26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

en op de verbeurdverklaring van voorwerpen – of de geschatte waarde daarvan – die daarvoor<br />

in aanmerking komen.<br />

Ten slotte kent ook de regeling van de OM‐afdoening (de ‘strafbeschikking’ die in de<br />

plaats komt van de transactie) enkele sancties of aanwijzingen met een sterk reparatoir ka‐<br />

rakter. Zo wordt in artikel 257a lid 2 Sv onder a de mogelijkheid geboden een taakstraf op te<br />

leggen, en onder d: de verplichting tot betaling van een geldsom aan de staat ten behoeve van<br />

het slachtoffer. Daarnaast kan nog worden gewezen op de ‘aanwijzingen’ van lid 3, zoals onder<br />

c: de afdracht van het wederrechtelijk verkregen voordeel, en onder d: de storting van een som<br />

gelds in het schadefonds geweldsmisdrijven of ten gunste van een instelling voor slachtoffer‐<br />

zorg.<br />

Ofschoon het niet meer gaat om strafuitsluitende voorwaarden, omdat ze inmiddels de<br />

status hebben van echte strafrechtelijke sancties, hebben ze nog wel het karakter van strafver‐<br />

lagende factoren ten opzichte van de sancties die via het ‘reguliere’ traject kunnen worden op‐<br />

gelegd. Dat laatste geldt overigens niet of nauwelijks voor de andere sancties die op grond van<br />

artikel 257a Sr kunnen worden opgelegd. Met dit artikel wordt immers primair beoogd wettelijk<br />

vast te leggen dat het OM (in plaats van de rechter) min of meer dezelfde typen straffen mag<br />

opleggen als de rechter.<br />

Hoewel dat enigszins buiten het hier beschreven wettelijke reguleringsstelsel valt, tot<br />

slot nog een enkel woord over het voorwaardelijke sepot. Het voorwaardelijk sepot zal in het<br />

kader van het tweede niveau van de ‘rationaliteit van het reguleringsstelsel’ (beleid) worden<br />

besproken. Hier kan alvast worden opgemerkt dat het OM bij de voorwaardelijke sepots gebruik<br />

maakt van vergelijkbare voorwaarden als de voorwaarden van artikel 14c Sr (met uitzondering<br />

van voorwaarden die een vrijheidsbenemend karakter hebben; dat dient aan de rechter te wor‐<br />

den overgelaten).<br />

2.2.3.2.8 Gedragsbeïnvloeding<br />

Artikel 14c lid 2 onder 2 e Sr regelt de voorwaarde dat de veroordeelde zich laat opnemen in een<br />

inrichting ter verpleging. Als daaraan wordt voldaan, blijven (echte) strafrechtelijke sancties<br />

achterwege. Voorts kan de rechter op grond van artikel 14c lid 2 onder 5 e Sr nog andere voor‐<br />

waarden stellen die het gedrag van de veroordeelde betreffen en dus ook betrekking hebben op<br />

gedragsbeïnvloeding van de dader.<br />

Ook elders in de wet zijn (strafverlagende) instrumenten te vinden waarmee wordt be‐<br />

oogd het gedrag van de dader te beïnvloeden en het recidiverisico te verminderen. De bereid‐<br />

heid daaraan mee te werken heeft eveneens een strafuitsluitend of ‐verlagend effect, zij het dat<br />

deze alternatieve instrumenten inmiddels eveneens als wettelijke (hoofd)straffen worden aan‐<br />

gemerkt. Wat dat betreft kan worden gewezen op de leerstraf. Zoals al bleek, kan de rechter<br />

(onder bepaalde voorwaarden) een taakstraf opleggen in plaats van bijvoorbeeld een gevange‐<br />

nisstraf. Een taakstraf kan bestaan uit een werkstraf of een leerstraf. Afhankelijk van het te be‐<br />

reiken doel zal de rechter kiezen voor het ene of het andere alternatief, dan wel voor beide.<br />

In artikel 74 Sr (transactie) zijn geen voorwaarden opgenomen die betrekking hebben op<br />

de gedragsbeïnvloeding van verdachten, maar in artikel 257a Sv (de OM‐afdoening, die in de<br />

plaats komt van de transactie) wel. In die zin is artikel 257a Sv – wat betreft de instrumenten<br />

van gedragsbeïnvloeding – het resultaat van een kruisbestuiving tussen artikel 14c Sr, artikel 74<br />

Sr en artikel 22c Sr (taakstraf). Zo biedt artikel 257a lid 2 onder a Sr het OM de mogelijkheid een<br />

taakstraf op te leggen, en biedt lid 3 onder e het OM de mogelijkheid aanwijzingen te geven<br />

omtrent het gedrag van de veroordeelde.<br />

De mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding spelen een nog prominentere rol in het<br />

jeugdstrafrecht. Dat houdt verband met het feit dat een belangrijke rechtvaardiging voor het<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!