Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- Kan in geval van rechtspersonen (bedrijven) worden volstaan met boetes van de<br />
naasthogere categorie (art. 23 lid 7 en 8)?<br />
- Indien de bepaling(en) gericht zijn op beide type overtreders, maakt dit voor het<br />
vaststellen van de maximale boetehoogte verschil? Met andere woorden, is het<br />
wenselijk voor elk type overtreder een ander maximum te formuleren?<br />
c. Behaald profijt<br />
- Kan de betrokkene met het begaan van de overtreding economisch voordeel<br />
behalen?<br />
- Bestaat er in de wet een terugvorderingsbevoegdheid of een andere herstelsanctie?<br />
- Is het raadzaam het behaalde economische voordeel te betrekken / als uitgangspunt<br />
te nemen bij de keuze van de boetecategorie van artikel 23 lid 4 Sr om hiermee de<br />
relatieve ernst van de gedraging mee uit te drukken?<br />
- Indien het met de overtreding behaalde voordeel reeds teruggevorderd wordt met<br />
een herstelsanctie, dient daarin het kader van de evenredigheid bij het opleggen van<br />
de boeterekening mee te worden gehouden.<br />
d. Recidive<br />
Uitgangspunt is dat er voor bestuurlijke boetes een algemene recidivebepaling wordt<br />
opgenomen (soortgelijke recidive binnen vijf jaar leidt tot een verhoging van 50% van het<br />
boetebedrag), waarvan bij wettelijk voorschrift kan worden afgeweken. Daar kan in de<br />
voorgestelde normering van straftoemeting bij lagere regelgeving in het strafrechtelijk<br />
ordeningsrecht, voortbouwend op bestaande OM‐beleidsregels, bij worden aangesloten. In de<br />
bijzondere wet kan deze bepaling verfijnd worden tot een verhoging van 100% in geval van een<br />
ernstige overtreding binnen vijf jaar, of kan de termijn worden beperkt tot twee jaar. Zij kan ook<br />
uitgebouwd worden voor herhaalde recidive (bijvoorbeeld verhoging met 100% bij een derde<br />
overtreding binnen vijf jaar). In plaats daarvan kan er voor worden gekozen om bij herhaalde<br />
recidive een overstap naar het strafrecht te maken.<br />
2. Vormgeving van de boete<br />
Vraag<br />
Op welke wijze wordt het bepalen van de boetehoogte in een concreet geval nader<br />
genormeerd?<br />
Onderdelen<br />
a. Structuur<br />
In de wet of in lagere regelgeving kunnen aan de beslissingnemers richtsnoeren worden<br />
gegeven over welke elementen van belang zijn bij het vaststellen van een individuele boete.<br />
Dergelijke richtsnoeren kunnen variëren van strikt tot vrij. Welke structuur het beste past bij de<br />
betreffende overtreding, hangt af van de ingewikkeldheid van de delictsomschrijving en de<br />
bewijsvoering en van de vraag of er veel bijkomende omstandigheden zijn die de hoogte van de<br />
boete kunnen bepalen. Als het gaat om de vormgeving van deze nadere richtlijnen, moeten<br />
twee elementen worden onderscheiden: I) de plaats waar deze richtlijnen worden vastgelegd en<br />
II) hoe deze richtlijnen er uit zien.<br />
I. Plaats<br />
- Formele wet<br />
- AMvB en/of ministeriële regeling<br />
2