Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ingesloten.<br />
Verplichte items pathologie verslag resectiepreparaat na neoadjuvante chemotherapie:<br />
• Maximale tumordiameter, invasief en / of in situ. (indien aanwezig);<br />
• Maximale diameter fibrotisch gebied (indien aanwezig);<br />
• Afstand tumor tot dichtstbijzijnde resectievlak (indien van toepassing);<br />
• Reactie op voorbehandeling volgens EUSOMA;<br />
• Aantal lymfklieren, aantal lymfklieren met metastase en lymfklier reactie op voorbehandeling<br />
volgens EUSOMA.<br />
Verplichte items die bepaald dienen te worden op het naaldbiopt genomen voorafgaande aan de<br />
neoadjuvante chemotherapie<br />
• histologische type volgens WHO;<br />
• gradering volgens gemodificeerde Bloom en Richardson;<br />
• ER, PR en HER2 status.<br />
Optionele items die bepaald kunnen worden op het naaldbiopt genomen voorafgaande aan de<br />
neoadjuvante chemotherapie:<br />
• aan- of afwezigheid van in angio-invasie;<br />
• aan- of afwezigheid van in situ component.<br />
Literatuurbespreking:<br />
Beoordeling van preparaten na neoadjuvante therapie dient onder andere om de mate van respons vast te<br />
stellen. Adequate markering ter oriëntatie van het preparaat en met betrekking tot de plaats waar de tumor<br />
zit of zat is daartoe onontbeerlijk. Lumpectomie preparaten worden bewerkt als boven beschreven. Relatief<br />
kleine lumpectomie preparaten (arbitrair tot circa 30g) worden geheel ingesloten, van grotere preparaten<br />
en mastectomie preparaten worden coupes genomen op geleide van de macroscopische bevindingen en<br />
aanvullende gegevens van beeldvormend onderzoek. Voor het vaststellen van een pathologisch complete<br />
respons (pCR) is ruime sampling (tenminste 1 sample per cm tumor en samples in relatie tot snijvlakken)<br />
van het tumorbed nodig. Zo nodig moet opnieuw gesampled worden. Voor het vaststellen van een pCR<br />
wordt alleen gekeken naar invasieve tumor, DCIS telt niet mee. Van een partiële respons is sprake<br />
wanneer er invasieve tumor wordt aangetroffen met regressieve veranderingen zoals fibrotisch<br />
littekenweefsel met lymfoïde infiltraten, groepen van schuimcellen of verlies van klierweefsel. Bepaling van<br />
overige pathologische parameters (grootte, snijvlakken etc.) geschiedt als boven beschreven. Voor het<br />
bepalen van respons wordt het scoringssysteem volgens EUSOMA gehanteerd:<br />
Respons in de mamma:<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
1. Complete pathologische respons: of (i) geen rest invasief carcinoom of (ii) geen rest<br />
invasief carcinoom maar wel aanwezigheid van DCIS.<br />
2. Partiële respons: of (i) minimale rest invasief carcinoom (bijvoorbeeld alleen verspreid<br />
nog enkele losgelegen of in groepjes gelegen tumorcellen of of (ii) duidelijk respons op<br />
therapie maar met 10-50% rest invasief carcinoom of (iii) > 50% invasieve tumorcellen<br />
nog aanwezig bij vergelijking met het voorafgaande naaldbiopt, maar wel met sommige<br />
kenmerken van respons (bijvoorbeeld fibrose).<br />
3. Geen respons: geen aanwijzingen voor respons op therapie.<br />
Respons in de lymfklieren*:<br />
1. Geen aanwijzing voor metastase en geen aanwijzingen voor therapie gerelateerde<br />
veranderingen in de lymfklieren.<br />
2. Geen metastase aangetroffen maar wel aanwijzingen voor respons/down-staging,<br />
bijvoorbeeld fibrose.<br />
3. Metastase aanwezig maar ook aanwijzingen voor respons zoals fibrose van de lymflier.<br />
4. Metastase aanwezig zonder aanwijzingen voor respons op therapie.<br />
*) Indien een mengbeeld van categorieën, bijvoorbeeld een lymfklier met metastase zonder respons en een<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 97