Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ook op het niveau van de strafoplegging zijn inmiddels uitgangspunten ontwikkeld die rechters<br />
gebruiken als oriëntatiepunten bij de vraag welke strafmaat en ‐modaliteit in een concreet geval<br />
als passend kunnen worden beschouwd. 110 Daarnaast is sinds 2002 de zogenoemde Databank<br />
Consistente Straftoemeting operationeel. Daarin worden uitspraken (van gerechtshoven) opge‐<br />
nomen waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan vier jaar is opgelegd. Dat<br />
maakt gevalsvergelijking mogelijk met betrekking tot ernstige strafbare feiten. In die zin kan de<br />
Databank worden opgevat als een aanvulling op de oriëntatiepunten, die uitsluitend betrekking<br />
hebben op minder ernstige strafbare feiten. Met beide initiatieven wordt beoogd een einde te<br />
maken aan moeilijk te verklaren en te verantwoorden verschillen in de straffen die rechters<br />
opleggen in vergelijkbare gevallen.<br />
De aanzet tot een consistent landelijk straftoemetingsbeleid door middel van landelijke<br />
richtlijnen kwam van de voorzitters van de strafsectoren, die in 1998 het initiatief ontwikkelden<br />
de straflijsten die individuele rechtbanken en hoven al gebruikten als oriëntatiepunt bij het be‐<br />
palen van de straf voor bepaalde typen strafzaken, op elkaar af te stemmen. 111 Daartoe werd de<br />
Commissie Straftoemeting ingesteld. Na een aanloopperiode, waarin aan de hand van een<br />
startnotitie van de Commissie een aantal uitgangspunten werd ontwikkeld die op hun beurt<br />
waren ontleend aan de straftoemetingspraktijk, heeft het LOVS op basis daarvan eind 1998 een<br />
aantal landelijke oriëntatiepunten geformuleerd. Tegenwoordig worden de landelijke oriënta‐<br />
tiepunten ontwikkeld door de zogeheten Commissie Rechtseenheid, een commissie van het<br />
LOVS. Het initiatief tot het ontwikkelen van oriëntatiepunten ligt bij het LOVS. Dat geeft de<br />
Commissie Rechtseenheid opdracht tot het ontwikkelen van het desbetreffende oriëntatiepunt.<br />
Die ontwikkelt vervolgens het oriëntatiepunt in samenspraak met de rechtbanken en gerechts‐<br />
hoven (in het algemeen in twee consultatierondes) en legt het resultaat ten slotte ter vaststel‐<br />
ling voor aan het LOVS.<br />
Uit een onderzoek van Schoep en Schuyt kan worden afgeleid dat de oriëntatiepunten<br />
een succes blijken te zijn. Ze worden in de praktijk veel toegepast. De verklaring voor het succes<br />
schuilt volgens de onderzoekers in het feit dat de oriëntatiepunten nauw aansluiten bij de straf‐<br />
toemetingspraktijk (alhoewel de onderzoekers daarbij wel kanttekeningen plaatsen) en dat de<br />
oriëntatiepunten als een handig hulpmiddel worden ervaren bij de straftoemeting. Doordat het<br />
stelsel van oriëntatiepunten aanzienlijk fijnmaziger is dan het wettelijke stelsel met zijn ruime<br />
wettelijke bandbreedtes, vormen ze bij het bepalen van de strafmaat een betere indicatie voor<br />
de ernst van het feit. 112<br />
De oriëntatiepunten hebben vooral betrekking op de daadcomponenten van het straf‐<br />
bare feit en niet of nauwelijks op de dadercomponenten. 113 Zij kunnen worden beschouwd als<br />
richtlijnen voor de strafmaat met betrekking tot enkele veel voorkomende delicten waar nor‐<br />
110 Zie uitgebreid o.a. M.J.A. Duker, Legitieme straftoemeting. Een onderzoek naar de legitimiteit van de straftoemeting in het licht<br />
van het gelijkheidsbeginsel, het democratiebeginsel en het beginsel van een eerlijke procesvoering. Den Haag: Boom Juridische<br />
Uitgever 2003.<br />
111 Overigens kennen de verschillende rechtbanken en hoven nog steeds hun eigen oriëntatiepunten. Vgl. de oriëntatiepunten van<br />
het hof Leeuwarden, die als bijlage zijn bijgevoegd. Op grond van hun onderzoekje werpen Schoep en Schuyt de vraag op of het wel<br />
zo verstandig is dat er naast de landelijke oriëntatiepunten ook nog ‘eigen’ lokale lijstjes blijven bestaan. Vanuit de doelstellingen<br />
van de Commissie Straftoemeting, lijkt dat niet zo voor de hand te liggen, maar het is desondanks niet uit te sluiten dat lokale lijstjes<br />
toch nog een nuttige aanvullende functie kunnen vervullen. Zie G.K. Schoep en P.M. Schuyt, Instrumenten ter ondersteuning van de<br />
rechter bij de straftoemeting; een onderzoek naar de (potentiële) effectiviteit van de Databank Consistente Straftoemeting en de<br />
oriëntatiepunten voor de strafvordering, Leiden: E.M. Meijers Instituut 2005, p. 73.<br />
112 Zie G.K. Schoep en P.M. Schuyt, Instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting; een onderzoek naar de<br />
(potentiële) effectiviteit van de Databank Consistente Straftoemeting en de oriëntatiepunten voor de strafvordering, Leiden: E.M.<br />
Meijers Instituut 2005, p. 70‐73.<br />
113 A. Schmidt, ‘De cirkel is rond: over instrumenten die helpen bij straftoemeting’, Trema straftoemetingsbulletin, nr. 2, 2005, p. 43‐<br />
47.<br />
45