26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.1.1.3 Motivering<br />

De hoogte van de boete en de vormgeving ervan zijn op verschillende niveaus gemotiveerd. De<br />

boete zelf is het resultaat van de in 1996 inwerking getreden Wet boeten, maatregelen en te‐<br />

rug‐ en invordering sociale zekerheid (Wet BMT). Deze wet introduceerde een onderscheid tus‐<br />

sen maatregelen en boeten, waarbij de laatste sanctie bedoeld is voor de gevallen waarin de<br />

belanghebbende zijn rechtsplicht tot het verstrekken van alle inlichtingen die van belang kunnen<br />

zijn voor het recht op uitkering of de hoogte daarvan niet of niet behoorlijk is nagekomen (in‐<br />

formatiefraude).<br />

De Wet BMT vormde de reactie op de geconstateerde omvang van misbruik en oneigen‐<br />

lijk gebruik van de sociale zekerheid. Verzwaring van het sanctiestelsel diende eraan bij te dra‐<br />

gen dat misbruik zou worden voorkomen en daar waar het zich toch voordoet, niet zou lonen. In<br />

deze redenering past dat van de hoogte van de sancties voldoende preventieve werking dient<br />

uit te gaan en dat voor de concrete toepassing de hoogte van de boete of maatregel dient te zijn<br />

afgestemd op de ernst en de verwijtbaarheid. Bij een strikt handhavingsbeleid past ook de keuze<br />

de uitvoeringsorganen te verplichten tot het opleggen van bestuursrechtelijke sancties overeen‐<br />

komstig een ‘tariefsysteem’, waarbij de hoogte van de sanctie afhankelijk is van de te onder‐<br />

scheiden vormen van verwijtbaar gedrag. Ook de verplichtstelling van de terugvordering van ten<br />

onrechte betaalde uitkering zorgt voor een verdere aanscherping van het handhavingsbeleid. 4<br />

In de toelichting op de Wet BMT wordt de keuze voor de hoogte en de vormgeving van<br />

de voorgestelde bestuurlijke boete gemotiveerd. Met opzet heeft de wetgever gekozen voor<br />

een maximum boetebedrag dat niet gekoppeld is aan het bedrag dat als gevolg van de fraude<br />

ten onrechte is gekregen. De wetgever is van mening dat de vormen waarin misbruik zich kan<br />

voordoen zo divers zijn dat toepassing van een percentage geen recht zou doen aan het concre‐<br />

te geval. Het is de bedoeling dat de uitvoeringsorganen de boete afstemmen op de ernst van het<br />

feit, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de betrokkene.<br />

Het maximum van f 5.000 (omgerekend in euro’s: € 2.269, dus in 2011 nog altijd het‐<br />

zelfde maximumbedrag) is door de wetgever allereerst gekozen om voldoende armslag te bie‐<br />

den aan de uitvoeringsorganen voor een daadkrachtig optreden waarvan ook voldoende pre‐<br />

ventief effect kan uitgaan.<br />

De tweede reden voor het maximum van f 5.000 is de aansluiting bij de strafrechtelijke<br />

handhaving. Hoewel bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving niet op een lijn gesteld kunnen<br />

worden, is de wetgever van mening dat de door het bestuur op te leggen boete zich niet ver<br />

dient te verwijderen van het maximum aan <strong>geldboetes</strong> dat door het strafrechtelijke apparaat<br />

wordt opgelegd.<br />

Ten tijde van het onderhavige wetsvoorstel bleek uit onderzoek dat de strafrechter voor<br />

gevallen van informatiefraude maximaal een boete van f 2.000 oplegde. Het verschil tussen het<br />

strafrechtelijk maximum en de maximale bestuurlijke boete houdt verband met het gegeven dat<br />

sprake is van een bovengrens die niet als regel bereikt wordt en met de wenselijkheid van het<br />

inbouwen van enige reserve in het wettelijke maximum, zodat het mogelijk is eventuele op‐<br />

waartse ontwikkelingen in de (nabije) toekomst op te kunnen vangen zonder wetswijziging. 5<br />

Het Boetebesluit dat ter uitvoering van deze boetebevoegdheid is opgesteld, heeft ten<br />

doel dat in gelijke gevallen een gelijke sanctie wordt opgelegd, waarbij de ernst van de overtre‐<br />

ding en de zwaarte van de sanctie beter in verhouding staan en de verhouding tussen bestuurs‐<br />

rechtelijke en strafrechtelijke boetes in verband met overtreding van de inlichtingenplicht wordt<br />

4 Kamerstukken II 1994/95, 23 909, nr. 3, p. 3.<br />

5 Kamerstukken II 1994/95, 23 909, nr. 3, p. 57.<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!