26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ning houdend met alle omstandigheden van het geval een gemotiveerde, gedegen en genuan‐<br />

ceerde boete kan worden bepaald. Voor de lichtere overtredingen of standaardovertredingen<br />

geldt de efficiëntie, duidelijkheid en zekerheid van vaste boetecategorieën. Overigens blijft in<br />

alle gevallen de matigingsbevoegdheid van toezichthouders gelden. Om die reden is het intro‐<br />

duceren van een vaste boetecategorie nul niet noodzakelijk. De toezichthouders kunnen immers<br />

altijd een boete tot nul matigen, indien zij daartoe aanleiding zien.<br />

3.1.12.4 Andere sancties<br />

Uit de toelichting van de AFM en DNB bij het gezamenlijk handhavingsbeleid blijkt dat niet bij<br />

elke overtreding wettelijke handhavingsinstrumenten worden ingezet. Vooral bij onder toezicht<br />

staande instellingen wordt de overgrote meerderheid van de zaken afgedaan met een norm‐<br />

overdragend gesprek of een waarschuwingsbrief. Deze interventies blijken veelvuldig te worden<br />

gebruikt: de AFM heeft in 673 zaken een dergelijk gesprek belegd, terwijl in 329 zaken een<br />

maatregel is opgelegd. Voor DNB zijn de cijfers nog duidelijker: in 841 gevallen een gesprek of<br />

waarschuwingsbrief, en in 141 een formele maatregel.<br />

De formele maatregelen variëren van het geven van een aanwijzing, tot het opleggen<br />

van een last onder dwangsom. Daarnaast kan de toezichthouder de rechtbank verzoeken om<br />

een noodregeling uit te spreken, openbare waarschuwingen publiceren, een curator benoemen.<br />

Ten slotte kan de vergunning of registratie worden gewijzigd, of geheel of gedeeltelijk worden<br />

ingetrokken of beperkt.<br />

Onder artikel 1 onder 2 e en 3 e WED worden veel artikelen uit de Wft als economisch de‐<br />

lict gekwalificeerd. Ten aanzien van deze artikelen kunnen (vaak) ook bestuurlijke maatregelen<br />

worden genomen. Om ongewenste overlap te voorkomen, hebben de AFM, DNB en het OM het<br />

‘Convenant bestuurlijke boeten en strafrechtelijke sancties’ opgesteld (hierna: het Convenant).<br />

In de regel treden de toezichthouders zelf bestuursrechtelijk op tegen geconstateerde overtre‐<br />

dingen van financiële wet‐ en regelgeving. In een aantal gevallen wordt echter (ook) aangifte bij<br />

het OM overwogen. Overleg met tussen de toezichthouders en het Functioneel Parket en de<br />

FIOD‐ECD vindt plaats indien het een overtreding van een verbodsbepaling betreft of indien het<br />

een overtreding betreft van artikel 5:59 lid 1 of 5 Wft (art. 3 lid 1 Convenant). Indien de toe‐<br />

zichthouder voornemens is een bestuurlijke sanctie op te leggen voor andere overtredingen dan<br />

hiervoor omschreven, informeert de toezichthouder het Functioneel Parket, met het oog op<br />

afstemming van de afdoening, wanneer: a) sprake is van samenloop met een of meer afzonder‐<br />

lijke gedragingen waarvoor uitsluitend strafrechtelijke afdoening openstaat, b) sprake is van een<br />

herhaling van een overtreding of c) naar het oordeel van de toezichthouder sprake is van een<br />

overtreding waarbij de specifieke omstandigheden van het geval – beoordeeld in het licht van<br />

de ernst van de overtreding, de mate van opzet en verwijtbaarheid, de omvang van de schade<br />

en in relatie tot de bescherming van het publiek – aanleiding geven tot het informeren van het<br />

Functioneel Parket (art. 3 lid 2 Convenant). Het besluit over welke vorm van afdoening in de<br />

onderhavige situatie het meest passend is, wordt genomen op basis van een afweging waarbij<br />

onder meer de complexiteit van de overtreding, de noodzaak tot inzet van strafrechtelijke<br />

(dwang)middelen, de samenloop met commune delicten, de verwijtbaarheid, maatschappelijke<br />

onrust en het te verwachten effect van bestuursrechtelijke dan wel strafrechtelijke afdoening<br />

worden beoordeeld. Wanneer de toezichthouders het vermoeden hebben van serieuze bijko‐<br />

mende commune delicten, zullen zij in beginsel aangifte doen van zowel de geconstateerde<br />

overtreding van de financiële wet‐ en regelgeving als van de vermoede commune delicten. On‐<br />

der omstandigheden kan echter worden gekozen voor het splitsen van een zaak in een bestuurs‐<br />

rechtelijk deel en een strafrechtelijk deel.<br />

62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!