02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Mijn werk. Maar Martha’s besliste en strevende geest deed zich gelden. Zij wilde niet, dat het in staat<br />

van ontbinding verkerende lichaam ten aanschouwen gebracht zou worden. Het menselijk hart is traag<br />

in het verstaan van de woorden van Christus, en het geloof van Martha had niet de volle betekenis van<br />

Zijn belofte begrepen.<br />

Christus berispte Martha, maar Zijn woorden werden met de uiterste zachtmoedigheid gesproken.<br />

“Heb Ik u niet gezegd, dat gij, indien gij gelooft, de heerlijkheid Gods zien zult?” Waarom zou je<br />

twijfel hebben betreffende Mijn macht? Waarom zou je argumenten aanvoeren tegen Mijn eisen? Je<br />

hebt Mijn woord. Als je wilt geloven, zal je de heerlijkheid Gods zien. Natuurlijke onmogelijkheden<br />

kunnen het werk van de Almachtige niet verhin<strong>der</strong>en. Twijfelzucht en ongeloof duiden niet op<br />

ne<strong>der</strong>igheid. Onvoorwaardelijk geloof in de woorden van Christus is ware ne<strong>der</strong>igheid, ware<br />

zelfovergave.<br />

“Neemt gij de steen weg!” Christus had de steen kunnen gebieden zich te verwij<strong>der</strong>en, en de steen zou<br />

Zijn stem hebben gehoorzaamd. Hij had de engelen die aan Zijn zijde waren, bevel kunnen geven, dit<br />

te doen. Op Zijn bevel zouden onzichtbare handen de steen hebben verwij<strong>der</strong>d. Maar de steen moest<br />

<strong>door</strong> mensenhanden worden weggenomen. Zo wilde Christus aantonen, dat de mens moet<br />

samenwerken met God. Goddelijke kracht krijgt geen bevel om datgene te doen wat menselijke kracht<br />

kan doen. God handelt niet zon<strong>der</strong> de hulp van mensen. Hij geeft hun kracht en werkt met hen samen,<br />

wanneer zij de hun gegeven krachten en bekwaamheden gebruiken.<br />

Aan het bevel wordt gevolg gegeven. <strong>De</strong> steen wordt afgewenteld. Alles wordt openlijk en<br />

weloverwogen gedaan. Aan allen wordt de kans gegeven te zien, dat hier geen bedrog wordt gepleegd.<br />

Daar ligt het lichaam van Lazarus in zijn rotsgraf, koud en stil in de dood. <strong>De</strong> kreten van de<br />

klaagzangers verstommen. Verbaasd en in afwachting staan de mensen rond het graf, wachtend om te<br />

zien wat gaat volgen.<br />

Rustig staat Christus voor het graf. Een heilige ernst rust op allen die aanwezig zijn. Christus gaat<br />

dichter naar de grafkel<strong>der</strong> toe. Terwijl Hij Zijn ogen opslaat naar de hemel, zegt Hij: “Va<strong>der</strong>, Ik dank<br />

U, dat Gij Mij verhoord hebt”. Niet lang vóór deze gebeurtenis hadden de vijanden van Christus Hem<br />

beschuldigd van godslastering, en hadden stenen opgenomen om naar Hem te werpen, omdat Hij<br />

beweerde de Zoon van God te zijn. Zij beschuldigden Hem ervan, dat Hij won<strong>der</strong>en verrichtte <strong>door</strong> de<br />

kracht van Satan. Maar hier beweert Christus, dat God Zijn Va<strong>der</strong> is, en met een volmaakt vertrouwen<br />

verklaart Hij, dat Hij de Zoon van God is.<br />

In alles wat Hij deed, werkte Christus samen met Zijn Va<strong>der</strong>. Steeds had Hij ervoor gezorgd, duidelijk<br />

te doen uitkomen, dat Hij niet in eigen kracht werkte; <strong>door</strong> geloof en gebed verichtte Hij Zijn won<strong>der</strong>en.<br />

Christus verlangde, dat allen Zijn verhouding tot Zijn Va<strong>der</strong> zouden kennen. “Va<strong>der</strong>”, zei Hij, “Ik dank<br />

U, dat Gij Mij verhoord hebt. Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare die<br />

rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven dat Gij Mij gezonden hebt”. Nu zouden de<br />

discipelen en het volk het meest overtuigende bewijs ontvangen omtrent de verhouding die er bestond<br />

tussen Christus en God. Er zou hun worden getoond, dat de bewering van Christus geen misleiding<br />

was.<br />

345

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!