02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 82—“Waarom weent gij?”<br />

<strong>De</strong> vrouwen die bij het kruis van Christus hadden gestaan, wachtten en waakten, totdat de uren van de<br />

sabbat voorbijgegaan waren. Op de eerste dag <strong>der</strong> week begaven zij zich zeer vroeg op weg naar het<br />

graf, en namen kostbare specerijen met zich mee om het lichaam van de Heiland te zalven. Zij dachten<br />

niet aan Zijn opstanding uit de doden. <strong>De</strong> zon van hun hoop was on<strong>der</strong>gegaan, en in hun harten was<br />

de nacht neergedaald. Terwijl ze voortliepen, spraken ze over Christus’ werken van barmhartigheid en<br />

over Zijn vertroostende woorden. Maar zij herinnerden zich niet Zijn woorden: “Ik zal u we<strong>der</strong>zien”.<br />

Onkundig van hetgeen juist op dat ogenblik plaatsvond, na<strong>der</strong>den zij de hof, terwijl ze on<strong>der</strong>weg tot<br />

elkan<strong>der</strong> zeiden: “Wie zal ons de steen afwentelen van de ingang van het graf?” Zij wisten dat zij de<br />

steen niet zouden kunnen verwij<strong>der</strong>en, maar toch vervolgden zij hun weg. En zie, de hemelen waren<br />

plotseling verlicht met een heerlijkheid die niet kwam van de opkomende zon. <strong>De</strong> aarde beefde. Ze<br />

zagen dat de grote steen was weggerold. Het graf was leeg.<br />

<strong>De</strong> vrouwen waren niet allen uit dezelfde richting naar het graf gekomen. Maria Magdalena was de<br />

eerste die het graf bereikte; en toen ze zag dat de steen was weggewenteld, ging zij haastig heen om<br />

het de discipelen te vertellen. Intussen bereikten de an<strong>der</strong>e vrouwen de plaats. Om het graf straalde<br />

een licht, maar het lichaam van Jezus was er niet. Toen ze op die plaats bleven toeven, zagen zij<br />

plotseling, dat zij niet alleen waren. Een jongeling, gekleed in schitterende kle<strong>der</strong>en, zat bij het graf.<br />

Het was de engel die de steen had weggerold. Hij had het uiterlijk van een mens aangenomen, om deze<br />

volgelingen van Jezus geen schrik aan te jagen. Nochtans omstraalde hem het licht van de hemelse<br />

heerlijkheid, en de vrouwen waren bevreesd. Zij wendden zich af om te vluchten, maar de woorden<br />

van de engel weerhielden hen op hun schreden. “Weest gij niet bevreesd”, zei hij, “want ik weet, dat<br />

gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt,<br />

ziet de plaats waar Hij gelegen heeft. En gaat terstond op weg en zegt Zijn discipelen, dat Hij is<br />

opgewekt uit de doden”.<br />

Weer kijken ze in het graf, en opnieuw horen zij de heerlijke tijding. Daar zit een an<strong>der</strong>e engel in<br />

mensengedaante, en hij zegt: “Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is<br />

opgewekt. Herinnert u, hoe Hij, toen Hij nog in Galilea was, tot u gesproken heeft, zeggende dat de<br />

Zoon des mensen moest overgeleverd worden in de handen van zondige mensen en gekruisigd worden<br />

en ten <strong>der</strong>den dage opstaan”.<br />

Hij is opgestaan, Hij is opgestaan! Steeds weer herhalen de vrouwen deze woorden. Nu hebben ze de<br />

specerijen voor de zalving niet nodig. <strong>De</strong> Heiland leeft, en is niet dood. Zij herinneren zich nu, dat,<br />

toen Hij over Zijn dood sprak, Hij zei, dat Hij weer zou opstaan. Welk een dag is dit voor de wereld!<br />

Snel verlieten de vrouwen het graf, “met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het Zijn<br />

discipelen te berichten”.<br />

Maria had het goede nieuws niet gehoord. Zij ging naar Petrus en Johannes met de droeve tijding: “Zij<br />

hebben de Here weggenomen uit het graf, en wij weten niet waar zij Hem hebben neergelegd”. <strong>De</strong><br />

discipelen haastten zich naar het graf en vonden het zoals Maria had gezegd. Zij zagen de linnen<br />

windsels en de zweetdoek, maar zij vonden hun Here niet. Evenwel was dit zelfs een getuigenis, dat<br />

514

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!