Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.2.3.2.2 Draagkracht<br />
Uit onder meer artikel 24 Sr blijkt dat ook de draagkracht een strafverlagende factor is of kan<br />
zijn. Artikel 24 Sr bepaalt dat bij de vaststelling van de geldboete rekening wordt gehouden met<br />
de draagkracht van de verdachte en de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende<br />
bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt<br />
getroffen.<br />
Ook andere bepalingen kunnen in de sleutel worden gezet van de draagkracht als straf‐<br />
verlagende factor. Zo wordt in het jeugdstrafrecht de maximum boete beperkt tot een alge‐<br />
meen maximum: het maximum van de tweede categorie van artikel 23 lid 4 Sr (art. 77l Sr), een<br />
fractie van wat algemeen gesproken als maximum boete kan worden opgelegd op grond van<br />
artikel 23 lid 4 Sr.<br />
Andersom kunnen – zo bleek – aan rechtspersonen <strong>geldboetes</strong> worden opgelegd tot ten<br />
hoogste het bedrag van de naast hogere categorie van artikel 23 lid 4 Sr. Dat kan in bepaalde<br />
gevallen een verdubbeling of zelfs een vertienvoudiging van de boete opleveren die aan een<br />
natuurlijke persoon kan worden opgelegd. Ook in dat verband zal de draagkracht een rol heb‐<br />
ben gespeeld bij het vaststellen van de maximum boetes voor rechtspersonen, respectievelijk<br />
voor natuurlijke personen.<br />
2.2.3.2.3 Het ontbreken van verwijtbaarheid<br />
Zoals bij de bespreking van de strafverhogende factoren al bleek, vormt ook het ontbreken van<br />
verwijtbaarheid een strafuitsluitende (of strafverminderende) factor. Daarbij zijn allerlei alge‐<br />
mene en bijzondere, wettelijke en buitenwettelijke varianten te onderscheiden. Belangrijke<br />
algemene (wettelijke) varianten zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, psychische overmacht, nood‐<br />
weerexces, het te goeder trouw opvolgen van een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel. Bijzon‐<br />
dere wettelijke schulduitsluitingsgronden komen nauwelijks meer voor (afgezien van omstan‐<br />
digheden die in feite als vervolgingsuitsluitingsgronden, kwalificatieuitsluitingsgronden, faits<br />
d’excuses, etc., moeten worden aangemerkt), of het moet zijn dat bepaalde wettelijke strafver‐<br />
minderingsgronden de strekking hebben van schulduitsluitings‐ of schuldverminderingsgrond,<br />
zoals bij kinderdoodslag en kindermoord het geval lijkt te zijn.<br />
Daarnaast spelen nog tal van ongeschreven – in de rechtspraak ontwikkelde – varianten<br />
van avas een rol, die inmiddels bijna de status van ‘wettelijke regel’ hebben (in ieder geval in de<br />
ogen van het EHRM, gezien de autonome uitleg die het Hof geeft aan het begrip ‘law’; daartoe<br />
kan in de ogen van het EHRM ook algemeen toegankelijke jurisprudentie worden gerekend). Te<br />
denken valt aan verschoonbare (rechts‐ en feitelijke) dwaling, de maximaal te vergen zorg, ver‐<br />
schoonbare onmacht, et cetera.<br />
2.2.3.2.4 Andere strafuitsluitingsgronden<br />
Naast het ontbreken van verwijtbaarheid vormen ook het ontbreken van de wederrechtelijk‐<br />
heid, alsmede de boven genoemde vervolgingsuitsluitingsgronden, kwalificatieuitsluitingsgron‐<br />
den, daderschapsuitsluitingsgronden en faits d’excuses belangrijke strafverminderende of straf‐<br />
uitsluitende factoren.<br />
Wat betreft de vervolgingsuitsluitingsgronden kan bijvoorbeeld worden gewezen op het<br />
ne bis in idem‐beginsel (art. 68 Sr), het una via‐beginsel dat in verschillende wetten voorkomt,<br />
de schikking (de transactie van art. 74 Sr, zie hierna), de leeftijd van de dader (vgl. art. 486 Sv:<br />
kinderen onder twaalf jaar zijn niet vervolgbaar), de kwaliteit van de dader en/of het slachtoffer<br />
(vgl. art. 316 Sr: strafvervolging wegens diefstal tussen echtgenoten is uitgesloten), et cetera.<br />
Allemaal factoren die vervolging, en dus bestraffing, uitsluiten.<br />
19