26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Aandachtspunten en oplossingsrichtingen boetehoogte<br />

Enerzijds is in het bestuursrecht de verscheidenheid in boetehoogte groot, anderzijds is er een‐<br />

heid in die zin, dat in het bestuurlijke boeterecht vier (categorieën) factoren van algemeen be‐<br />

lang voor de boetehoogte blijken te zijn. In de afzonderlijke boeteregelingen (en in het kader<br />

van hun totstandkoming) wordt niet stelselmatig en op evenwichtige wijze aan alle vier deze<br />

factoren aandacht besteed. Keuzes blijven ten dele impliciet en hebben veelal een ad hoc ka‐<br />

rakter. Dit is met betrekking tot de boeteregelingen afzonderlijk onbevredigend, maar ook met<br />

het oog op het bestraffende bestuursrecht als geheel en in relatie tot het strafrecht. Op zich zelf<br />

kunnen er allerlei goede redenen bestaan voor het sterk uiteenlopen van regelingen op het punt<br />

van de boetehoogte. Wanneer deze echter onvoldoende kenbaar zijn en niet uitdrukkelijk in de<br />

afweging aan de orde zijn gekomen, moet geconstateerd worden dat sprake is van een gebrek<br />

aan transparantie en van twijfel over voldoende rechtseenheid. Kortom, naar onze mening is het<br />

wenselijk dat bij iedere boeteregeling afzonderlijk expliciete, beredeneerde keuzes met betrek‐<br />

king tot alle vier factoren worden gemaakt. Per factor zou daarbij het volgende betrokken moe‐<br />

ten worden.<br />

Hoewel deze factor ook op het beleidsniveau van betekenis is, dient de wetgever zich<br />

steeds uitdrukkelijk uit te spreken over het met de boeteregeling te beschermen belang (rechts‐<br />

goed) of belangen (rechtsgoederen), met inbegrip van een waardering ervan. Bepalingen op de<br />

overtreding waarvan een bestuurlijke boete is gesteld, strekken in het algemeen ter bescher‐<br />

ming van de algemene veiligheid en integriteit. Het gaat meer specifiek bijvoorbeeld om ver‐<br />

keersveiligheid, arbeidsveiligheid, marktordening, integriteit financiële sector, et cetera. Op een<br />

abstract niveau kan ter bepaling van de ernst van de aantasting van deze rechtsgoederen wor‐<br />

den onderscheiden tussen administratieve voorschriften (waarvan de schending het betrokken<br />

rechtsgoed als zodanig niet rechtstreeks aantast), dreigende aantasting en gerealiseerde aantas‐<br />

ting. In de context van de bestuurlijke boete wordt geen duidelijk onderscheid tussen beide laat‐<br />

ste categorieën gemaakt, met dien verstande dat waar de veiligheid in het geding is in geval van<br />

gerealiseerde schade of letsel veelal naar het strafrecht wordt doorverwezen (verkeersveilig‐<br />

heid, arbeidsomstandigheden, voedselveiligheid).<br />

Hiermee is gezegd dat binnen het raamwerk van de bestuurlijke boete wel zinvol een<br />

onderscheid is te maken tussen overtredingen van administratieve voorschriften (verhoudings‐<br />

gewijs lage boete) en die van overige voorschriften (hogere boete). Bij deze laatste categorie<br />

kan een nader onderscheid worden aangebracht tussen bescherming van de markt (zeer hoge<br />

boete) en van andere rechtsgoederen (minder hoge boete). Dit heeft niet, althans niet alleen te<br />

maken met een verschil in waardering van rechtsgoederen, maar ook met onder meer de effec‐<br />

tiviteit van de sanctieprikkel (en de aanwezigheid of juist afwezigheid van strafrechtelijke back<br />

up voor de zwaarste gevallen). Die effectiviteit raakt aan de volgende factor: de aard van de<br />

overtreder.<br />

Wat betreft de factor persoon van de overtreder dient onderscheid te worden gemaakt<br />

tussen natuurlijke en rechtspersonen. Bij de eerste groep dient te worden onderscheiden tussen<br />

natuurlijke personen in privé‐hoedanigheid en natuurlijke personen die bedrijfsmatig optreden.<br />

De laatste groep overtreders (die van de rechtspersonen) dient nader te worden ingedeeld naar<br />

grootte. Waar draagkracht en effectiviteit een rol spelen, ligt een nadere indeling naar omzet of<br />

vermogen voor de hand (primair). Complicaties bij het vaststellen van omzet of vermogen –<br />

denk aan bewijsproblematiek en regels van fiscaliteit en accountancy die van invloed kunnen<br />

zijn – kunnen het aantal werknemers een adequatere maatstaf doen zijn. Belangrijk is dat de<br />

(nadere) indeling een afspiegeling is van de betrokken markt. Wetgever en beleidsmaker dienen<br />

gemotiveerd aan te geven waarom welk criterium wordt gekozen.<br />

14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!