26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

nen worden aangeduid als de omstandigheden van het geval die bepalen hoe ernstig de over‐<br />

treding in concreto is. In beginsel wordt de ernstfactor op een hogere waarde vastgesteld,<br />

naarmate de zwaarte van de overtreding toeneemt.<br />

In de boetesystematiek voor overige overtredingen komt de zwaarte van een overtre‐<br />

ding in beginsel reeds tot uitdrukking in de indeling in een van de zes boetecategorieën. De<br />

ernstfactor dient er in deze systematiek toe het op basis van de categorie‐indeling vastgestelde<br />

boetebedrag bij te kunnen stellen als de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding ge‐<br />

ven. Dit betekent dat de ernstfactor op een wordt vastgesteld als de ernst van de overtreding,<br />

gelet op de omstandigheden van het geval, naar het oordeel van de raad al voldoende tot uit‐<br />

drukking komt in de categorie‐indeling. Door een ernstfactor te hanteren die een hoogte be‐<br />

draagt variërend van nul tot vijf, kunnen de omstandigheden van het geval zowel een verhogend<br />

als een verlagend effect hebben op het op basis van de categorie‐indeling vastgestelde boetbe‐<br />

drag.<br />

Bij de boetetoemeting bij overtredingen begaan door natuurlijke personen wordt al bij het vast‐<br />

stellen van de boetegrondslag rekening gehouden met de ernst van de overtreding. In deze sys‐<br />

tematiek is de basisboete daarom gelijk aan de boetegrondslag.<br />

3.1.9.4 Andere sancties<br />

Civielrechtelijke handhaving<br />

Met de inwerkingtreding van de Mededingingswet is een overstap gemaakt naar een verbods‐<br />

systeem. Overtreding van een verbod schept rechtsingangen naar de burgerlijke rechter. Over‐<br />

eenkomsten en besluiten die in strijd zijn met het verbod van mededingingsafspraken zijn nietig<br />

ingevolge artikel 6 lid 1 en 2 Mededingingswet. Hetzelfde geldt voor concentraties die in strijd<br />

met de voorschriften van de Mededingingswet omtrent de meldings‐ of vergunningsplicht tot<br />

stand zijn gekomen. Die nietigheid kan voor de burgerlijke rechter worden ingeroepen. Daar‐<br />

naast kan een actie uit onrechtmatige daad worden ingesteld. Een dergelijke actie kan ook wor‐<br />

den ingesteld in geval van overtreding van het verbod van misbruik van een economische<br />

machtspositie. Naast het vorderen van schadevergoeding kan, in voorkomende gevallen, een op<br />

de toekomst gericht verbod worden gevraagd. Als derden door overtreding van bepaalde voor‐<br />

schriften in hun belang worden getroffen, is de burgerlijke rechter dus bevoegd te oordelen. Het<br />

ligt dan ook op de weg van deze particulieren om actie te ondernemen. Dit alles neemt natuur‐<br />

lijk niet weg dat er aanleiding kan zijn publiekrechtelijke handhavingsinstrumenten in te zetten.<br />

Bij de beslissing daaromtrent kan de mate waarin de belangen van derden worden getroffen een<br />

rol spelen. 112<br />

Bestuursrecht: dwangsom en aanwijzingen<br />

Artikel 56 lid 1 aanhef en onder b Mededingingswet geeft de raad de bevoegdheid om bij over‐<br />

treding van artikel 6 of 24 Mededingingswet een dwangsom op te leggen. Een boete blijkt in de<br />

praktijk niet altijd voldoende om de overtreding daadwerkelijk te beëindigen. In dergelijke ge‐<br />

vallen kan naast de boete ook een dwangsom worden opgelegd. Artikel 74 Mededingingswet<br />

creëert eveneens een dwangsombevoegdheid ten aanzien van de daar opgesomde overtredin‐<br />

gen, waaronder de schending van artikel 34 Mededingingswet. Een last onder dwangsom kan in<br />

een dergelijk geval, volgens de wetgever, de opdracht inhouden alsnog melding te doen of de<br />

concentratie ongedaan te maken. Overigens laat de wetgever zich niet uit over de verhouding<br />

van deze bevoegdheid tot de mogelijkheid om een punitieve sanctie op te leggen. 113<br />

112 Kamerstukken II 1995/96, 24 707, nr. 3, p. 41‐42.<br />

113 Kamerstukken II 1995/96, 24 707, nr. 3, p. 95‐96.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!