26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Niet‐naleving van de inlichtingenverplichting is bovendien een reden voor de Svb een<br />

besluit tot toekenning van ouderdomspensioen te herzien of in te trekken, indien de overtreding<br />

heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van ouderdomspensioen<br />

(art. 17a lid 1 AOW). In beginsel gaat de Svb hiertoe over. Alleen in het geval van dringende re‐<br />

denen (art. 17a lid 2 AOW) kan de Svb afzien van de gehele of gedeeltelijke intrekking of herzie‐<br />

ning.<br />

In artikel 17b AOW is voorts de verplichting voor de Svb opgenomen het ouderdoms‐<br />

pensioen geheel of gedeeltelijk te weigeren, tijdelijk of blijvend, indien de verplichting, als be‐<br />

doeld in artikel 49, niet binnen de door de Svb daarvoor vastgestelde termijn is nagekomen (“De<br />

Sociale verzekeringsbank ‘weigert’ het ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of<br />

blijvend indien […] de verplichting van art. 49 niet binnen de […] termijn is nagekomen”). Het<br />

gebruik van deze maatregel dient te worden afgestemd op de ernst van de gedraging en de ma‐<br />

te waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten. Bij het ontbreken van de<br />

verwijtbaarheid wordt de maatregel niet opgelegd (art. 17b lid 2 AOW). Het derde en vierde lid<br />

van het artikel 17b Sr geven een aantal omstandigheden waaronder kan worden afgezien van<br />

het opleggen van deze maatregel en eventueel volstaan met het geven van een waarschuwing.<br />

Tot slot is het vijfde lid van artikel 17b AOW van belang. Daarin is bepaald dat het opleggen van<br />

een bestuurlijke boete in de weg staat aan het gebruik van de maatregel van de weigering van<br />

ouderdomspensioen bij niet‐nakoming van de verplichting uit artikel 49 AOW. In 2009 is deze<br />

maatregel 495 keren opgelegd. 7 Overigens wordt de maatregel uit artikel 17b AOW in het Maat‐<br />

regelenbesluit en in de beleidsregels van de Svb nader genormeerd.<br />

Artikel 24 AOW bepaalt dat het ouderdomspensioen dat vanwege enige reden onver‐<br />

schuldigd is betaald door de Svb wordt teruggevorderd van de pensioengerechtigde of zijn wet‐<br />

telijk vertegenwoordiger. Onder bepaalde omstandigheden kan de Svb besluiten af te zien van<br />

terugvordering of van verdere terugvordering, bijvoorbeeld indien de pensioengerechtigde ge‐<br />

durende een aantal jaren volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De bestuurlijke<br />

boete die ingeval van misbruik wordt opgelegd komt steeds bovenop de terugbetalingsverplich‐<br />

ting. In de Memorie van Toelichting is de vraag opgeworpen en beantwoord of deze cumulatie<br />

effectief is. De wetgever is van mening dat deze cumulatie geen grote problemen met zich<br />

brengt, onder meer omdat het uitvoeringsorgaan het bedrag van de bestuurlijke boete kan ver‐<br />

rekenen met de uitkering, zolang de betrokkene nog uitkering ontvangt.<br />

Strafrecht<br />

Naast deze bestuursrechtelijke sancties kan dezelfde overtreding ook strafrechtelijk worden<br />

gehandhaafd. Strafrechtelijke vervolging wordt gebaseerd op artikel 225 Sr (valsheid in geschrif‐<br />

te), artikel 227a Sr (verstrekking onjuist gegevens, anders dan door valsheid in geschrifte), arti‐<br />

kel 227b Sr (nalaten verstrekking gegevens), of artikel 447c (verstrekking onjuiste gegevens) en<br />

447d Sr (nalaten verstrekking gegevens). Een enkele keer wordt artikel 326 Sr (bedrog) gebruikt.<br />

De verhouding tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving is neergelegd<br />

in de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude en komt op het volgende neer. Het OM onderscheidt<br />

drie categorieën overtredingen, namelijk overtredingen met een nadeel kleiner dan € 10.000,<br />

overtredingen met een nadeel van € 10.000 tot € 35.000 en overtredingen met een nadeel van<br />

meer dan € 35.000. Het uitgangspunt is dat ten aanzien van de eerste categorie geen strafvor‐<br />

derlijke bevoegdheden worden aangewend. Er bestaan verschillende uitzonderingen op dit uit‐<br />

gangspunt, bijvoorbeeld wanneer de verdachte naast sociale zekerheidsfraude ook andere<br />

strafbare feiten heeft gepleegd. Indien een overtreding valt onder de tweede of derde categorie<br />

7 Svb (SUWI) Jaarverslag 2009, p. 40.<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!