering als methode van fixatie. Indien de overtreder niet op voorhand kenbaar is, wordt<br />
vaker een rekensom gebruikt of is helemaal geen sprake van fixatie.<br />
4.4.5 Tussenconclusie<br />
In deze paragraaf is nagegaan hoe de bij de boetestelsels gekozen techniek kan worden ver‐<br />
klaard. Met ‘techniek’ wordt hier gedoeld op de mate waarin het boetestelsel voorschrijft welke<br />
boete in welke gevallen moet worden opgelegd. Het gaat dan dus om de mate van fixatie. De<br />
mate van fixatie is onderscheiden in drie categorieën: feitcodering als meest verstrekkende fixa‐<br />
tiemethode, boetecategorieën of bandbreedtes als minder strikte fixatie en rekensommen als<br />
minst strikte fixatiemethode. Daarnaast zijn boetestelsels waarbij buiten de maximale boete<br />
geen nadere fixatie is aangetroffen.<br />
De mate van fixatie lijkt samen te vallen met de frequentie waarin het boetestelsel wordt<br />
gebruikt, en dus de aantallen bestuurlijke boeten die worden opgelegd. Naarmate een boete‐<br />
stelsel vaker tot een bestuurlijke boete leidt, is vaker sprake van feitcodering. Indien minder<br />
vaak een boete wordt opgelegd, kan men ook boetecategorieën of in het geheel geen fixatie<br />
verwachten.<br />
Ook het moederministerie blijkt relevant. De fixatietechniek lijken in wetten die vallen<br />
onder de verantwoordelijkheid van hetzelfde ministerie vaak op elkaar. Dit is bijvoorbeeld het<br />
24