Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Referentiekader geldboetes - Europese Beweging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
feldcriminalisierung’. Zo is samenspanning alleen strafbaar als wordt samengespannen tot mis‐<br />
drijven tegen de veiligheid van de staat of tot terroristische misdrijven (art. 96 Sr jo. diverse<br />
strafbepalingen waarin art. 96 Sr van toepassing wordt verklaard op bepaalde terroristische<br />
misdrijven).<br />
Meer algemeen gesproken, komt het uitgangspunt dat gedragingen in de aanloop naar<br />
het delict alleen strafwaardig worden geacht als de aard of de ernst van het te beschermen<br />
rechtsgoed dat vereist ook tot uitdrukking in de voorwaarde voor strafbaarheid van voorberei‐<br />
dingshandelingen. Voorbereidingshandelingen zijn op grond van artikel 46 Sr alleen strafbaar als<br />
het misdrijven betreft die worden bedreigd met een maximum gevangenisstraf van acht jaren of<br />
meer.<br />
Met andere woorden: enerzijds kan een strafverzwarend effect worden ontleend aan de<br />
ernst en de aard van het te beschermen rechtsbelang; anderzijds kan in dit verband een straf‐<br />
verlagend effect worden ontleend aan de mate waarin de strafwaardig geachte gedraging in de<br />
aanloopfase is verwijderd van het voltooide delict.<br />
2.2.3.2.6 Het aandeel aan het delict<br />
Bij de vorige strafverlagende factor lag het accent op de mate waarin de strafwaardig geachte<br />
gedragingen in de aanloop naar het delict zijn verwijderd van het voltooide delict. Dat zou ook in<br />
de sleutel kunnen worden gezet van de mate waarin ieders aandeel (als voorwaarde voor het<br />
doen slagen van het delict) is verwijderd van het voltooide delict. Die invalshoek kan vervolgens<br />
worden verbreed naar het leerstuk van de strafbare deelneming.<br />
Echter, wettelijk gezien blijkt dat de verschillende varianten van strafbare deelneming –<br />
op een enkele uitzondering na – geen strafverlagend of strafverhogend effect met zich brengen.<br />
Plegers, doen plegers, medeplegers en uitlokkers van eenn en hetzelfde delict zijn – wettelijk<br />
gezien – alle even strafbaar. Een uitzondering wordt gemaakt voor medeplichtigen. Bij mede‐<br />
plichtigheid wordt – ten opzichte van het aandeel van alle mogelijke andere (typen) daders –<br />
relatief zoveel minder gewicht toegekend aan het aandeel van de medeplichtige aan het delict,<br />
dat het daarvoor geldende strafmaximum met een derde wordt verlaagd. Medeplichtigheid aan<br />
overtredingen is zelfs in het geheel niet strafbaar.<br />
In het verslag van de Tweede Kamer met regeringsantwoord bij de bespreking van de<br />
deelnemingsvormen wordt het aldus geformuleerd: “Bovendien is het onderscheid niet zo ge‐<br />
ring als men meent tusschen de medewerking, dat wil zeggen de deelneming aan die feiten,<br />
welke behoren tot de constitutive elementen van het misdrijf, en hulp, dat wil zeggen deelne‐<br />
ming aan die feiten, die daartoe niet behooren, maar de volvoering door den dader gemakkelijk<br />
maken”. 44<br />
2.2.3.2.7 Herstel van de gevolgen<br />
De rechter kan een straf gedeeltelijk of geheel voorwaardelijk niet ten uitvoer leggen mits de<br />
verdachte zich houdt aan bepaalde voorwaarden. Dat impliceert dat voldoening aan deze voor‐<br />
waarden een zeker strafuitsluitend en/of strafverlagend effect heeft. Om die reden zullen ook<br />
deze voorwaarden, opgevat als strafverlagende factoren, de revue passeren. Zo zal kort worden<br />
stilgestaan bij de voorwaarden die zien op het herstel van de gevolgen. Daarna zullen de voor‐<br />
waarden worden behandeld die betrekking hebben op gedragsbeïnvloeding van de verdach‐<br />
te/dader. Maar daaraan voorafgaand wordt eerst nog een enkel woord gewijd aan de algemene<br />
voorwaarde van artikel 14c lid 1 Sr en de bijzondere voorwaarde van artikel 14c lid 2 onder 3 e Sr.<br />
44 H.J. Smidt, Geschiedenis van het Wetboek van Strafrecht (volledige verzameling van regeringsontwerpen, gewisselde stukken,<br />
gevoerde beraadslagingen, enz.), Haarlem: Tjeenk Willink 1891, deel 1, p. 436.<br />
23