26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

per saldo is betaald dan wel terugontvangen of d. in overige gevallen een verzuimboete op van<br />

5% van het wettelijk maximum van artikel 67c lid 1 Awr.<br />

In § 25 worden een aantal algemene opmerkingen gemaakt over de vergrijpboete. Zo<br />

wordt een definitie gegeven van de begrippen opzet en grove schuld. Stelregel is dat in geval<br />

van grove schuld de inspecteur een boete oplegt van 25% van het wettelijk maximum. In geval<br />

van opzet wordt als uitgangspunt een boete van 50% van het wettelijk maximum genomen.<br />

Indien sprake is van vrijwillige verbetering of inkeer leidt dit tot geen boete, respectievelijk<br />

strafvermindering. Een voorbeeld van de systematiek biedt de vergrijpboete aanslag uit artikel<br />

67d Awr (§ 26 BBBB). Uitgangspunt in § 26 is dat de vergrijpboete wordt berekend over het be‐<br />

drag van de aanslag. Na deze vaststelling volgen er uiteenlopende regels over hoe deze basis<br />

vervolgens moet worden berekend en wat daar wel of niet onder wordt gerekend. Wordt een<br />

vergrijpboete opgelegd op grond van artikel 67d lid 5 Awr, dan legt de inspecteur een vergrijp‐<br />

boete op van 150% in geval van opzet. Ook ten aanzien van de andere vergrijpboetes geldt dat<br />

met name regels worden gegeven over de vraag hoe de aanslag kan worden vastgesteld.<br />

In het Belastingplan 2010 is een systeem van indexering voor de verzuimboeten van de<br />

Awr ingevoerd. De redenen daarvoor zijn de volgende. In de wet is aangegeven wat de maxima‐<br />

le hoogte van de desbetreffende verzuimboete is. De bedragen zijn niet geïndexeerd en de<br />

hoogte daarvan is sinds 1 januari 1998 ongewijzigd. Dit is opmerkelijk. Indexatie wordt toege‐<br />

past op de meeste grensbedragen in de fiscaliteit. Ook de geldboeten in bijvoorbeeld het straf‐<br />

recht worden aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. De inflatiecorrectie<br />

sedert 1 januari 1998 bedraagt circa 26%. De verzuimboeten zijn dus in relatieve zin (aanzienlijk)<br />

gedaald. Om de ongewenste effecten van inflatie op de verzuimboeten uit te schakelen, past<br />

het kabinet derhalve een vijfjaarlijkse aanpassing van de maximale hoogte van de verzuimboe‐<br />

ten toe. Zoals hiervoor opgemerkt, worden de geldboeten in het strafrecht ook aangepast aan<br />

de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. Daar is gekozen voor een aanpassing elke twee<br />

jaar. Een belangrijk verschil tussen het bestuurlijke boeterecht en het strafrecht is echter dat de<br />

strafrechtelijke geldboeten worden opgelegd door een rechter, terwijl de bestuurlijke verzuim‐<br />

boeten in de regel automatisch door het systeem worden opgelegd. Bij de aanpassing van een<br />

boete, als deze ten minste een verhoging inhoudt, speelt altijd overgangsrecht. Voor feiten, die<br />

zijn begaan vóór de aanpassing, moet immers de ‘oude’, lagere boete worden opgelegd. Om de<br />

daarmee gepaard gaande complexiteit in de automatisering beperkt te houden, wordt de aan‐<br />

passing elke vijf jaar gedaan. De inflatiecorrectie die op de verzuimboeten wordt toegepast, is<br />

dezelfde als die wordt voorgeschreven in de Wet inkomstenbelasting 2001. Kort gezegd worden<br />

de te vervangen bedragen dus vermenigvuldigd met de daar bedoelde tabelcorrectiefactor en<br />

vervolgens afgerond. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de geïndexeerde verzuimboeten<br />

maximale boetebedragen zijn. De hoogte van de verzuimboete in een concreet geval is afhanke‐<br />

lijk van de individuele omstandigheden en wordt nader ingevuld door de BBBB. 30<br />

3.1.4.3 Motivering<br />

Artikel 67a Awr kent een bestuurlijke boete van maximaal € 4.920. Ten tijde van de invoering<br />

van de bestuurlijke boete in de Awr was dit bedrag op f 2.500 vastgesteld. De hoogte van het<br />

bedrag is door de wetgever gemotiveerd door te wijzen op het belang van de aangifteplicht voor<br />

de heffing van de belasting die bij wege van aanslag wordt geheven. Een ordelijk aangiftegedrag<br />

van belastingplichtigen is onontbeerlijk voor een doelmatige werkwijze bij de Belastingdienst.<br />

Voor de wijziging in 1998 was de boete vastgesteld op een verhoging van 5% van de in de aan‐<br />

30 Kamerstukken II 2008/09, 32 128, nr, 3, p. 37.<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!