Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.5.2 Wet en OM‐beleid over de boetehoogte<br />
Het OM mag, sinds de invoering van de strafbeschikking in 2008, strafbeschikkingen uitvaardi‐<br />
gen voor misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat en voor alle overtredingen.<br />
Een strafbeschikking kan uit verschillende straffen, maatregelen en aanwijzingen bestaan, zoals<br />
een geldboete, een taakstraf en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen.<br />
Tot maart 2011 werd alleen de geldboete of ontzegging opgelegd. Vanaf maart 2011 kan ook de<br />
maatregel van onttrekking aan het verkeer worden ingezet en is het mogelijk de verdachte aan‐<br />
wijzingen te geven die kunnen inhouden: afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en<br />
vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer.<br />
In gevallen waarin sprake is van politiestrafbeschikkingsfeiten kunnen (buitengewoon)<br />
opsporingsambtenaren, voor zover zij bevoegd zijn tot opsporing van die zaken, strafbeschikkin‐<br />
gen uitvaardigen waarin alleen een geldboete wordt opgelegd. Voor overtredingen geldt dan<br />
het maximum dat krachtens de wettelijke omschrijving op de overtreding is gesteld. Ingevolge<br />
artikel 257b lid 2 Sv kan een strafbeschikking die wordt opgelegd voor een misdrijf niet hoger<br />
zijn dan € 350. Deze systematiek is opvallend nu de maximale geldboete voor overtredingen niet<br />
wordt beperkt, waardoor daarvoor de algemene boetemaxima uit artikel 23 Sr gelden, terwijl<br />
voor misdrijven een beperking geldt van € 350. Door de wetgever wordt geen argument aange‐<br />
dragen voor het introduceren van deze ruime bevoegdheid voor opsporingsambtenaren ter zake<br />
van overtredingen.<br />
Voor een groot aantal overtredingen en misdrijven hanteert het OM vaste boete‐<br />
tarieven. Het gaat vooral om verkeersgerelateerde zaken, maar ook om bijvoorbeeld boetes<br />
voor het verkeerd aanbieden van huisvuil, vissen zonder visvergunning of het veroorzaken van<br />
geluidsoverlast. Deze overtredingen en misdrijven zijn voorzien van feitcodes die gebruikt wor‐<br />
den op het (verkort) proces‐verbaal. In artikel 3.6 lid 1 Besluit OM‐afdoening is voorgeschreven<br />
dat het OM, voor de uitvoering van de politiestrafbeschikking, richtlijnen uitvaardigt waarin ten<br />
aanzien van elk feit waarvoor de bevoegde ambtenaar een strafbeschikking kan uitvaardigen de<br />
hoogte van de daarin op te leggen geldboete wordt bepaald. Deze richtlijnen worden in de<br />
Staatscourant bekend gemaakt. In het tweede lid van hetzelfde artikel staat dat de bevoegde<br />
ambtenaar in het bezit wordt gesteld van een lijst met de feiten waarvoor de strafbeschikking<br />
kan worden uitgevaardigd en met de bedragen van de geldboeten die kunnen worden opgelegd.<br />
In de Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke strafbeschikking overlastfeiten 2011 en de Tek‐<br />
stenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen 2011 van het OM zijn de ac‐<br />
tuele strafbeschikkingsbedragen terug te vinden.<br />
In de Nota van Toelichting bij artikel 3.6 van het Besluit OM‐afdoening wordt kort iets<br />
gezegd over de mogelijkheid af te wijken van de voorschreven boetebedragen. Artikel 3.6 Be‐<br />
sluit OM‐afdoening is ontleend aan artikel 9 Transactiebesluit 1994. De uitleg van dat laatste<br />
artikel brengt mee dat de ambtenaar die bevoegd is een politiestrafbeschikking uit te vaardigen<br />
daarin geen ander geldboetebedrag mag opleggen dan door het OM is vastgesteld.<br />
2.5.3 OM‐afdoening in het licht van eerdere strafrechtelijke bevindin‐<br />
gen<br />
In het licht van hetgeen in § 2.2 (wet), § 2.3 (OM‐beleid) en § 2.4 (rechterlijk beleid) over de<br />
hoogte van <strong>geldboetes</strong> is opgemerkt, kunnen met het oog op de OM‐afdoening de volgende<br />
conclusies worden getrokken.<br />
In de eerste plaats is duidelijk dat de OM‐afdoening de lichtere categorieën delicten be‐<br />
treft: voor de zwaardere categorieën blijven primair beslissingen van de strafrechter aangewe‐<br />
55