26.08.2013 Views

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

Referentiekader geldboetes - Europese Beweging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ook de aard van de overtreder speelt een rol in de bepaling van de boete. Natuurlijke<br />

personen worden met een aanmerkelijk lagere boete bedreigd dan rechtspersonen of personen<br />

in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het verschil bedraagt de helft in bijvoorbeeld het<br />

beleid op grond van de Wav. Indien men de stelsels onderling vergelijkt, dan valt op dat het<br />

maximale boetebedrag voor natuurlijke personen ongeveer € 1.300 bedraagt, terwijl voor on‐<br />

dernemingen de maximale boete zo’n € 450.000 bedraagt, met een uitloop naar boven indien<br />

het genoten voordeel daartoe aanleiding geeft. Meer in het bijzonder voor ondernemingen<br />

geldt dat in het beleid vaak rekening wordt gehouden met de omvang van de onderneming en<br />

(dus) de draagkracht. Bij de vaststelling van de omvang van de onderneming wordt doorgaans<br />

aangeknoopt bij de aantallen werknemers. Het boetebedrag voor een kleine onderneming<br />

(minder dan tien werknemers) bedraagt dan 20‐50 % van het standaard boetebedrag. Voor<br />

midden‐ en middelgrote ondernemingen (meer dan tien, minder dan 50 werknemers, geldt een<br />

percentage van 30‐75 %. Grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) kunnen doorgaans het<br />

volledige boetebedrag of soms zelfs anderhalf keer dat boetebedrag tegemoet zien.<br />

Naast het aantal werknemers heeft soms ook het met de overtreding behaalde voordeel<br />

invloed op de hoogte van de boete. Dit is enerzijds een maat voor de omvang van de onderne‐<br />

ming, maar heeft anderzijds ook zelfstandig invloed op de hoogte van de boete. Het wegnemen<br />

van het profijt, bijvoorbeeld door het onverschuldigd betaalde terug te vorderen, resulteert<br />

gemiddeld in lagere boetes. Indien een dergelijke terugvorderingsmogelijkheid ontbreekt, zijn<br />

de boetes doorgaans hoger. De boete ziet dan (ook) op het ontnemen van het voordeel. Soms is<br />

dat een expliciet onderdeel van de boeteberekening. Gedacht kan worden aan de Mededin‐<br />

gingswet en de Telecommunicatiewet, waarbij de betrokken omzet de grondslag vormt voor de<br />

vaststelling van de boetehoogte.<br />

Ten slotte vormt recidive een bepalende factor voor de boetehoogte. In een aantal ge‐<br />

vallen is recidive in de wet aangemerkt als strafverzwarende omstandigheid. In andere gevallen<br />

bevat het beleid een bepaling ten aanzien van recidive. Recidive werkt overigens niet alleen<br />

door in de boetehoogte. Recidive kan ook van invloed zijn op de keuze tussen een strafrechtelij‐<br />

ke of een bestuursrechtelijke boete. In een aantal gevallen bevat de wet een expliciete keuze<br />

voor strafrechtelijke beboeting indien sprake is van een herhaalde recidive. Opmerkelijk is<br />

evenwel dat de maximale <strong>geldboetes</strong> bij strafrechtelijke handhaving doorgaans op een lager<br />

niveau liggen dan de bestuurlijke boetes. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt dat straf‐<br />

rechtelijke handhaving ook kan resulteren in het opleggen van een andersoortige sanctie, zoals<br />

hechtenis of gevangenisstraf.<br />

De hoogte van de boete wordt niet alleen bepaald door het wettelijke boetemaximum en het<br />

boetebeleid, maar ook door de specifieke techniek van het boetestelsel. Het gaat daarbij om de<br />

mate van fixatie en de vorm van die fixatie in wet of beleid. De onderzochte boetestelsels vari‐<br />

eren voor wat betreft de techniek en de mate van fixatie. Soms wordt volstaan met het wettelijk<br />

maximum en geldt geen bijzondere invulling van de boetebevoegdheid. Er is dan in het geheel<br />

geen sprake van fixatie. In andere stelsels is het boetebedrag wel gefixeerd. De fixatie kan zowel<br />

gericht zijn op het feit als op de overtreding. Dit leidt tot een zogenaamde ‘feitcodering’, waarbij<br />

bij de omschreven overtreding een vastgesteld boetebedrag hoort. Minder sterke fixatie vormt<br />

de bandbreedte, waarbij geen boetebedrag, maar een maximale boetecategorie wordt om‐<br />

schreven. En ten slotte is de rekensom aangetroffen als methode om de boete vast te stellen.<br />

De onderscheiden fixatiemethoden hangen samen met de aantallen opgelegde boetes,<br />

waarbij in het algemeen geldt dat rekensommen minder voor de hand liggen naarmate vaker<br />

een boete moet worden opgelegd. De uitzondering op deze regel vormen de boetestelsels in de<br />

AOW en de Awr (vergrijp). In beide gevallen vormt echter de parallelle herstelsanctie het aan‐<br />

grijpingspunt waarmee het benadelingsbedrag (en dus de parameters voor de boetehoogte) aan<br />

het licht komen.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!