26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vingsprojecten en het kabinetsstandpunt daarover. Daarnaast is acht geslagen op de regeling<br />

omtrent boeteoplegging op grond van het VWEU en de praktijk van de Commissie daarbij. In<br />

voorkomende gevallen is zelfs gekozen om voorkeur te geven aan aansluiting bij het <strong>Europese</strong><br />

recht boven het volgen van de Toetsingscommissie. 108<br />

Bij de inwerkingtreding van de Mededingingswet bedroeg de maximale boete ter zake<br />

van overtreding van de artikelen 6 en 24 Mededingingswet f 1.000.000 of 10% van de omzet van<br />

de onderneming. Dit is omgerekend het equivalent van het huidige maximale boetebedrag van<br />

€ 450.000. Bij het vaststellen van het maximale boetebedrag heeft de wetgever gelet op de<br />

hoogte van de boete die de <strong>Europese</strong> Commissie op kan leggen, te weten 1 miljoen ECU, de<br />

hoogte van de boeten in andere landen en de schaal van de Nederlandse markt. De omzetgrens<br />

stemt overeen met de bevoegdheid van de Commissie.<br />

In de Nota naar aanleiding van het verslag bij de Mededingingswet gaat de minister van<br />

Economische Zaken nader in op de boetehoogte. De minister betoogt dat het bedrag van<br />

f 1.000.000 niet zo ongebruikelijk is als sommigen denken. Het bedrag komt immers overeen<br />

met het bedrag van de zesde boetecategorie uit het Wetboek van Strafrecht (toentertijd). Gelet<br />

op de voordelen die met overtreding van het kartelverbod en het verbod van misbruik van een<br />

economische machtspositie behaald kunnen worden, zo vervolgt de minister, zou een boete van<br />

f 1.000.000 in een betrekkelijk groot aantal gevallen ineffectief zijn. Daarom is ervoor gekozen<br />

aan het nominale bedrag van f 1.000.000 een grens van 10% van de omzet toe te voegen. Deze<br />

10% is ontleend aan de grens die in het <strong>Europese</strong> mededingingsrecht geldt. 109<br />

Factoren die meegewogen dienen te worden bij de vaststelling van de boete in een con‐<br />

creet geval zijn volgens de Memorie van Toelichting bij de Mededingingswet: de ernst en duur<br />

van de overtreding, recidive, de bereidheid van de betrokken ondernemers om mee te werken<br />

aan het beëindigen van de overtreding, het behaalde voordeel, et cetera. De financiële positie<br />

van de onderneming speelt in beginsel geen rol bij de vaststelling van de hoogte van de boete.<br />

Het is niet de bedoeling dat slecht ondernemingsbeleid ‘beloond’ wordt met een lagere boete.<br />

Aan de andere kant moet het niet zo zijn dat een boete een faillissement van de onderneming<br />

waarschijnlijk zou maken. Dit zou niet in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.<br />

Deze overwegingen hebben ook een <strong>Europese</strong> achtergrond. 110<br />

De wetgever geeft het verantwoordelijke bestuursorgaan de opdracht beleid te ontwik‐<br />

kelen ten aanzien van het opleggen van boeten en dit eventueel vast te leggen in beleidsregels.<br />

Ook is denkbaar dat de minister dit zal doen. 111 Uit de toelichting van de beleidsregels volgt dat<br />

voor een zeer zware overtreding van de artikelen 6 en 24 van de Mededingingswet een toeslag<br />

op de basisboete geldt om ondernemingen ervan te weerhouden dergelijke overtredingen te<br />

begaan. Dit gebeurt in navolging van de <strong>Europese</strong> Commissie, die in vergelijkbare gevallen een<br />

zogenaamde ‘entry fee’ hanteert. Ook de reikwijdte van de factor (E) is aangepast. De maximale<br />

factor (E) is in het kader van high trust ten aanzien van overtredingen van de artikelen 6 en 24<br />

van de Mededingingswet nu verhoogd tot maximaal 5, waar deze factor (E) voorheen maximaal<br />

3 kon bedragen. Ook voor wat betreft de overige overtredingen is in de beleidsregels de factor<br />

(E) verhoogd tot maximaal 5, waar deze voorheen maximaal 3 bedroeg. Tot slot kan in geval van<br />

recidive de basisboete met 100% wordt verhoogd, tenzij dit gezien de omstandigheden van het<br />

geval evident onredelijk zou zijn. Hierdoor is geregeld dat recidive in principe leidt tot een ver‐<br />

dubbeling van de basisboete. Met de verdubbeling van de basisboete in geval van recidi‐<br />

108 Kamerstukken II 1995/96, 24 707, nr. 3, p. 86.<br />

109 Kamerstukken II 1996/97, 24 707, nr. 6, p. 83‐84.<br />

110 Zo is ook in Europa het evenredigheidsbeginsel een belangrijk algemeen rechtsbeginsel bij het bepalen van de boetehoogte:<br />

HvJEG, zaak 8/55, JUR 1955/56, blz. 323 (Fédéchar). Zie verder Kamerstukken II 1995/96, 24 707, nr. 3, p. 88‐89.<br />

111 Kamerstukken II 1995/96, 24 707, nr. 3, p. 89.<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!