Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- Beleid<br />
II. Vormgeving (van strikt naar vrij)<br />
- Fixatie/feitcodering: per overtreding wordt een vast bedrag/percentage van de<br />
maximale boete vastgelegd. Ook kan fixatie uitgedrukt worden door een vast bedrag<br />
te geven per eenheid van een variabele (bijvoorbeeld: een boetebedrag per<br />
hoeveelheid uitgestoten stikstof; zie de Meststoffenwet). Aanbevolen wordt om<br />
deze wijze van vormgeving in de bijzondere wet (evt. een AMvB) neer te leggen.<br />
- Rekensom Bos‐Polaris: het bepalen van een basisbedrag dat wordt beïnvloed door,<br />
in sanctiepunten uitgedrukte, omstandigheden. Door op het niveau van een<br />
algemeen verbindend voorschrift een algemene systematiek van plus‐ en<br />
minfactoren en hun waarde in sanctiepunten vast te stellen, kan bij toepassing van<br />
deze vormgeving door het invoeren van de ter zake doende omstandigheden een<br />
(voorspelbaar) boetebedrag worden berekend.<br />
- Rekensom Overig: het boetenormbedrag is de uitkomst van een rekensom, waarbij<br />
de basisboete wordt bepaald door een bepaald bedrag of percentage van de<br />
omzet/maximale boete en waarop vervolgens een of een aantal variabelen worden<br />
toegepast die betrekking hebben op de betreffende overtreding, bijvoorbeeld de<br />
ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de grootte van het bedrijf<br />
dat de overtreding pleegt. Deze variabelen worden uitgedrukt in een factor en/of<br />
een percentage waarmee het basisbedrag wordt vermenigvuldigd.<br />
- Bandbreedtes: een aantal variabelen bepaalt de bandbreedte waartussen de hoogte<br />
van de boete zich kan bewegen. Plaatsing in een boetecategorie wordt bijvoorbeeld<br />
bepaald door de ernst van de overtreding (aard, ernst en duur van de overtreding),<br />
het niveau waar de overtreding wordt gepleegd (landelijk, regionaal of lokaal), of<br />
een onderverdeling van artikelen uit de wet.<br />
- Handvatten: De richtlijnen beperken zich tot het geven van enkele<br />
factoren/indicatoren die meegewogen kunnen worden en dus van invloed zijn op de<br />
boetehoogte. Deze opsomming is niet limitatief en bovendien staat niet vast,<br />
bijvoorbeeld in percentages, welke invloed deze factoren op de concrete boete<br />
hebben.<br />
b. Houding betrokkene<br />
Er kan voor worden gekozen de houding van de betrokkene in de tijd voorafgaand aan of<br />
volgend op constatering van een overtreding mee te wegen bij de hoogte van de boete. In de<br />
wet of in het beleid dient vervolgens te worden uitgedrukt op welke wijze deze houding<br />
meeweegt in het vaststellen van de boete. Voorbeelden:<br />
- Indien de overtreder uit eigen beweging degenen aan wie door de overtreding<br />
schade is berokkend, schadeloos stelt, kan dat als een boeteverlagende factor<br />
worden beschouwd.<br />
- Indien de overtreder uit eigen beweging de overtreding heeft beëindigd, kan dat<br />
beschouwd worden als een boeteverlagende omstandigheid, waarbij meer gewicht<br />
toekomt aan het uit eigen beweging beëindigen van de overtreding voordat het<br />
bestuursorgaan een onderzoek is begonnen dan nadat het onderzoek reeds is<br />
aangevangen.<br />
- Gedacht kan ook worden aan het introduceren van het idee van ‘high trust’. High<br />
trust houdt in dat er minder middelen ingezet worden om overtredingen op te<br />
sporen in gevallen waarin de risico’s beperkt zijn, maar dat er harder wordt<br />
opgetreden als de wet toch wordt overtreden. Het high trust‐beleid gaat hierbij uit<br />
3