Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
Richtlijn: Mammacarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Aanbevelingen:<br />
Klinisch borstonderzoek is onderdeel van het consult.<br />
Klinisch borstonderzoek is geïndiceerd bij klachten en zelf gevoelde palpabele afwijkingen.<br />
Klinisch borstonderzoek als screeningsmethode naast beeldvormende techniek heeft in de algemene<br />
populatie bij vrouwen zonder mammacarcinoom in de voorgeschiedenis een zeer beperkte meerwaarde<br />
ten aanzien van het vinden van een primair mammacarcinoom en wordt daarom niet aanbevolen.<br />
Klinisch borstonderzoek bij vrouwen die gescreend worden buiten het BOB heeft een beperkte<br />
meerwaarde.<br />
Literatuurbespreking:<br />
In dezelfde 4 systematische reviews waarin periodiek borstzelfonderzoek wordt beoordeeld, wordt ook<br />
screening met behulp van klinisch borstonderzoek beoordeeld [Kösters, 2003; Weiss, 2003; Elmore, 2005;<br />
Nelson, 2009]. Barton verrichtte een meta-analyse over het klinisch borstonderzoek in 1999. Daarnaast zijn<br />
er cohortonderzoeken waarin vergeleken wordt tussen klinisch borstonderzoek als screeningsmiddel en<br />
beeldvormende technieken, met name mammografie. De CNBSS-2 studie [Miller, 2000] is een RCT met<br />
klinisch borstonderzoek in één van de studiearmen. Vooral in de grote studies wordt het klinisch<br />
borstonderzoek uitgevoerd door getrainde gezondheidswerkers. Het verschil tussen borstzelfonderzoek en<br />
klinisch borstonderzoek betreft ondere andere de kwaliteitseisen die aan het klinisch borstonderzoek<br />
kunnen worden gesteld. Studies hierover geven aan, dat een goed klinisch borstonderzoek aangeleerd<br />
moet worden en tijd vergt, ten minste enkele minuten. Als aan deze voorwaarden is voldaan, wordt er geen<br />
kwaliteitsverschil gemeld tussen het resultaat van artsen en andere gezondheidswerkers [Coleman, 2001].<br />
Kösters (2003) is ten aanzien van het klinisch borstonderzoek minder duidelijk dan bij het<br />
borstzelfonderzoek.<br />
In de studies zijn de sensitiviteit en de positief voorspellende waarde gering. Feigin (2006) beschrijft een<br />
retrospectieve studie naar de bijdrage en de kosten van klinisch borstonderzoek naast mammografie bij<br />
60.027 asymptomatische vrouwen door nurse practitioners. Zonder het uitvoeren van klinisch<br />
borstonderzoek zou 3% van de carcinomen gemist zijn. De kosten bedroegen ruim $12<strong>2.0</strong>00 per gevonden<br />
carcinoom.<br />
De resultaten zijn sterk afhankelijk van de samenstelling van de populatie. In de prospectieve studie van<br />
Oestreicher (2005) bij 61.688 asymptomatische vrouwen van 40 jaar en ouder was de gemiddelde<br />
sensitiviteit 4%, deze was het hoogst bij vrouwen met dense mammae tussen 50-59 jaar (6,8%) en het<br />
laagste bij vrouwen met adipeuze mammae tussen 50 en 59 jaar (1,8%).<br />
Chiarelli (2009) vergeleek in een observationele studie screeningsunits waar uitsluitend mammografie werd<br />
verricht met screeningsunits waar mammografie en klinisch borstonderzoek werd verricht. Op 10.000<br />
vrouwen werden in deze laatste groep 4 extra carcinomen gevonden tegen 219 foutpositieve bevindingen.<br />
Als gescreend wordt bij vrouwen met een hoog- en zeer hoogrisico met klinisch borstonderzoek in<br />
combinatie met mammografie en MRI, worden eveneens maar zeer weinig extra carcinomen gevonden<br />
[Warner, 2004]. Deze studies bevatten relatief kleine populaties. In de MRISC screening studie<br />
[Rijnsburger, 2010] is de sensitiviteit 20,6%. Van 98 mammacarcinomen werden er 3 uitsluitend door<br />
middel van klinisch borstonderzoek gedetecteerd. De positief voorspellende waarde is met 10,3% iets<br />
gunstiger dan die van de mammografie (8,5%) en MRI (7,7%).<br />
Conclusies:<br />
Niveau<br />
1<br />
<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)<br />
Klinisch borstonderzoek naast mammografie bij screening op mammacarcinoom heeft een lage<br />
sensitiviteit en een hoog percentage foutpositieve bevindingen en is daardoor niet<br />
kosteneffectief.<br />
A1 Nelson 2009<br />
A2 Oestreicher 2005, Chiarelli 2009<br />
B Feigin 2006, Elmore 1998, Bobo 2000, Elmore 2005, Pisani 2006<br />
Niveau 3 Bij vrouwen met verhoogd risico op mammacarcinoom is het aantal foutpositieve<br />
palpatiebevindingen iets gunstiger dan die van mammografie en MRI.<br />
03/27/2012 <strong>Mammacarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 7